Gemeente Smallingerland

Nieuwjaarstoespraak burgemeester van der Zaag (2-1-01)

Burgemeester van der Zaag heeft tijdens de nieuwsjaarsreceptie op 2 januari de volgende toespraak uitgesproken:

"Dames en heren,

Een nieuw millennium is begonnen.
Het eerste jaar van wat ik vorig jaar de nieuwe tijd noemde zit erop. Het is razendsnel voorbij gegaan:


· dat jaar van de Dag van de Drachtstervaart;
· dat jaar waarin de infrastructuur van Drachten fors werd aangepakt
· dat jaar van de aanwakkerende belangstelling voor de zweeftrein
· en natuurlijk ik kan en wil er niet omheen - dat jaar van de brand bij ATF;

De start van het jaar 2000 voelde anders: als een heel nieuw begin. Om ook echt goed te beginnen is er in de afgelopen jaren heel hard gewerkt aan een positieve start in onze regio. Dat heeft vruchten afgeworpen: opnieuw zien we groei. Opnieuw zien we toenemende belangstelling voor de regio uit bestuurlijke kringen maar ook uit de bevolking. Opnieuw zien we een overheid die wil samenwerken. Opnieuw zien we een gemeenschappelijk streven naar ruimte voor kwaliteit.

Want dat was de titel die we in 1998 aan ons lokale regeerakkoord gaven. Ik kijk tevreden terug op de eerste helft van deze periode. Op vrijwel alle onderwerpen is goede vooruitgang geboekt. Een paar voorbeelden:

- een toegankelijker minimabeleid,

- blijvende groei in werkgelegenheid,

- een sterkere inzet op recreatie en toerisme,
- het Drachtstervaartproject dat goed op schema ligt (met een bijdrage van 13,5 miljoen van de gemeente),

- de upgrading van de Haven (met een investering van 15,5 miljoen gulden),

- realisatie van de ongeveer 300 woningen per jaar,
- een bereikbaar centrum met een aangenaam verblijfskarakter (de aanpak van de kruispunten kost 2,5 miljoen gulden),
- een nieuw milieubeleidsplan,

- verdere opbouw van het wijkbeheer,

- belangrijke investeringen in de sportvoorzieningen (ongeveer 20 miljoen gulden in deze collegeperiode)

- concrete stappen in het integraal veiligheidsbeleid
- forse investeringen in het Smallingerlands onderwijsveld. Het gaat om een bedrag van tenminste 60 miljoen gulden in deze periode. De helft betaalt het Rijk, de andere helft komt uit onze eigen middelen

Maar ondanks goede vooruitgang mag een gemeentebestuur nooit het gevoel hebben klaar te zijn. Ontwikkeling moet er zijn. U heeft ons nooit anders horen zeggen.

U bent van ons gewend dat we onze centrumfunctie in Noord Nederland altijd krachtig naar voren brengen. Dat doen we niet zomaar. We geloven immers in onze potentie voor de toekomst. Door de steeds sterkere positionering van Drachten als stedelijke ontwikkelingszone in het Noorden, kan menigeen zich afvragen of dat nou allemaal zo nodig moet.
Laat één ding duidelijk zijn: we groeien níet om de groei. Nee, we hebben lokaal én regionaal gekozen voor een ontwikkeling die bij ons past.

We kozen met elkaar voor de gebieden waar het gros van de ontwikkeling in onze regio plaats kan vinden. Dat beleid krijgt in de praktijk steeds meer vorm. Maar er moeten daarin nog veel keuzes gemaakt worden. Daar nemen we dan ook de tijd voor. Het gaat juist om die zorgvuldige afweging die hoort bij het invullen van de ruimte die we hier nog hebben.
We zijn verheugd over de status van regionaal stedelijk netwerk die onze regio krijgt in de 5e nota Ruimtelijke Ordening. Den Haag kan uiteraard rekenen op een goede invulling van die status.

Bereikbaarheid en mobiliteit zijn niet te onderschatten belangrijke themas in dit kader. In de laatste uitgave van het Samenwerkingsverband Noord Nederland heb ik daar het nodige over gezegd. Ik wil die woorden op deze plaats graag herhalen:

Als we mobiel willen blijven in ons land dan ligt de oplossing niet in de bestaande vervoersstromen.
Blijven we de oplossing wél daarin zoeken dan is op termijn niets meer bereikbaar en niemand meer mobiel. Het westen van het land is er nu al het voorbeeld van. Met nieuwe techniek en een onafhankelijke spoorverbinding ontlasten we het bestaande netwerk, ontsluiten we nieuwe gebieden én maken we nieuwe - economische - ontwikkeling mogelijk.

Wij verwachten straks een kabinetsbesluit dat verstandig naar de toekomst kijkt. Immobiliteit en onbereikbaarheid kost handenvol geld. We hebben nu de kans om een goed nieuw alternatief te realiseren in de vorm van de zweeftrein. De vraag is of we dat met zn allen nú in willen zien óf dat we straks schouderophalend een noodoplossing moeten vinden.
We weten allemaal dat het ijzer voor de treinverbinding nu heter is dan ooit. Het wordt tijd om het te smeden.

Grote ruimtelijk-economische ontwikkelingen staan voor de deur. Drachten straalt daarbinnen de sfeer van een werkstad uit. Steeds lagere werkloosheidspercentages en een groeiend aantal ondernemers onderstrepen dat. Steeds meer inwoners die hier wonen én werken bewijzen dat ook.

Vroeger moest je stadsrechten hebben om stad te mogen zijn. Ik heb geleerd dat bij rechten ook plichten horen.
Nu hebben wij geen officiële stadsrechten. Die zullen we ook niet krijgen. Maar:
omdát we groter groeien,
omdát we investeren in onze toekomst én
omdát we een centrumfunctie hebben,
hebben we wel steeds meer rechten, ook in financieel opzicht, waar we als gemeente aanspraak op kunnen maken. Dat laten we dan ook niet na. Het gevolg is óók dat we te maken krijgen met stadse problemen die verschuiven van de grote steden naar de kleinere. Ook daar vragen we in het land keer op keer nadrukkelijk aandacht voor.

Omdat bij rechten plichten horen, wil ik onze stadse rechten vertalen naar stadsplichten. Zo zou ik de vijf hoofdstukken uit ons regeerakkoord waar ik mijn verhaal mee begon - willen betitelen. Onze stadsplichten zijn dus: kwaliteit van het bestaan, kwaliteit in buurt en dorp, veiligheid als voorwaarde voor kwaliteit, kwaliteit van het contact tussen bestuur en inwoner én een kwalitatief gedegen financieel beleid.
Bij het vervullen van die stadsverplichting liggen we uitstekend op koers. Een woord van dank aan al diegenen die dat tot dusver mogelijk hebben gemaakt, vind ik hier op zn plaats.

Ik merk, zeker de laatste jaren, dat onze gemeente bezig is te wennen aan een andere rol. Juist vanwege die duidelijker centrumpositie waar Smallingerland zich voor stelt.
Niet alleen het gemeentebestuur maar ook de inwoners worden zich steeds meer bewust van het feit dat we inderdaad één van de stedelijke centra van het Noorden zijn. En dat daar kansen bij horen. Misschien moeten we toch, omwille van die herkenbaarheid, wat langer stil staan bij het veranderen van de naam van de gemeente.

Dat groeiend besef vergt een zakelijke manier van besturen gericht op inhoud en hoofdlijnen. Dat spraken we dan ook met elkaar in de gemeenteraad af. In de praktijk blijkt meer dan eens dat dat makkelijker is gezegd dan gedaan.
Maar ik weet tegelijkertijd dat de bereidheid om het wél bij de hoofdzaken te houden er óók is.

Dames en heren,

U bent van mij gewend dat ik ontwikkelingen in onze gemeente staaf met cijfers. Ik doe dat ook dit jaar. Want: er is heel goed nieuws te melden.
Onze grondverkopen op de diverse bedrijventerreinen stegen wederom tot recordhoogte.
Uiteindelijk ging in 2000 23,4 hectare van de hand voor meer dan 40 bedrijven. De prognose voor dit jaar ligt zelfs op een vergelijkbaar niveau. Op het Kantorenpark ligt de prognose op 2 hectare. Op de Haven verwachten we zeker nog 10 hectare industriegrond uit te geven. Voor Bedrijvenpark Azeven ligt er een verwachting van 12 hectare. Samen dus 24 hectare.

Deze voorspoed vertaalt zich naar het aantal inwoners. Het verheugt me om u vandaag te mogen meedelen dat we eind december de grens van 53.000 inwoners hebben gepasseerd.
De 53.000e inwoner is Dennis Kuipers. Hij verhuisde de afgelopen maand tussen kerst en Oud en Nieuw met zijn ouders vanuit Ureterp naar Oudega. Hem zal ik straks natuurlijk hartelijk feliciteren.

Tot slot dank ik u voor uw aandacht en wens ik u allemaal een heel gezond en voorspoedig 2001!"