CBS

2000 slecht jaar voor aandeelhouders

Voor beleggers in Nederlandse aandelen is 2000 een slecht jaar geweest. Uit cijfers van het CBS blijkt dat het totale rendement op aandelen voor het eerst sinds 1990 negatief is. Grote verliezers zijn met name de aandelen in de IT- en telecomsector. Beleggingsfondsen die zich richten op Nederlandse aandelen deden het minder slecht dan het beursgemiddelde.

Totale rendement aandelen Amsterdam -2 procent
De CBS-herbeleggingsindex voor aandelen genoteerd aan de effectenbeurs van Amsterdam is in 2000 met 2 procent gedaald tot 1688,0. Het is voor het eerst sinds 1990 dat het rendement op aandelen inclusief dividend over een kalenderjaar negatief is. Sinds 1980, het jaar dat de CBS-herbeleggingsindex werd ingevoerd, zijn er slechts twee jaren met een lager rendement: -18 procent in 1987 en -13 procent in 1990.

Grote verschillen in bedrijfstakken
Het negatieve rendement op aandelen over 2000 kan met name worden toegeschreven aan de fondsen van de "nieuwe" economie. De grootste verliezer is de sector transport, opslag en communicatie met een rendement van -60 procent. Vooral de telecombedrijven kregen harde klappen te verduren. Ook de aandelen in de sector niet-financiële dienstverlening, waarin veel IT-bedrijven zijn opgenomen, scoorden slecht met -23 procent. De aandelen van de "oude" economie deden het veel beter. De sector bouwnijverheid heeft in het afgelopen jaar met 32 procent het hoogste rendement behaald. Direct daarop volgt de sector consumentengoederenindustrie met een rendement van +30 procent. Op de lange termijn is de sector niet-financiële dienstverlening, ondanks het negatieve rendement van 23 procent over 2000, een van de best presterende sectoren. Sinds 1980 is het gemiddeld rendement
+21 procent. De sector bouwnijverheid, met het hoogste rendement in 2000, blijft met een gemiddeld rendement van +10 procent over de afgelopen eenentwintig jaar hierbij ver achter.
Amsterdam nog wel beter dan wereldindex
Ondanks het rendement van -2 procent heeft de effectenbeurs van Amsterdam het minder slecht gedaan dan het wereldgemiddelde. De MSCI-wereldherbeleggingsindex is in 2000 met 6 procent gedaald. Over de afgelopen eenentwintig jaar is de wereldherbeleggingsindex gemiddeld met 16 procent gestegen, tegen een stijging van 19 procent voor Nederlandse aandelen.

Beleggingsfondsen Nederland lucratiever dan aandelen Ook de beleggingsfondsen konden zich niet onttrekken aan de malaise op de aandelenbeurzen. Het gemiddelde rendement van de beleggingsfondsen die zich richten op Nederlandse aandelen bedraagt +1 procent. Met dit rendement hebben de fondsen wel iets beter gepresteerd dan het gemiddelde van alle Nederlandse aandelen tezamen. De wereldwijd beleggende aandelenfondsen deden het met een rendement van -7 procent slechter dan het gemiddelde van de markt waarop zij beleggen (-6 procent). Binnen de aandelenfondsen kenden vooral de fondsen die zich richten op het Verre Oosten een mager jaar met een rendement van -23 procent. Ook op de langere termijn presteren deze fondsen matig. Het totale rendement sinds eind 1991 bedraagt gemiddeld 8 procent per jaar, vanaf eind 1993 hebben deze fondsen per saldo geen rendement gegenereerd. Vastgoedfondsen deden het in 2000 met een rendement van meer dan 15 procent relatief goed.

Technische toelichting
De herbeleggingsindex geeft de waarde-ontwikkeling van effecten weer, vermeerderd met rente- en dividenduitkeringen. Het totale rendement van een belegging wordt berekend uit de herbeleggings- index en is de som van het koersrendement en het coupon- c.q. dividendrendement. De beleggingsindices houden geen rekening met transactiekosten, zoals aan- en verkoopkosten en bewaarloon. Ook met fiscale consequenties is geen rekening gehouden.