Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte

januari 2001

Alterra karteert de zand- en lössgronden gevoelig voor nitraatuitspoeling 2 januari
De Tweede Kamer behandelt momenteel een wijziging in de meststoffenwet betreffende de aanscherping van de verliesnormen van stikstof en fosfaat in afhankelijkheid van onder andere de grondsoort en de uitspoelingsgevoeligheid. Voor wat betreft de grondsoort wordt onderscheid gemaakt tussen klei/veen enerzijds en zand/löss anderzijds. Binnen de zand- en lössgronden worden de drogere gronden aangemerkt als uitspoelingsgevoelig. Dat gebeurt aan de hand van de grondwatertrap, een maat voor de verschillen in grondwaterstand die binnen een jaar normaliter optreden. De dominante grondsoort en de dominante grondwatertrap op een perceel bepalen uiteindelijk de verliesnormen.

Voor het onderscheid klei/veen - zand/löss zijn reeds kaarten beschikbaar. In het kader van het Besluit gebruik dierlijke meststoffen (Bgdm) (uitrijperiodes dierlijke mest) zijn deze kaarten ontwikkeld. Op één punt echter dienen de Bgdm-kaarten te worden aangepast. Dit punt is dat door de continue afbraak van organische stof, door bezandingen en/of andere diepe grondbewerkingen een aantal veengronden met een dunne veenlaag inmiddels aangemerkt dienen te worden als zandgronden. Het Wageningse onderzoekinstituut Alterra voert in 2000 en 2001 in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een kartering uit in de veengebieden in midden-, oost- en zuid-Nederland met het doel om vast te stellen waar de huidige veenlaag zo dun is) dat de grond dient te worden aangemerkt als zandgrond. Deze kartering betreft een oppervlakte van circa 106.000 hectare veengrond .

Voor het onderscheid wel/niet uitspoelingsgevoelige zand/löss zijn landsdekkende grondwatertrappenkaarten beschikbaar, maar die zijn ten gevolge van allerlei lokale en regionale ingrepen in de waterbeheersing gedurende de laatste 30-40 jaar voor een deel verouderd. Om deze reden voert Alterra, eveneens in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in de jaren 2001 en 2002 een kartering uit van de actuele grondwatersituatie in de zand/lössgebieden en de voormalige veengebieden. Deze actualisatie betreft een oppervlakte van in totaal ca. 1.700.000 hectare zand/lössgrond en voormalige veengrond.

Meer informatie kunt u krijgen bij:
Alterra
dr. Peter Finke
0317 47 42 58