Politie nieuwsberichten:
Nieuwjaarstoespraak
Hieronder volgt de tekst van de
nieuwjaarstoespraak die hoofdcommissaris Jelle
Kuiper vanochtend heeft gehouden:
"Laat ik beginnen met u allen een heel voorspoedig 2001 toe te wensen. Wij zullen elkaar dit jaar ongetwijfeld regelmatig ontmoeten. Laat ik de wens uitspreken dat dat vaak met plezierige zaken te maken heeft.
Door het vertrek van Klaas Wilting moesten zaken iets anders geregeld worden. Ik blijf voorstander van een zo groot mogelijke openheid, maar ik wil die meer door direct betrokkenen laten vormgeven, vooral als het om operationele zaken gaat. Onze voorlichters zullen u van persberichten blijven voorzien. Op dat gebied is Cees Rameau onze belangrijkste man. Internet is een nieuw medium dat wij ook voor voorlichting zijn gaan gebruiken. Ik verwacht dat deze vorm van voorlichten een steeds belangrijkere plaats gaat innemen.
Elly Florax die u inmiddels al wel kent en die ik hier
nogmaals aan u voorstel, heeft als hoofd voorlichting de
coördinatie van al onze uitingsvormen op het gebied van
communicatie op zich genomen. Zij zal ook optreden als
mijn woordvoerster. Ik kan mij voorstellen dat allerlei
afspraken ook met u opnieuw moeten worden vormgegeven. U
kunt dat met Elly bespreken.
Resultaten:
Ik zal u nu eerst informeren over onze
bedrijfsresultaten voor zover die nu bekend zijn.
Het aantal aangiften van misdrijf is in 2000 gestegen
met 3773 ten opzichte van 1999. Dat is een stijging van
3,8 %.
Opvallend is de stijging van 19% van diefstal uit
auto's. Net als bij zakkenrollerij, dat overigens met 9%
is gedaald, nemen wij waar dat het vooral gaat om
kostbare hebbedingen als laptops en gsm's. De burger
zelf kan hier veel bijdragen aan preventie door kostbare
zaken niet open en bloot in de auto te laten liggen en
ik hoop dat GSM-fabrikanten iets weten te bedenken dat
het afpakken van hun toestellen moeilijker of zinlozer
maakt.
Een mooi resultaat is ook de daling van het aantal
bromfietsen met 15%. De extra aandacht die wij daar aan
hebben besteed werpt dus vruchten af.
Voor het voetbal, inclusief het EK, hebben wij in totaal
139.480 mensuren ingezet. Ter vergelijking, in 1999
waren dat 34.000 uur. Overige grootschalige operaties
waren het millennium, vier staatsbezoeken,
koninginnedag, 4 mei, Sail, de taxiproblematiek, de
marathon, de ontruimingen en de vliegende brigade door
het jaar heen. U begrijpt dat 2000 een echt openbare
orde jaar is geweest.
In 2000 hebben 40.000 arrestanten bij ons overnacht. Dat
zijn er 7219 meer dan in 1999, ofwel een stijging van
22,02%. Het betreft hier vooral de ernstiger gevallen
waarbij meestal in verzekering stelling heeft
plaatsgevonden. Uiteraard ligt het totale aantal
arrestanten beduidend hoger.
In 2000 hebben wij 900.000 bekeuringen gemaakt,
inclusief de radarsystemen. Dat is 120 000 meer dan in
1999, ofwel een stijging van 15,4%.
De regio heeft 390.000 hulpaanvragen gekregen. 210.000
zijn afgehandeld door de wijkteams, 180.000 door de
meldkamer. Van die 180.000 hadden er 35.000 de
prioriteit 1 of 2, d.w.z. dat wij met spoed ter plaatse
moesten gaan.
In 2000 telden wij 45 gevallen van moord en doodslag met
47 dodelijke slachtoffers. Vorig jaar telden wij 29
gevallen met 30 dodelijke slachtoffers. In 2000 wisten
wij 75% van de moordzaken op te lossen, in 1999 33%.
Nu er nieuwe technieken beschikbaar zijn, worden ook
oude zaken opnieuw onder de loep genomen. De oudste zaak
die wij wisten op te lossen betrof een 18 jaar oude
zaak. Het betreft de moord op de 78-jarige Pietertje
Rupke. Op initiatief van deze regio is inmiddels een
landelijk kindermoordenteam opgericht dat oude
kindermoorden, die zich daar voor lenen, opnieuw gaat
onderzoeken.
In 2000 deden 18.000 mensen telefonisch aangifte. Wij
verwachten in 2001 een stijging tot 30.000 aangiften.
Tot en met 19 december telden wij 10 gevallen van
gijzeling.
In 2000 namen wij 525 wapens in beslag. In 1999 waren
dat er 771. In 1999 deden wij wel de grote vondst in de
Nachtwachtlaan, waar 224 wapens werden aangetroffen.
Oplossingspercentages:
Naar ik heb begrepen is er meer belangstelling gekomen
voor het oplossingspercentage. Sommigen zien daar een
maatstaf in voor productiviteit en goed recherchewerk.
Zolang er geen oplossing is gevonden voor de vele
systeemverschillen die er in het hele strafrechtelijke
systeem zitten en er niet goed is nagedacht over wat
zo'n opvatting precies betekent voor de strafrechtketen
en het overige politiewerk, acht ik een dergelijke
benadering weinig zinvol.
Ik ben van mening dat tegenhouden, voorkomen,
belangrijker is dan oplossen. Vandaar dat onze eerste
aandacht uitgaat naar de stijging en daling van
relevante misdrijven. Daarnaast proberen wij zaken die
de veiligheid van mensen ernstig aantasten, zoals
overvallen, straatroof en verkrachting zoveel als maar
mogelijk is op te lossen. Voor de volumecriminaliteit,
die vaak door draaideurcriminelen wordt gepleegd, wordt
het veel moeilijker.
Zo dat echt een belangrijk punt wordt moet er veel
veranderen. In de eerste plaats de manier van tellen.
Bijvoorbeeld:
Wanneer iemand 100 inbraken bekent, zullen wij moeten
bewijzen dat hij die ook echt gepleegd heeft en zal hij
ook voor alle zaken veroordeeld moeten worden i.p.v.
voor de vier waarmee hij nu voor de rechter wordt
gebracht, anders tellen die zaken niet mee in het
oplossingspercentage
Aangezien het in de strafmaat niet zal uitmaken of
iemand met vier of met honderd zaken voor de rechter
wordt gebracht, is het zeer de vraag of al die moeite
wel loont en of wij onze tijd niet beter hadden kunnen
besteden.
Tot slot speelt ook een rol dat het openbaar ministerie
eigen prioriteiten hanteert en moet hanteren gelet op de
capaciteit in de strafrechtketen, zodat vele zaken nooit
bij de rechter komen. Al dat soort beleid heeft invloed
op dat zo eenvoudig lijkende begrip
"oplossingspercentage".
Onze investeringen in de jeugdproblematiek hebben er toe
geleid dat het op het gebied van openbare orde en jeugd
rustig is gebleven. Met onze dadergerichte aanpak zijn
wij er in geslaagd de grootste raddraaiers op te pakken.
Wij zullen onze intensieve jeugdaanpak zeker
voortzetten.
Uitstroom:
In 2000 verlieten 379 collega's het korps. Dat zijn er
60 meer dan in het jaar 1999. Al in 2000 hebben wij
aanvullende maatregelen getroffen om het verloop af te
remmen en in 2001 zullen die maatregelen nog worden
uitgebreid. In totaal zullen wij de komende vier jaar
voor eigen rekening plm. 120 miljoen gulden inzetten om
het collega's mogelijk te maken bij ons te blijven
werken. Aangezien wij niet de primaire beloning bepalen,
zoeken wij de oplossing in de sfeer van reiskosten,
parkeergelegenheid, kinderopvang, studiefaciliteiten,
salaris voor aspiranten e.d.
Alhoewel dus het salaris niet hoger wordt, kunnen wij
wel de kosten die met het werk samenhangen verlagen,
waardoor het netto besteedbaar inkomen van de collega's
in de regio toeneemt.
Uit het overleg tussen de minister en de vakorganisaties
is mij niet gebleken dat er maatregelen komen om het
verloop uit de grote regio's in de randstad af te
stoppen. Eigen maatregelen voor behoud en werving, zeker
met het oog op de situatie op de arbeidsmarkt en de
komende vergrijzing bij de politie, zijn dus zeker
nodig.
Op aanwijzing van de minister hebben wij onze financiële
positie verslechterd. Zoals uit onze meerjarenbegroting
blijkt zullen wij het geld dat wij eerst spaarden nu
moeten lenen. Dat gaat, hoe dan ook, ten koste van de
politiezorg in deze regio.
Bedrijfsvoering:
De vraag naar politie-inzet neemt voortdurend toe. Die
vraag wordt niet alleen bepaald door het hoge niveau van
criminaliteit dat de regio kent, maar ook door
veranderende eisen op het gebied van ordening in de
samenleving. Het is duidelijk dat het "alles moet
kunnen"-tijdperk achter ons ligt. Om die verandering te
kunnen ondersteunen moet er in de bedrijfsvoering van de
politie het één en ander veranderen. De belangrijkste
veranderingen in deze regio zijn:
Centrale cellenhuizen i.p.v. cellen aan alle
politiebureaus
Gezamenlijke noodhulp per district i.p.v. per wijkteam
Er komt één callcentrum voor alle hulpvragen
Er zijn buurtregisseurs aangesteld
De informatievoorziening aan de collega's in het
primaire proces is sterk verbeterd door het inrichten
van centrale informatiepunten aan de districten en
wijkteams en het consequent doorvoeren van briefings en
debriefings
Er is en wordt meer werk uitbesteed. Denk aan catering,
het telewerkcentrum, werving, werkzaamheden in de
cellenhuizen
De flexibiliteit van de inzet is vergroot door het
afschaffen van dienstgroepen en onderafdelingen, het
centraal onderbrengen van surveillanten en de planning
van de inzet van capaciteit is sterk verbeterd
Er zijn meer mensen in ondersteunende functies
aangesteld
Inzet:
Deze efficiencymaatregelen moeten er toe leiden dat wij
steeds direct en adequaat kunnen blijven reageren op wat
er in de buitenwereld gebeurt op het gebied van
veiligheid en leefbaarheid. Ieder moment kan er immers
iets gebeuren dat grote inzet vraagt en onze paraatheid
heeft meer betekenis dan alleen de eigen regio. Denk
maar aan de ramp die zich met Oud en Nieuw in Volendam
voltrok. Wat wij hebben geleerd is: alert zijn, paraat
zijn, goed scannen wat er gebeurt en direct reageren.
Dat verklaart ook het grote aantal projecten dat wij
kennen.
Ik zie als onze belangrijkste taak dat wij het kwaad van
de criminaliteit en het onbeheerste en onbehoorlijke
gedrag in onze samenleving en dan met name in onze regio
tegenhouden. Streetwise is de manier waarop wij met
toezicht willen omgaan. Wij reageren daar ook mee op de
voortdurende vraag naar meer blauw op straat. Onze
controles hebben een groter bereik dan alleen de
zichtbare overtredingen. Het effect strekt zich ook uit
tot wat niet direct opvalt. Denk aan valse
kentekenplaten, gestolen voertuigen, onverzekerde
voertuigen, het niet betalen van diverse belastingen,
het aantreffen van gesignaleerde personen, het innen van
onbetaalde boetes, het aantreffen van illegalen, het
aantreffen van wapens, verdovende middelen en
gevaarlijke stoffen, de naleving van de rijtijdenweg
etc.
Kortom, het publieke domein is van de overheid en die
hoort daar middels de politie een dominante rol te
vervullen als het gaat om veiligheid, leefbaarheid en
ordening. Als ik kijk naar wat wij inmiddels allemaal
doen denk ik te mogen zeggen dat wij weer een dominante
positie in het publieke domein innemen. Dat wij soms
worden uitgedaagd is van alle tijden, maar die
uitdagingen durven wij allemaal aan.
De open grenzen en het vrije verkeer van personen en goederen maken het toezicht wel moeilijker. Wanneer de rechter die door ons aangehouden illegalen heenzond gelijk heeft, ziet het er bijvoorbeeld wat het vreemdelingentoezicht betreft niet naar uit dat wij daarin succesvol kunnen zijn. Het zou redelijk zijn wanneer de politie niet alleen wordt aangesproken op veiligheids- en leefbaarheidsproblemen waarvoor de samenleving geen oplossingen kan of wil bieden.
Preventie:
Wat wij inmiddels hebben ervaren is dat goede preventie
beter werkt dan welk toezicht ook en dat zaken als het
certificaat veilig wonen, de startonderbreker en de chip
in de bromfiets als uitstekende oplossingen moeten
worden aangemerkt.
Wat helpt is het teruggekeerde besef dat toezicht niet
alleen aan de politie mag worden overgelaten.
Stadswachten, conducteurs in het openbaar vervoer, het
afsluiten van perrons voor onbevoegden, bewaakte
fietsenstallingen, conciërges, supportersbegeleiders, de
buurtvaders, de oversteekouders, portiers in de horeca
etc. dragen er allemaal aan bij dat ongewenst gedrag
wordt tegengegaan.
De, zij het geringe, stijging van de
aangiftecriminaliteit baart mij wel zorgen. Na jaren van
soms aanzienlijke daling is er al vanaf 1998 een
stagnatie en een neiging tot stijgen. In hoeverre de
aangiftebereidheid in 2000 een rol heeft gespeeld weet
ik pas nadat de uitkomsten van de politiemonitor in de
zomer van 2001 bekend zijn. Zeker is dat onze grote
inzet op het gebied van openbare orde een rol heeft
gespeeld. Menskracht kun je nu eenmaal maar één keer
inzetten.
Criminaliteitsanalyse:
Een hernieuwde analyse van degenen die criminaliteit
plegen heeft ons (opnieuw) geleerd dat de recidive in
onze regio hoog is. Uit politiecijfers blijkt dat 50%
van degenen die in onze regio criminaliteit pleegt
recidiveert. Onze analyse komt globaal overeen met het
onderzoek dat door het WODC is gedaan. Een relatief
kleine groep van zo'n 1500 tot 2000 personen houd ik
verantwoordelijk voor de helft van de criminaliteit in
onze regio. Het betreft de door mij zo genoemde
draaideurcriminelen. Het gaat zowel om
straatcriminaliteit als om de zgn georganiseerde zware
criminaliteit.
Deze nieuwe kennis heeft geleid tot een omkering in ons
opsporingsbeleid. Wij zijn van zaakgericht ook
dadergericht gaan opsporen. Ons succesvolle experiment
bij de aanpak van de harde kern binnen de Marokkaanse
jeugd heeft geleid tot een uitbreiding van die aanpak in
2000. Nu een belangrijk deel van de daders van
criminaliteit een gezicht heeft gekregen kunnen ook
anderen een bijdrage leveren om die recidive in te
perken. Daartoe is het wel noodzakelijk dat
verschillende organisaties beter afstemmen. Zowel bij de
vraag om wie het gaat als bij de vraag van het gewenste
resultaat, dat in mijn ogen niet anders kan zijn dan dat
het ongewenste gedrag wordt gestopt. Samen met het
openbaar ministerie is een kleinere groep in kaart
gebracht die met een uitgebreid dossier voor de rechter
wordt gebracht. Wij moeten afwachten hoe de rechter op
deze informatie gaat reageren, maar onze verwachtingen
zijn positief. Ik verwacht ook een positief resultaat
van de "stadsgevangenis" voor bepaalde groepen
verslaafde criminelen, het zgn. SOV project, waarvoor
wij inmiddels zo'n 200 personen hebben geselecteerd.
2001:
In 2001 zullen wij doorgaan met waar wij mee bezig
waren, het veiliger en leefbaarder maken van onze regio.
n belangrijk nieuw item zal zijn ons optreden tegen
huiselijk geweld. Het is te betreuren dat het geweld in
onze regio in 2000 met 9% is gestegen. Wie naar de
recente gebeurtenissen in Den Bosch kijkt ziet hoe snel
in deze tijd geweld kan escaleren. Zelf hebben wij dat
recent nog ervaren bij de ontruiming van de
kalenderpanden. In dit verband wil ik toch ook de steeds
brutalere criminele afrekeningen niet onvermeld laten.
Met de aanpak van huiselijk geweld willen wij bijdragen
aan een veilige woonomgeving, ook binnen de muren van de
woning. Voorts zullen wij geweld, waar het zich
voordoet, krachtig blijven bestrijden.
Over onze autoriteit maken wij ons niet zo veel zorgen. Ik realiseer mij dat die autoriteit na de 60 er jaren is verbleekt. Dat had veel te maken met maatschappijopvattingen van toen, waaraan de politie zich heeft aangepast. Maar ik ervaar ook dat wij nu weer autoriteit kunnen hebben wanneer wij dat willen en wij willen het. In belangrijke mate wordt die autoriteit bepaalt door ons eigen optreden en onze eigen uitstraling. Daar hebben wij in deze regio lang aan gewerkt en daar zullen wij mee doorgaan. Niet voor niets hebben wij onze praktijkopleiding met drie jaar verlengd en zullen wij veel energie steken in onze vakopleidingen en beroepsvaardigheidstrainingen.
Ieder jaar opnieuw is het een belangrijk moment wanneer
de uitslag van het bevolkingsonderzoek dat inzicht geeft
in de waardering door de burger, bekend wordt. Wat
slecht naar ons uitwerkt zijn de gedragingen van sommige
collega's die relaties onderhouden met criminelen of die
zich niet weten te gedragen jegens vrouwelijke of
allochtone collega's. Ons enige antwoord op dergelijk
gedrag kan dan ook alleen maar streng zijn. Voor hen is
geen plaats in deze regio.
Voor een deel wordt onze autoriteit ook bepaald buiten
ons bereik door de overheid zelf en andere overheids- en
semi-overheidsorganisaties. Zaken als het niet kunnen
uitzetten of vasthouden van illegale
(draaideur)criminelen, rechterlijke uitspraken zoals ik
die al noemde mbt illegalen, maar ook de recente
uitspraak van een rechter m.b.t. coffeeshops, het niet
kunnen afstoppen van het voetbalgeweld, verschillende
vormen van gedoogbeleid, het onder ieders ogen zien
doorgroeien van vormen van zware criminaliteit, het
verlof verlenen aan een langgestrafte omdat zijn
goedlopende zaak met personeelsgebrek kampt, maken
politiemensen niet alleen onzeker, ze tasten ook onze
autoriteit aan.
Terecht verwijst in dit verband ook de voorzitter van de
Eerste Kamer naar het bevoegd gezag over de politie dat
toch de inzet van de politie bepaalt. Het zijn die
gevallen die individuele politiemensen worden
voorgehouden wanneer zij controles uitvoeren en in het
algemeen wanneer zij mensen op hun gedrag aanspreken.
Het betreft ook dat soort zaken waar mensen mij over
schrijven.
Ik verwacht voor 2001 geen ander jaar dan de jaren die
achter ons liggen. Mijn houding voor 2001 blijft dan ook
onveranderd.
Geen enkele crimineel of criminele organisatie kan zich
in deze regio onaantastbaar voelen
Geweld of ander onbeschoft gedrag op de openbare weg of
in het verkeer worden niet getolereerd
Criminele afrekeningen en criminele ontvoeringen worden
niet getolereerd
Vuurwapens moeten de regio uit
Gedrag dat zodanige angst oproept dat de openbare weg
niet meer toegankelijk is voor burgers en het de
detailhandel onmogelijk wordt gemaakt om te werken,
dient met kracht bestreden te worden
(Seksueel) geweld jegens vrouwen en kinderen wordt niet
geaccepteerd
Er dient in een ketenaanpak een eind te worden gemaakt
aan recidivisme
Criminele illegale vreemdelingen dienen te worden
verwijderd
Het kan niet langer zo zijn dat zo'n groot percentage
bromfietsen in de regio wordt gestolen
Ook fietsers dienen zich aan de regels te houden ten
gunste van eigen en andermans veiligheid
Mijn algehele opvatting blijft dat, gegeven het grootstedelijk karakter van deze regio, het massatoerisme en het zijn van uitgaanscentrum voor vrijwel het hele land, het goed gaat met de Regio Amsterdam-Amstelland. Ook in 2001 kan de burger en de bezoeker afgemat onze maximale steun en inzet rekenen."