GAK

Datum : 2/1/2001
Belastingherziening 2001 en afschaffing overhevelingstoeslag: gevolgen voor werkgevers

Op 1 januari 2001 wordt de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 vervangen door de Wet op de Inkomstenbelasting 2001. Daarnaast wordt de overhevelingstoeslag (oht) afgeschaft. Beide wijzigingen zorgen ervoor dat de bruto- en de netto-uitkering van uitkeringsgerechtigden wijzigt. Verder hebben de wijzigingen consequenties voor de (loon)administratie van de werkgevers en de gegevensuitwisseling met Gak Nederland. Via diverse publicaties geeft Gak Nederland bekendheid aan de specifieke gevolgen voor onze doelgroep.

Voor nadere informatie verwijzen wij naar de belastingkrant die in juni 2000 huis aan huis is verspreid en de websites van de belastingdienst en het ministerie van Financiën. U kunt op de website van de belastingdienst een rekenvoorbeeld invullen. Aan de hand daarvan kunt u globaal zien wat de belastingherziening financieel voor u zou kunnen betekenen.
Ook is er de gratis belastingtelefoon voor particulieren (0800-0543) waar u terechtkunt met vragen.
Gak Nederland heeft diverse malen in verscheidene publicaties (zie hieronder) over dit onderwerp geschreven.


* Gakkrant nummer 3 (september 2000): Overhevelingstoeslag afgeschaft:Brutering van lonen en uitkeringen vanaf 1 januari 2001
* Gakkrant nummer 4 (december 2000): Nieuw ziekteaangifte formulieren: Aanlevering loongegevens per 1 januari 2001 gewijzigd
* Brief aan werkgevers (10 november 2000): Betreft: afschaffen overhevelingstoeslag

* Folder ministerie van Financiën (juli 2000): overhevelingstoeslag verdwijnt

Gakkrant nummer 3 (september 2000): Overhevelingstoeslag afgeschaft: Brutering van lonen en uitkeringen vanaf 1 januari 2001 Per 1 januari 2001 vervalt de overhevelingstoeslag. Om te voorkomen dat werknemers en uitkeringsgerechtigden er daardoor netto op achteruitgaan, moet de toeslag vanaf die datum worden verwerkt in de bruto-salarissen en uitkeringen. Bij de vaststelling van de daglonen zal een onderscheid moeten worden gemaakt tussen de lonen over tijdvakken tot en met 31 december (waarin de brutering niet is verwerkt) en lonen over tijdvakken na die datum. Het Gak zal werkgevers daarom geruime tijd om een gesplitste opgave van dagloongegevens vragen.

Met ingang van 1 januari 2001 wordt de overhevelingstoeslag afgeschaft. Zonder tegenmaatregelen zou dit voor werknemers en uitkeringsgerechtigden kunnen leiden tot een achteruitgang in het netto-inkomen. Om dat te voorkomen moet de toeslag vanaf 1 januari 2001 worden verwerkt in de bruto-salarissen en de uitkeringen. Dit wordt de bruteringsoperatie genoemd.
Via cao-afspraken of een schriftelijke overeenkomst kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken over de manier waarop de brutering wordt ingevuld. In plaats van verhoging van het loon kan bijvoorbeeld worden afgesproken het aantal vakantiedagen te verhogen of de pensioenaanspraken te verbeteren.
Als er geen schriftelijke afspraken zijn gemaakt, wordt de vangnetbepaling uit artikel 3 van de wet bol (Wet brutering overhevelingstoeslag lonen) van kracht. Die bepaalt dat iedereen die nu recht heeft op een overhevelingstoeslag, per 1 januari 2001 recht heeft op een verhoging van zijn loon. Bij besluit is die verhoging vastgesteld op 1,9 procent, met een maximum van 1.745 gulden op jaarbasis.

Enkele gevolgen
Als gevolg van de bruteringsoperatie stijgt het loon voor de premievaststelling gemiddeld met 1,9 procent. Daarmee zal bij de vaststelling van de premies voor 2001 rekening worden houden. Vrijwel alle uitkeringen die het Gak verzorgt, zijn gebaseerd op of via indexeringsbepalingen gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Deze uitkeringen stijgen per 1 januari 2001 automatisch mee met de brutering van het wettelijk minimumloon met (naar verwachting) 2,1 procent op basis van artikel 5 van de wet bol. Daarbovenop komt dan nog de per de eerste januari van het nieuwe jaar gebruikelijke indexering. Een uitzondering vormen de Ziektewet-uitkeringen. Voor op
1 januari 2001 lopende Ziektewet-uitkeringen geldt dat het dagloon moet worden verhoogd met het percentage dat door de (ex-)werkgever wordt aangehouden voor de brutering van de lonen in zijn onderneming. Het Gak zal daarom in november alle werkgevers vragen te berichten of per 1 januari 2001 al dan niet het wettelijk bruteringspercentage wordt toegepast.

Gesplitste opgave dagloongegevens
Bij de vaststelling van de daglonen is het nodig een strikte scheiding aan te houden tussen loon dat betrekking heeft op tijdvakken tot en met 31 december 2000 en loon dat betrekking heeft op tijdvakken na die datum. In het loon tot en met 31 december 2000 is de overhevelingstoeslag immers niet verwerkt; dit was een afzonderlijke toeslag die buiten het loonbegrip voor de sociale verzekeringen viel. In het loon over tijdvakken na 31 december 2000 is de overhevelingstoeslag (door middel van brutering) wél verwerkt en telt mee voor het sv-loon. Voor de dagloonberekening zal het Gak u daarom nog geruime tijd een gesplitste opgave vragen.

Brutering dagloongegevens

* Loongegevens over tijdvakken tot en met 31 december 2000Als een dagloon moet worden gebaseerd op loon over tijdvakken tot en met 31 december 2000, dan zal het Gak dat loon met het oog op de brutering per 1 januari 2001 aanpassen.

* Loongegevens over tijdvakken ná 31 december 2000Bij lonen over tijdvakken na 31 december 2000 gaat het Gak ervan uit dat de brutering al is verwerkt.

* NabetalingenBij nabetalingen van uitkeringen die betrekking hebben op tijdvakken gelegen vóór 1 januari 2001 zal het bruto te betalen bedrag worden verhoogd met naar verwachting 2,1 procent (artikel 5 wet bol), met een maximum van 1.745 gulden op jaarbasis. Over het aldus verhoogde bedrag zijn premies sv en loonheffing verschuldigd.

* Vrijwillige verzekeringenVoor alle (verplichte én vrijwillige) ww- en wao-uitkeringen die overlopen van 2000 naar 2001, geldt dat de daglonen voor de duur van de uitkering worden verhoogd met naar verwachting 2,1 procent (artikel 5 wet bol). De exacte gevolgen voor de op 1 januari 2001 lopende vrijwillige Ziektewet-uitkeringen zijn nog niet bekend. Alle vrijwillig verzekerden hebben inmiddels een brief met nadere informatie ontvangen.

Meer informatie
In november ontvangt u van het Gak nadere informatie over het verdwijnen van de overhevelingstoeslag. Bij diezelfde gelegenheid zullen wij u ook verzoeken ons binnen vier weken te berichten of in uw onderneming zal worden afgeweken van het wettelijke bruteringspercentage. Voor verdere informatie over de wijzigingen in het belastingstelsel verwijzen wij u naar de Belastingkrant 2001 die de Belastingdienst aan alle inhoudingsplichtigen heeft verzonden.

Gakkrant nummer 4 (december 2000): Nieuw ziekteaangifte formulieren: Aanlevering loongegevens per 1 januari 2001 gewijzigd Per 1 januari 2001 vindt er een wijziging plaats in de berekening van de daglonen waarop Ziektewet-, WW- en WAO-uitkeringen zijn gebaseerd. Deze maatregel is door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid getroffen met als doel een administratieve lastenverlichting voor werkgevers. De wijziging heeft betrekking op uitkeringen van werknemers die niet tegen een vast week- of maandloon hebben gewerkt, maar wisselende inkomsten hebben gehad. Voor de berekening van de daglonen moet de werkgever loongegevens aanleveren over een periode de zogeheten referteperiode- van 13 weken (Ziektewet), 26 weken (WW), of één jaar (WAO) na het moment van intreden van de ziekte of werkloosheid. Dat moment komt niet altijd overeen met het moment waarop een betaalperiode is afgesloten. Voor het aanleveren van de juiste loongegevens zijn in zulke gevallen soms lastige en tijdrovende berekeningen nodig.
De gewijzigde berekeningsmethode maakt deze berekeningen overbodig. Vanaf 1 januari 2001 worden de daglonen van zowel Ziektewet, WW, als WAO vastgesteld op basis van het loon over volledige loonbetalingperiodes.
Een uitzondering geldt voor de situatie, waarin er binnen de referteperiode geen volledige salarisbetalingsperiode is aan te wijzen. Dan wordt het dagloon berekend op dezelfde manier als nu, en moet de werkgever dus het loon over de gehele referteperiode aan de uvi doorgeven.
Voor werknemers die tegen een vast loon in dienst waren, verandert er niets. Het vaste loon is bij deze werknemers namelijk de basis voor de dagloonberekening.

Nieuwe formulieren ziekteaangifte
Als gevolg van deze wijziging en als gevolg van de belastingherziening 2001, zijn de formulieren die u op dit moment gebruikt voor de ziekteaangifte van een werknemer, niet meer bruikbaar na 31 december 2000. De nieuwe formulieren zullen naar verwachting vanaf 8 december 2000 beschikbaar zijn. U kunt deze aanvragen bij het Gakkantoor in uw regio.

Brief aan werkgevers (10 november 2000): Betreft: afschaffen overhevelingstoeslag
Geachte heer/mevrouw,

Met ingang van 1 januari 2001 wordt de overhevelingstoeslag afgeschaft en worden lonen en uitkeringen gebruteerd. Aangezien werkgevers mogen afwijken van het wettelijke bruteringspercentage hebben wij mogelijk informatie van u nodig.

Zoals u wellicht al heeft vernomen, komt de overhevelingstoeslag te vervallen. Om een netto inkomensachteruitgang te voorkomen, moeten bruto lonen (en uitkeringen) per 1 januari 2001 worden verhoogd. Dit is geregeld in de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen (BOL). Voor de lonen geldt een verhogingspercentage van 1,9 procent.

In de wet BOL is ook bepaald dat u als werkgever mag afwijken van het percentage van 1,9 procent indien u dat schriftelijk overeenkomt met uw werknemers. In dat geval moet u dat aan ons laten weten, want voor lopende Ziektewetuitkeringen moeten wij het afwijkende percentage van de (ex-)werkgever volgen.

Wilt u ons vóór 15 december aanstaande bericht sturen als u een afwijkend percentage gaat hanteren?
U kunt dat bericht zenden naar de afdeling AG/ZW van het Gakkantoor in uw regio.

Als u het wettelijk percentage van 1,9 procent hanteert, hoeft u ons niets te laten weten. In dat geval zullen wij de op 1 januari 2001 lopende Ziektewetuitkeringen verhogen met 1,9 procent.

Meer informatie
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft over de wet BOL een folder uitgegeven. Deze kunt u gratis opvragen via het telefoonnummer van Postbus 51, 0800-8051. U kunt de tekst ook downloaden van de Internetsite van het ministerie. In juni heeft de Belastingdienst aan ondernemingen de Belastingkrant 2001 toegezonden. Ook daarin vindt u informatie over het vervallen van de overhevelingstoeslag.
De Gakkrant van september 2000 heeft op pagina 6 aandacht besteed aan het vervallen van de overhevelingstoeslag.

Alvast vriendelijk bedankt voor uw medewerking.

Hoogachtend,
Gak Nederland bv

Folder ministerie van Financiën (juli 2000): Overhevelingstoeslag verdwijnt
Folder Ministerie
DE OVERHEVELINGSTOESLAG VERDWIJNT
de gevolgen voor werkgevers en werknemers
juli 2000

INDEX


1. DE OVERHEVELINGSTOESLAG VERDWIJNT



2. WAT BETEKENT DAT VOOR U?
Wettelijk bruteringspercentage
Welke delen van het loon doen mee?
Wanneer gaat het in?
Afspraken maken


3. DEELTIJDWERK


4. UITKERINGEN


5. PENSIOENEN


6. MEER INFORMATIE?


1. DE OVERHEVELINGSTOESLAG VERDWIJNT


Op 1 januari 2001 verdwijnt de overhevelingstoeslag. Vanaf dat moment zal de toeslag worden verwerkt in de bruto salarissen en sociale uitkeringen. Dit wordt de bruteringsoperatie genoemd.

De overhevelingstoeslag is een overblijfsel van de belastingoperatie-Oort in 1990. Enkele sociale premies die voorheen werden betaald door de werkgever kwamen vanaf dat moment voor rekening van de werknemer. Om te voorkomen dat werknemers er in loon op achteruit zouden gaan, moest de werkgever op zijn beurt overhevelingstoeslag betalen aan de werknemer. De overhevelingstoeslag is destijds ingevoerd als tijdelijke maatregel. De oorspronkelijke functie van de toeslag is inmiddels vervaagd. Velen herkennen de oorsprong niet meer, waardoor het loonstrookje ondoorzichtig wordt. Daarom wordt per 1 januari 2001 de toeslag verwerkt in de bruto salarissen en in de uitkeringen.

Verhogen brutoloon
Het verdwijnen van de overhevelingstoeslag kan grote gevolgen hebben voor werkgevers en werknemers. Werknemers zouden een lager nettoloon krijgen en werkgevers zouden beduidend minder loon hoeven te betalen. Om dat te voorkomen wordt het loon gebruteerd: het brutoloon stijgt met een bepaald percentage, zodat het wegvallen van de overhevelingstoeslag wordt gecompenseerd. Deze verhoging bedraagt 1,9% met een maximum van 1.745,- per jaar. Ook de uitkeringen worden verhoogd.

Gevolgen verhoging brutoloon
Het verhogen van de brutolonen heeft gevolgen voor werkgevers en werknemers. Pensioenafspraken zijn bijvoorbeeld meestal gebaseerd op percentages van het brutoloon. Stijgt het brutoloon, dan stijgen de pensioenaanspraken ook. De bruteringsoperatie heeft ook gevolgen voor de uitkeringen en voor het loon van deeltijdwerkers. Werkgevers en werknemers krijgen ruim de gelegenheid om samen te overleggen hoe zij deze gevolgen kunnen opvangen.

Inhoud brochure
In deze brochure leest u wat brutering van de overhevelingstoeslag precies inhoudt, wat de gevolgen zijn en hoe u nadelige gevolgen kunt voorkomen. De gevolgen voor deeltijdwerk, uitkeringen en pensioenen worden apart besproken.


2. WAT BETEKENT DAT VOOR U?


Vanaf 1 januari 2001 hoeven werkgevers en uitkeringsinstanties geen overhevelingstoeslag meer te betalen. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het nettoloon. Om dat te voorkomen moeten werknemers en werkgevers tijdig afspraken maken hoe zij het verdwijnen van de overhevelingstoeslag opvangen. Die afspraken kunt u individueel of collectief maken, maar ze moeten wel schriftelijk worden vastgelegd. Maakt u geen afspraken, dan geldt de verplichte verhoging van het brutoloon: het wettelijke bruteringspercentage.

Wettelijk bruteringspercentage
Als er geen afspraken zijn gemaakt tussen werknemers en werkgevers is vanaf 1 januari 2001 één wettelijk bruteringspercentage van toepassing. Deze verhoging van het brutoloon is per 1 januari 2001
1,9%, met een maximum van 1.745,- per jaar.

Uitzonderingen
Voor sommige uitkeringsgerechtigden is het percentage overhevelingstoeslag op dit moment hoger dan het normale percentage. Het gaat dan om mensen:

* met een VUT-uitkering (ontstaan vóór 1 januari 1999), of
* met een bovenwettelijke aanvulling op een WAO- of WW-uitkering (ontstaan vóór 1 januari 1999),

* en enkele andere uitkeringen, met name voor vroegtijdige pensionering.

Voor deze bijzondere groepen bedraagt het bruteringspercentage 5,6%, met een maximum van 4.555,- per jaar.

Wettelijk minimumloon
Op het wettelijk minimumloon is een apart bruteringspercentage van toepassing. Dat zorgt ervoor dat de hoogte van het minimumloon en de uitkeringen gelijk blijft. Voor de uitkeringen die afgeleid zijn van het wettelijk minimumloon, zoals de bijstandsuitkering, geldt dat percentage ook.
Dit speciale bruteringspercentage wordt tegelijkertijd met het wettelijk minimumloon vastgesteld. Dat gebeurt in het najaar van 2000. Het percentage gaat in op 1 januari 2001 en zal waarschijnlijk iets boven het algemene bruteringspercentage liggen.

Welke delen van het loon doen mee?
De wettelijke bruto verhoging geldt als:

* het gaat om loon in de zin van de Wet op de loonbelasting, én
* als dat loon per betalingstermijn wordt toegekend (dus iedere maand, week, of andere termijn - sommige lonen lopen bijvoorbeeld van de 15e tot de 15e).

Loonafhankelijke onderdelen
Loon dat niet op ieder loonstrookje terugkeert, wordt dus in principe niet verhoogd. Maar als deze onderdelen afhankelijk zijn van het gewone loon, zoals bijvoorbeeld vakantietoeslag, dan worden ze automatisch meeverhoogd. Ook als er over dergelijke variabele loononderdelen in het verleden geen overhevelingstoeslag werd betaald!

Loononafhankelijke onderdelen
Er zijn ook loononderdelen die af en toe voorkomen, maar die niet afhankelijk zijn van het loon, zoals bijvoorbeeld een onkostenvergoeding. Deze onderdelen worden straks niet gebruteerd en ook niet automatisch meeverhoogd. Als de werkgever daar tot 2001 wel overhevelingstoeslag over betaalde, dan moeten de werkgevers en werknemers hiervoor zelf een oplossing vinden.

Loon-in-natura
Soms wordt loon-in-natura (zoals bijvoorbeeld de dagelijkse lunch of vrije kost en inwoning) beschouwd als inkomen waarover premies betaald moeten worden. Telt dit loon-in-natura mee bij de berekening van de overhevelingstoeslag, dan moet dit deel van het loon ook worden gebruteerd vanaf 1 januari 2001.

Wanneer gaat de verhoging in?
De wettelijke verhoging van het brutoloon gaat in op de betalingsperiode waarbinnen de datum 1 januari 2001 valt. Loopt het loon bijvoorbeeld van 15 december tot 15 januari, dan geldt de brutering voor die hele periode, niet alleen voor het deel na 1 januari. Voor onderdelen die meestal pas later betaald worden, zoals onregelmatigheidstoeslag en overwerk, geldt hetzelfde. Ook als het werk nog voor 1 januari 2001 is verricht.

Kortom: krijgt u als werknemer na 1 januari 2001 nog loon uitbetaald voor werk dat u in 2000 heeft uitgevoerd, dan geldt het regime mét brutering. Vakantietoeslag wordt meestal pas in mei uitbetaald. Bij het berekenen van de vakantietoeslag wordt het deel dat is opgebouwd van juni tot en met december 2000 gebruteerd. Voor het resterende gedeelte (van januari tot en met mei 2001) geldt automatisch dat het is gebaseerd op het gebruteerde loon.

Afspraken maken
De verhoging van de brutolonen heeft gevolgen voor:
* het basissalaris, en

* loononderdelen die daar bovenop komen, zoals vakantietoeslag, overwerk, onregelmatigheidstoeslag, pensioen, enzovoort.

Vooral als iemand in deeltijd werkt of veel loononderdelen heeft die niet elke maand terugkomen (bijvoorbeeld seizoenswerk, overwerk) kunnen de gevolgen voor het nettoloon groot zijn. Ook voor het pensioen heeft het verdwijnen van de overhevelingstoeslag gevolgen.

Goede afspraken tussen werkgever en werknemers kunnen nadelige gevolgen voorkomen. Deze afspraken mogen afwijken van het wettelijk bruteringspercentage als beide het daar mee eens zijn. De afspraken moeten wel schriftelijk worden vastgelegd vóór 1 januari 2001.


3. DEELTIJDWERK

Stel een medewerker verdient 100.000,- en zijn parttime collega (die 50% werkt) precies de helft: 50.000,-. Zou voor beiden hetzelfde bruteringspercentage van 1,9% gelden dan zou de eerste medewerker
1.900,- in brutoloon stijgen, en de tweede de helft, namelijk 950,-. De voltijdmedewerker is echter gebonden aan het maximum van 1.745,-. Dan moet voor de deeltijdwerker - in verhouding - ook een maximum gelden.

Maximumbedrag
Daarom is afgesproken dat het maximumbedrag ook geldt als iemand korter werkt. Werkt iemand bijvoorbeeld 70%, dan geldt voor die werknemer 70% van het maximumbedrag. Wie 40% werkt, moet rekening houden met 40% van het maximumbedrag. Voor de parttimer uit het voorbeeld geldt dus een maximum van 50% van 1.745,-, oftewel 872,50. Zo zijn de verhoudingen tussen voltijders en deeltijders gelijk.

Geen volledige compensatie?
Het kan dus voorkomen dat het bedrag van de brutering voor de deeltijdwerker niet helemaal compenseert wat die werknemer aan overhevelingstoeslag kwijtraakt. Werknemers en werkgevers moeten samen kijken of dit het geval is en hoe ze deze ongewenste effecten dan willen compenseren.


4. UITKERINGEN

De Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen zorgt ervoor dat de hoogte van de uitkeringen gelijk blijft na het verdwijnen van de overhevelingstoeslag. Grofweg komt het erop neer dat uitkeringen die nu niet verhoogd worden met de overhevelingstoeslag, na 1 januari 2001 ook netto niet zullen veranderen. Uitkeringen die nu wel verhoogd worden met de overhevelingstoeslag, zullen straks ook bruto stijgen.

Sommige uitkeringen worden direct verhoogd. Anderen stijgen omdat ze gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon dat op zijn beurt weer wordt verhoogd met het aparte bruteringspercentage. Hierdoor stijgen ook automatisch alle uitkeringen die aan dit wettelijk minimumloon zijn gekoppeld.

Voor uitkeringsgerechtigden die nu een hoger percentage overhevelingstoeslag krijgen, geldt straks het hogere bruteringspercentage (zie hoofdstuk 2).
Uiteindelijk blijft de hoogte van de uitkeringen dus voor iedereen gelijk.

Uitkeringen die nu wél verhoogd worden met OT
en die na 1 januari 2001 bruto verhoogd worden:
* Ziektewet (ZW)

* Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
* Werkloosheidswet (WW) en WW-vervolg

* toeslagen volgens de Toeslagenwet (TW)

* Algemene arbeidsongeschiktheidswet (AAW)
Uitkeringen die nu niet verhoogd worden met OT
en die na 1 januari 2001 netto niet zullen veranderen: Algemene bijstandswet (ABW)
Algemene nabestaandenwet (ANW)
Algemene ouderdomswet (AOW)
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)


5. PENSIOENEN

Door het stijgen van de brutolonen zouden werknemers straks zonder aanpassingen veel meer pensioen krijgen dan was afgesproken. De pensioenafspraken gaan immers uit van het brutoloon van de werknemer. Om dat te voorkomen moeten de pensioenregelingen worden aangepast. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben tot 1 januari 2005 de tijd om te onderhandelen over pensioenformules voor het op te bouwen pensioenrecht. Tijdens die periode 'bevriezen' de pensioenaanspraken, zodat de werknemer niet meer pensioen opbouwt dan vooraf was afgesproken. Zodra werknemers en werkgevers het eens zijn over een nieuwe pensioenformule, kunnen zij deze nieuwe regeling laten ingaan.

Bevriezen
Het 'bevriezen' van de pensioenaanspraken houdt in dat de verhoging van het brutoloon (als gevolg van de brutering) voor het pensioenrecht weer ongedaan wordt gemaakt (gedebruteerd). Voor de pensioenaanspraken blijft dus het oude brutoloon gelden. Die situatie blijft zo tot 1 januari 2005, of tot werkgevers en werknemers nieuwe afspraken hebben gemaakt.


6. MEER INFORMATIE?

Als u naar aanleiding van deze brochure nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de Informatietelefoon van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 0800 - 9051 (gratis), fax: 070 - 333 66 55.