Datum : 2/1/2001
Belastingherziening 2001 en afschaffing overhevelingstoeslag:
gevolgen voor werkgevers
Op 1 januari 2001 wordt de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 vervangen
door de Wet op de Inkomstenbelasting 2001. Daarnaast wordt de
overhevelingstoeslag (oht) afgeschaft. Beide wijzigingen zorgen ervoor
dat de bruto- en de netto-uitkering van uitkeringsgerechtigden
wijzigt. Verder hebben de wijzigingen consequenties voor de
(loon)administratie van de werkgevers en de gegevensuitwisseling met
Gak Nederland. Via diverse publicaties geeft Gak Nederland bekendheid
aan de specifieke gevolgen voor onze doelgroep.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar de belastingkrant die in
juni 2000 huis aan huis is verspreid en de websites van de
belastingdienst en het ministerie van Financiën. U kunt op de website
van de belastingdienst een rekenvoorbeeld invullen. Aan de hand
daarvan kunt u globaal zien wat de belastingherziening financieel voor
u zou kunnen betekenen.
Ook is er de gratis belastingtelefoon voor particulieren (0800-0543)
waar u terechtkunt met vragen.
Gak Nederland heeft diverse malen in verscheidene publicaties (zie
hieronder) over dit onderwerp geschreven.
* Gakkrant nummer 3 (september 2000): Overhevelingstoeslag
afgeschaft:Brutering van lonen en uitkeringen vanaf 1 januari 2001
* Gakkrant nummer 4 (december 2000): Nieuw ziekteaangifte
formulieren: Aanlevering loongegevens per 1 januari 2001 gewijzigd
* Brief aan werkgevers (10 november 2000): Betreft: afschaffen
overhevelingstoeslag
* Folder ministerie van Financiën (juli 2000): overhevelingstoeslag
verdwijnt
Gakkrant nummer 3 (september 2000): Overhevelingstoeslag afgeschaft:
Brutering van lonen en uitkeringen vanaf 1 januari 2001
Per 1 januari 2001 vervalt de overhevelingstoeslag. Om te voorkomen
dat werknemers en uitkeringsgerechtigden er daardoor netto op
achteruitgaan, moet de toeslag vanaf die datum worden verwerkt in de
bruto-salarissen en uitkeringen. Bij de vaststelling van de daglonen
zal een onderscheid moeten worden gemaakt tussen de lonen over
tijdvakken tot en met 31 december (waarin de brutering niet is
verwerkt) en lonen over tijdvakken na die datum. Het Gak zal
werkgevers daarom geruime tijd om een gesplitste opgave van
dagloongegevens vragen.
Met ingang van 1 januari 2001 wordt de overhevelingstoeslag
afgeschaft. Zonder tegenmaatregelen zou dit voor werknemers en
uitkeringsgerechtigden kunnen leiden tot een achteruitgang in het
netto-inkomen. Om dat te voorkomen moet de toeslag vanaf 1 januari
2001 worden verwerkt in de bruto-salarissen en de uitkeringen. Dit
wordt de bruteringsoperatie genoemd.
Via cao-afspraken of een schriftelijke overeenkomst kunnen werkgevers
en werknemers afspraken maken over de manier waarop de brutering wordt
ingevuld. In plaats van verhoging van het loon kan bijvoorbeeld worden
afgesproken het aantal vakantiedagen te verhogen of de
pensioenaanspraken te verbeteren.
Als er geen schriftelijke afspraken zijn gemaakt, wordt de
vangnetbepaling uit artikel 3 van de wet bol (Wet brutering
overhevelingstoeslag lonen) van kracht. Die bepaalt dat iedereen die
nu recht heeft op een overhevelingstoeslag, per 1 januari 2001 recht
heeft op een verhoging van zijn loon. Bij besluit is die verhoging
vastgesteld op 1,9 procent, met een maximum van 1.745 gulden op
jaarbasis.
Enkele gevolgen
Als gevolg van de bruteringsoperatie stijgt het loon voor de
premievaststelling gemiddeld met 1,9 procent. Daarmee zal bij de
vaststelling van de premies voor 2001 rekening worden houden.
Vrijwel alle uitkeringen die het Gak verzorgt, zijn gebaseerd op of
via indexeringsbepalingen gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.
Deze uitkeringen stijgen per 1 januari 2001 automatisch mee met de
brutering van het wettelijk minimumloon met (naar verwachting) 2,1
procent op basis van artikel 5 van de wet bol. Daarbovenop komt dan
nog de per de eerste januari van het nieuwe jaar gebruikelijke
indexering. Een uitzondering vormen de Ziektewet-uitkeringen. Voor op
1 januari 2001 lopende Ziektewet-uitkeringen geldt dat het dagloon
moet worden verhoogd met het percentage dat door de (ex-)werkgever
wordt aangehouden voor de brutering van de lonen in zijn onderneming.
Het Gak zal daarom in november alle werkgevers vragen te berichten of
per 1 januari 2001 al dan niet het wettelijk bruteringspercentage
wordt toegepast.
Gesplitste opgave dagloongegevens
Bij de vaststelling van de daglonen is het nodig een strikte scheiding
aan te houden tussen loon dat betrekking heeft op tijdvakken tot en
met 31 december 2000 en loon dat betrekking heeft op tijdvakken na die
datum. In het loon tot en met 31 december 2000 is de
overhevelingstoeslag immers niet verwerkt; dit was een afzonderlijke
toeslag die buiten het loonbegrip voor de sociale verzekeringen viel.
In het loon over tijdvakken na 31 december 2000 is de
overhevelingstoeslag (door middel van brutering) wél verwerkt en telt
mee voor het sv-loon. Voor de dagloonberekening zal het Gak u daarom
nog geruime tijd een gesplitste opgave vragen.
Brutering dagloongegevens
* Loongegevens over tijdvakken tot en met 31 december 2000Als een
dagloon moet worden gebaseerd op loon over tijdvakken tot en met
31 december 2000, dan zal het Gak dat loon met het oog op de
brutering per 1 januari 2001 aanpassen.
* Loongegevens over tijdvakken ná 31 december 2000Bij lonen over
tijdvakken na 31 december 2000 gaat het Gak ervan uit dat de
brutering al is verwerkt.
* NabetalingenBij nabetalingen van uitkeringen die betrekking hebben
op tijdvakken gelegen vóór 1 januari 2001 zal het bruto te betalen
bedrag worden verhoogd met naar verwachting 2,1 procent (artikel 5
wet bol), met een maximum van 1.745 gulden op jaarbasis. Over het
aldus verhoogde bedrag zijn premies sv en loonheffing
verschuldigd.
* Vrijwillige verzekeringenVoor alle (verplichte én vrijwillige) ww-
en wao-uitkeringen die overlopen van 2000 naar 2001, geldt dat de
daglonen voor de duur van de uitkering worden verhoogd met naar
verwachting 2,1 procent (artikel 5 wet bol). De exacte gevolgen
voor de op 1 januari 2001 lopende vrijwillige
Ziektewet-uitkeringen zijn nog niet bekend. Alle vrijwillig
verzekerden hebben inmiddels een brief met nadere informatie
ontvangen.
Meer informatie
In november ontvangt u van het Gak nadere informatie over het
verdwijnen van de overhevelingstoeslag. Bij diezelfde gelegenheid
zullen wij u ook verzoeken ons binnen vier weken te berichten of in uw
onderneming zal worden afgeweken van het wettelijke
bruteringspercentage. Voor verdere informatie over de wijzigingen in
het belastingstelsel verwijzen wij u naar de Belastingkrant 2001 die
de Belastingdienst aan alle inhoudingsplichtigen heeft verzonden.
Gakkrant nummer 4 (december 2000): Nieuw ziekteaangifte formulieren:
Aanlevering loongegevens per 1 januari 2001 gewijzigd
Per 1 januari 2001 vindt er een wijziging plaats in de berekening van
de daglonen waarop Ziektewet-, WW- en WAO-uitkeringen zijn gebaseerd.
Deze maatregel is door het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid getroffen met als doel een administratieve
lastenverlichting voor werkgevers. De wijziging heeft betrekking op
uitkeringen van werknemers die niet tegen een vast week- of maandloon
hebben gewerkt, maar wisselende inkomsten hebben gehad.
Voor de berekening van de daglonen moet de werkgever loongegevens
aanleveren over een periode de zogeheten referteperiode- van 13 weken
(Ziektewet), 26 weken (WW), of één jaar (WAO) na het moment van
intreden van de ziekte of werkloosheid. Dat moment komt niet altijd
overeen met het moment waarop een betaalperiode is afgesloten. Voor
het aanleveren van de juiste loongegevens zijn in zulke gevallen soms
lastige en tijdrovende berekeningen nodig.
De gewijzigde berekeningsmethode maakt deze berekeningen overbodig.
Vanaf 1 januari 2001 worden de daglonen van zowel Ziektewet, WW, als
WAO vastgesteld op basis van het loon over volledige
loonbetalingperiodes.
Een uitzondering geldt voor de situatie, waarin er binnen de
referteperiode geen volledige salarisbetalingsperiode is aan te
wijzen. Dan wordt het dagloon berekend op dezelfde manier als nu, en
moet de werkgever dus het loon over de gehele referteperiode aan de
uvi doorgeven.
Voor werknemers die tegen een vast loon in dienst waren, verandert er
niets. Het vaste loon is bij deze werknemers namelijk de basis voor de
dagloonberekening.
Nieuwe formulieren ziekteaangifte
Als gevolg van deze wijziging en als gevolg van de belastingherziening
2001, zijn de formulieren die u op dit moment gebruikt voor de
ziekteaangifte van een werknemer, niet meer bruikbaar na 31 december
2000. De nieuwe formulieren zullen naar verwachting vanaf 8 december
2000 beschikbaar zijn. U kunt deze aanvragen bij het Gakkantoor in uw
regio.
Brief aan werkgevers (10 november 2000): Betreft: afschaffen
overhevelingstoeslag
Geachte heer/mevrouw,
Met ingang van 1 januari 2001 wordt de overhevelingstoeslag afgeschaft
en worden lonen en uitkeringen gebruteerd. Aangezien werkgevers mogen
afwijken van het wettelijke bruteringspercentage hebben wij mogelijk
informatie van u nodig.
Zoals u wellicht al heeft vernomen, komt de overhevelingstoeslag te
vervallen. Om een netto inkomensachteruitgang te voorkomen, moeten
bruto lonen (en uitkeringen) per 1 januari 2001 worden verhoogd. Dit
is geregeld in de Wet brutering overhevelingstoeslag lonen (BOL). Voor
de lonen geldt een verhogingspercentage van 1,9 procent.
In de wet BOL is ook bepaald dat u als werkgever mag afwijken van het
percentage van 1,9 procent indien u dat schriftelijk overeenkomt met
uw werknemers. In dat geval moet u dat aan ons laten weten, want voor
lopende Ziektewetuitkeringen moeten wij het afwijkende percentage van
de (ex-)werkgever volgen.
Wilt u ons vóór 15 december aanstaande bericht sturen als u een
afwijkend percentage gaat hanteren?
U kunt dat bericht zenden naar de afdeling AG/ZW van het Gakkantoor in
uw regio.
Als u het wettelijk percentage van 1,9 procent hanteert, hoeft u ons
niets te laten weten. In dat geval zullen wij de op 1 januari 2001
lopende Ziektewetuitkeringen verhogen met 1,9 procent.
Meer informatie
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft over de wet
BOL een folder uitgegeven. Deze kunt u gratis opvragen via het
telefoonnummer van Postbus 51, 0800-8051. U kunt de tekst ook
downloaden van de Internetsite van het ministerie.
In juni heeft de Belastingdienst aan ondernemingen de Belastingkrant
2001 toegezonden. Ook daarin vindt u informatie over het vervallen van
de overhevelingstoeslag.
De Gakkrant van september 2000 heeft op pagina 6 aandacht besteed aan
het vervallen van de overhevelingstoeslag.
Alvast vriendelijk bedankt voor uw medewerking.
Hoogachtend,
Gak Nederland bv
Folder ministerie van Financiën (juli 2000): Overhevelingstoeslag
verdwijnt
Folder Ministerie
DE OVERHEVELINGSTOESLAG VERDWIJNT
de gevolgen voor werkgevers en werknemers
juli 2000
INDEX
1. DE OVERHEVELINGSTOESLAG VERDWIJNT
2. WAT BETEKENT DAT VOOR U?
Wettelijk bruteringspercentage
Welke delen van het loon doen mee?
Wanneer gaat het in?
Afspraken maken
3. DEELTIJDWERK
4. UITKERINGEN
5. PENSIOENEN
6. MEER INFORMATIE?
1. DE OVERHEVELINGSTOESLAG VERDWIJNT
Op 1 januari 2001 verdwijnt de overhevelingstoeslag. Vanaf dat moment
zal de toeslag worden verwerkt in de bruto salarissen en sociale
uitkeringen. Dit wordt de bruteringsoperatie genoemd.
De overhevelingstoeslag is een overblijfsel van de
belastingoperatie-Oort in 1990. Enkele sociale premies die voorheen
werden betaald door de werkgever kwamen vanaf dat moment voor rekening
van de werknemer. Om te voorkomen dat werknemers er in loon op
achteruit zouden gaan, moest de werkgever op zijn beurt
overhevelingstoeslag betalen aan de werknemer. De overhevelingstoeslag
is destijds ingevoerd als tijdelijke maatregel. De oorspronkelijke
functie van de toeslag is inmiddels vervaagd. Velen herkennen de
oorsprong niet meer, waardoor het loonstrookje ondoorzichtig wordt.
Daarom wordt per 1 januari 2001 de toeslag verwerkt in de bruto
salarissen en in de uitkeringen.
Verhogen brutoloon
Het verdwijnen van de overhevelingstoeslag kan grote gevolgen hebben
voor werkgevers en werknemers. Werknemers zouden een lager nettoloon
krijgen en werkgevers zouden beduidend minder loon hoeven te betalen.
Om dat te voorkomen wordt het loon gebruteerd: het brutoloon stijgt
met een bepaald percentage, zodat het wegvallen van de
overhevelingstoeslag wordt gecompenseerd. Deze verhoging bedraagt 1,9%
met een maximum van 1.745,- per jaar. Ook de uitkeringen worden
verhoogd.
Gevolgen verhoging brutoloon
Het verhogen van de brutolonen heeft gevolgen voor werkgevers en
werknemers. Pensioenafspraken zijn bijvoorbeeld meestal gebaseerd op
percentages van het brutoloon. Stijgt het brutoloon, dan stijgen de
pensioenaanspraken ook. De bruteringsoperatie heeft ook gevolgen voor
de uitkeringen en voor het loon van deeltijdwerkers.
Werkgevers en werknemers krijgen ruim de gelegenheid om samen te
overleggen hoe zij deze gevolgen kunnen opvangen.
Inhoud brochure
In deze brochure leest u wat brutering van de overhevelingstoeslag
precies inhoudt, wat de gevolgen zijn en hoe u nadelige gevolgen kunt
voorkomen. De gevolgen voor deeltijdwerk, uitkeringen en pensioenen
worden apart besproken.
2. WAT BETEKENT DAT VOOR U?
Vanaf 1 januari 2001 hoeven werkgevers en uitkeringsinstanties geen
overhevelingstoeslag meer te betalen. Dit kan negatieve gevolgen
hebben voor het nettoloon. Om dat te voorkomen moeten werknemers en
werkgevers tijdig afspraken maken hoe zij het verdwijnen van de
overhevelingstoeslag opvangen. Die afspraken kunt u individueel of
collectief maken, maar ze moeten wel schriftelijk worden vastgelegd.
Maakt u geen afspraken, dan geldt de verplichte verhoging van het
brutoloon: het wettelijke bruteringspercentage.
Wettelijk bruteringspercentage
Als er geen afspraken zijn gemaakt tussen werknemers en werkgevers is
vanaf 1 januari 2001 één wettelijk bruteringspercentage van
toepassing. Deze verhoging van het brutoloon is per 1 januari 2001
1,9%, met een maximum van 1.745,- per jaar.
Uitzonderingen
Voor sommige uitkeringsgerechtigden is het percentage
overhevelingstoeslag op dit moment hoger dan het normale percentage.
Het gaat dan om mensen:
* met een VUT-uitkering (ontstaan vóór 1 januari 1999), of
* met een bovenwettelijke aanvulling op een WAO- of WW-uitkering
(ontstaan vóór 1 januari 1999),
* en enkele andere uitkeringen, met name voor vroegtijdige
pensionering.
Voor deze bijzondere groepen bedraagt het bruteringspercentage 5,6%,
met een maximum van 4.555,- per jaar.
Wettelijk minimumloon
Op het wettelijk minimumloon is een apart bruteringspercentage van
toepassing. Dat zorgt ervoor dat de hoogte van het minimumloon en de
uitkeringen gelijk blijft. Voor de uitkeringen die afgeleid zijn van
het wettelijk minimumloon, zoals de bijstandsuitkering, geldt dat
percentage ook.
Dit speciale bruteringspercentage wordt tegelijkertijd met het
wettelijk minimumloon vastgesteld. Dat gebeurt in het najaar van 2000.
Het percentage gaat in op 1 januari 2001 en zal waarschijnlijk iets
boven het algemene bruteringspercentage liggen.
Welke delen van het loon doen mee?
De wettelijke bruto verhoging geldt als:
* het gaat om loon in de zin van de Wet op de loonbelasting, én
* als dat loon per betalingstermijn wordt toegekend (dus iedere
maand, week, of andere termijn - sommige lonen lopen bijvoorbeeld
van de 15e tot de 15e).
Loonafhankelijke onderdelen
Loon dat niet op ieder loonstrookje terugkeert, wordt dus in principe
niet verhoogd. Maar als deze onderdelen afhankelijk zijn van het
gewone loon, zoals bijvoorbeeld vakantietoeslag, dan worden ze
automatisch meeverhoogd. Ook als er over dergelijke variabele
loononderdelen in het verleden geen overhevelingstoeslag werd betaald!
Loononafhankelijke onderdelen
Er zijn ook loononderdelen die af en toe voorkomen, maar die niet
afhankelijk zijn van het loon, zoals bijvoorbeeld een
onkostenvergoeding. Deze onderdelen worden straks niet gebruteerd en
ook niet automatisch meeverhoogd. Als de werkgever daar tot 2001 wel
overhevelingstoeslag over betaalde, dan moeten de werkgevers en
werknemers hiervoor zelf een oplossing vinden.
Loon-in-natura
Soms wordt loon-in-natura (zoals bijvoorbeeld de dagelijkse lunch of
vrije kost en inwoning) beschouwd als inkomen waarover premies betaald
moeten worden. Telt dit loon-in-natura mee bij de berekening van de
overhevelingstoeslag, dan moet dit deel van het loon ook worden
gebruteerd vanaf 1 januari 2001.
Wanneer gaat de verhoging in?
De wettelijke verhoging van het brutoloon gaat in op de
betalingsperiode waarbinnen de datum 1 januari 2001 valt. Loopt het
loon bijvoorbeeld van 15 december tot 15 januari, dan geldt de
brutering voor die hele periode, niet alleen voor het deel na 1
januari. Voor onderdelen die meestal pas later betaald worden, zoals
onregelmatigheidstoeslag en overwerk, geldt hetzelfde. Ook als het
werk nog voor 1 januari 2001 is verricht.
Kortom: krijgt u als werknemer na 1 januari 2001 nog loon uitbetaald
voor werk dat u in 2000 heeft uitgevoerd, dan geldt het regime mét
brutering. Vakantietoeslag wordt meestal pas in mei uitbetaald. Bij
het berekenen van de vakantietoeslag wordt het deel dat is opgebouwd
van juni tot en met december 2000 gebruteerd. Voor het resterende
gedeelte (van januari tot en met mei 2001) geldt automatisch dat het
is gebaseerd op het gebruteerde loon.
Afspraken maken
De verhoging van de brutolonen heeft gevolgen voor:
* het basissalaris, en
* loononderdelen die daar bovenop komen, zoals vakantietoeslag,
overwerk, onregelmatigheidstoeslag, pensioen, enzovoort.
Vooral als iemand in deeltijd werkt of veel loononderdelen heeft die niet elke maand terugkomen (bijvoorbeeld seizoenswerk, overwerk) kunnen de gevolgen voor het nettoloon groot zijn. Ook voor het pensioen heeft het verdwijnen van de overhevelingstoeslag gevolgen.
Goede afspraken tussen werkgever en werknemers kunnen nadelige gevolgen voorkomen. Deze afspraken mogen afwijken van het wettelijk bruteringspercentage als beide het daar mee eens zijn. De afspraken moeten wel schriftelijk worden vastgelegd vóór 1 januari 2001.
3. DEELTIJDWERK
Stel een medewerker verdient 100.000,- en zijn parttime collega (die
50% werkt) precies de helft: 50.000,-. Zou voor beiden hetzelfde
bruteringspercentage van 1,9% gelden dan zou de eerste medewerker
1.900,- in brutoloon stijgen, en de tweede de helft, namelijk 950,-.
De voltijdmedewerker is echter gebonden aan het maximum van 1.745,-.
Dan moet voor de deeltijdwerker - in verhouding - ook een maximum
gelden.
Maximumbedrag
Daarom is afgesproken dat het maximumbedrag ook geldt als iemand
korter werkt. Werkt iemand bijvoorbeeld 70%, dan geldt voor die
werknemer 70% van het maximumbedrag. Wie 40% werkt, moet rekening
houden met 40% van het maximumbedrag. Voor de parttimer uit het
voorbeeld geldt dus een maximum van 50% van 1.745,-, oftewel 872,50.
Zo zijn de verhoudingen tussen voltijders en deeltijders gelijk.
Geen volledige compensatie?
Het kan dus voorkomen dat het bedrag van de brutering voor de
deeltijdwerker niet helemaal compenseert wat die werknemer aan
overhevelingstoeslag kwijtraakt. Werknemers en werkgevers moeten samen
kijken of dit het geval is en hoe ze deze ongewenste effecten dan
willen compenseren.
4. UITKERINGEN
De Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen zorgt ervoor dat de
hoogte van de uitkeringen gelijk blijft na het verdwijnen van de
overhevelingstoeslag. Grofweg komt het erop neer dat uitkeringen die
nu niet verhoogd worden met de overhevelingstoeslag, na 1 januari 2001
ook netto niet zullen veranderen. Uitkeringen die nu wel verhoogd
worden met de overhevelingstoeslag, zullen straks ook bruto stijgen.
Sommige uitkeringen worden direct verhoogd. Anderen stijgen omdat ze
gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon dat op zijn beurt weer
wordt verhoogd met het aparte bruteringspercentage. Hierdoor stijgen
ook automatisch alle uitkeringen die aan dit wettelijk minimumloon
zijn gekoppeld.
Voor uitkeringsgerechtigden die nu een hoger percentage
overhevelingstoeslag krijgen, geldt straks het hogere
bruteringspercentage (zie hoofdstuk 2).
Uiteindelijk blijft de hoogte van de uitkeringen dus voor iedereen
gelijk.
Uitkeringen die nu wél verhoogd worden met OT
en die na 1 januari 2001 bruto verhoogd worden:
* Ziektewet (ZW)
* Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
* Werkloosheidswet (WW) en WW-vervolg
* toeslagen volgens de Toeslagenwet (TW)
* Algemene arbeidsongeschiktheidswet (AAW)
Uitkeringen die nu niet verhoogd worden met OT
en die na 1 januari 2001 netto niet zullen veranderen:
Algemene bijstandswet (ABW)
Algemene nabestaandenwet (ANW)
Algemene ouderdomswet (AOW)
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers (IOAW)
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen (IOAZ)
5. PENSIOENEN
Door het stijgen van de brutolonen zouden werknemers straks zonder
aanpassingen veel meer pensioen krijgen dan was afgesproken. De
pensioenafspraken gaan immers uit van het brutoloon van de werknemer.
Om dat te voorkomen moeten de pensioenregelingen worden aangepast.
Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben tot 1 januari 2005 de
tijd om te onderhandelen over pensioenformules voor het op te bouwen
pensioenrecht. Tijdens die periode 'bevriezen' de pensioenaanspraken,
zodat de werknemer niet meer pensioen opbouwt dan vooraf was
afgesproken. Zodra werknemers en werkgevers het eens zijn over een
nieuwe pensioenformule, kunnen zij deze nieuwe regeling laten ingaan.
Bevriezen
Het 'bevriezen' van de pensioenaanspraken houdt in dat de verhoging
van het brutoloon (als gevolg van de brutering) voor het pensioenrecht
weer ongedaan wordt gemaakt (gedebruteerd). Voor de pensioenaanspraken
blijft dus het oude brutoloon gelden. Die situatie blijft zo tot 1
januari 2005, of tot werkgevers en werknemers nieuwe afspraken hebben
gemaakt.
6. MEER INFORMATIE?
Als u naar aanleiding van deze brochure nog vragen heeft, kunt u
contact opnemen met de Informatietelefoon van het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 0800 - 9051 (gratis), fax: 070 - 333
66 55.