Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)

Besluit

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot:

- afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet in verband met niet-toepasselijkheid van artikel 6 van de Mededingingswet;

- afwijzing van een aanvraag om toepassing van artikel 56 van de Mededingingswet.

Betreft: zaak 1426, Nederlandse Juweliers- en Uurwerkbranche vs. Actie See Buy Fly (klacht)

zaak 1601, See Buy Fly Minimumkortingsactie (ontheffingsaanvraag)

I Inleiding


1. Op 28 juli 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) van de Nederlandse Juweliers- en Uurwerkbranche (hierna: NJU) een klacht ontvangen (zaaknummer 1426), gericht tegen N.V. Luchthaven Schiphol en tien detaillisten op Schiphol. De klacht heeft betrekking op de mondelinge overeenkomst aangaande de See Buy Fly-kortingsactie die is overeengekomen tussen Schiphol en detaillisten op Schiphol. NJU stelt dat de desbetreffende kortingsactie een horizontale prijsafspraak omvat tussen twee ondernemingen die juweliersartikelen verkopen, welke is verboden op grond van artikel 6 van de Mededingingswet (hierna: Mw).


2. Op 25 oktober 1999 heeft de d-g NMa een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 Mw van het verbod van artikel 6, eerste lid, Mw ontvangen van N.V. Luchthaven Schiphol (zaaknummer 1601). De ontheffingsaanvraag heeft betrekking op de mondelinge overeenkomst tussen N.V. Luchthaven Schiphol en de tien detaillisten in de zone achter de douane op de luchthaven Schiphol, de See Buy Fly-minimumkortingsactie.

II Partijen

(1) AANVRAAGSTER/BEKLAAGDE


3. N.V. Luchthaven Schiphol (hierna: Schiphol) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, gevestigd in de gemeente Schiphol. Schiphol is de exploitatiemaatschappij van de gelijknamige luchthaven. Naast het luchtvervoer houdt Schiphol zich bezig met het ontwikkelen en exploiteren van activiteiten en diensten op het terrein van de luchthaven.

(2) SEE BUY FLY-ONDERNEMINGEN


4. Op de luchthaven Schiphol bevinden zich in de belastingvrije zone, de zone achter de douane, een aantal winkels die door veertien ondernemingen worden geëxploiteerd, te weten: AKO Schiphol BV, Aviflora Schiphol BV, Capi International BV, Fleurtiek Airport BV, Focke & Meltzer, Gassan Schiphol BV, Van Gelder/World of Delights BV, Gerzon Schiphol BV, Kappe Schiphol BV, KLM Tax Free Services, M & M Shops BV, Nuance Global Trader (NL) BV, Souvenirs and Toys Schiphol BV, Take Off Multitronics. Ze maken hierbij gebruik van de merknaam See Buy Fly waarvoor zij een royalty betalen aan Schiphol.


5. Tien van de bovengenoemde ondernemingen zijn betrokken bij de aangemelde mondelinge overeenkomst. De ondernemingen die geen partij zijn bij de aangemelde overeenkomst zijn Ako Schiphol BV (boeken en tijdschriften), Aviflora Schiphol B.V. (bloemen en bloembollen ), Fleurtiek Airport B.V. (bloemen en bloembollen) en KLM Tax Free (drank en sigaretten).

(3) KLAGERS


6. De NJU is een vereniging naar Nederlands recht. Zij behartigt de belangen van de detailhandel in gouden en zilveren sieraden, horloges, uurwerken, edelstenen en aanverwante artikelen. NJU heeft de onderhavige klacht ingediend namens twee van haar leden, te weten Ibink-Juweliers Diamantair BV, gevestigd te Alkmaar en Juwelier Fred Helmer V.O.F., gevestigd te Rotterdam.

III De feitelijke achtergrond


7. In de belastingvrije zone van Luchthaven Schiphol bevinden zich zestig winkels. Deze winkels maken onderdeel uit van veertien ondernemingen. Schiphol heeft met elk van deze ondernemingen een (concessie-)overeenkomst gesloten die samen de basis vormen van het See Buy Fly-concept.


8. Het See Buy Fly-concept is gebaseerd op de mogelijkheid van reizigers om belastingvrij te winkelen in het gebied achter de douane. Schiphol is hiermee in 1957 gestart. Het initiële idee heeft zich inmiddels ontwikkeld tot het See Buy Fly-concept zoals het op dit moment wordt gehanteerd. Met dit concept biedt Schiphol de reizigers winkelmogelijkheden en derhalve service aan.

Concessieovereenkomst


9. Schiphol verleent een See Buy Fly-onderneming het recht om op de in de concessieovereenkomst aangewezen plaatsen fiscaal belaste en onbelaste artikelen te verkopen aan derden. In de concessieovereenkomst zijn de rechten en plichten uitgewerkt op basis waarvan de desbetreffende See Buy Fly-onderneming(en) deze verkoopruimte op de luchthaven mag (mogen) exploiteren.


10. Naast het recht om op de aangewezen locatie(s) winkels te drijven, is een See Buy Fly-onderneming tevens gerechtigd het door Schiphol gedeponeerde merk See Buy Fly te gebruiken.


11. De See Buy Fly-onderneming dient voor de voornoemde concessie een vergoeding te betalen. De door de See Buy Fly-onderneming te betalen concessievergoeding is afhankelijk van haar omzet.

Mondelinge overeenkomst: minimumkortingspercentage


12. Tien van de veertien See Buy Fly-ondernemingen (zie onderstaande tabel) zijn met Schiphol een mondelinge overeenkomst aangegaan, betreffende een te hanteren minimumkortings-percentage. Schiphol heeft aangegeven dat deze afspraak geen onderdeel uitmaakt van de eerder genoemde concessieovereenkomst.


13. De minimumkortingsactie heeft alleen betrekking op de winkels die zijn gesitueerd in de belastingvrije zone op luchthaven Schiphol, dus in de zone achter de douane.

Partijen


14. De tien ondernemingen die de mondelinge overeenkomst aangaande de See Buy Fly-minimumkortingsactie zijn overeengekomen , voeren het volgende assortiment:
Winkelier Productassortiment
Capi International BV Cameras en zeer beperkt aanverwante elektronica Focke & Meltzer Porselein, kristal en aardewerk Gassan Schiphol BV Juwelen, horloges en diamanten Van Gelder/World of Delights BV Delicatessen
Gerzon Schiphol BV Mode en accessoires/bijous
Kappe Schiphol BV Parfums, cosmetica, zonnebrillen en drogisterijartikelen
M & M Shops BV Leder, reisbenodigdheden en schoenen Nuance Global Trader (NL) BV Chocolade en zoetwaren Souvenirs and Toys Schiphol BV Nederlandse geschenken en speelgoed Take Off Multitronics Audio, video en aanverwante elektronica

Minimumkortingsafspraak


15. Tot 1 juli 1999 was het voor reizigers mogelijk belastingvrije aankopen te doen in de zone achter de douane op de luchthaven Schiphol. Per 1 juli 1999 is dit BTW-voordeel voor EU-reizigers komen te vervallen als gevolg van een wettelijke maatregel. Schiphol geeft aan dat door de afschaffing van het belastingvoordeel de aantrekkelijkheid van de See Buy Fly-winkels en het winkelen aldaar is afgenomen. Deze aantrekkelijkheid vloeit immers voort uit de perceptie van de consument dat de producten die worden verkocht in de zone achter de douane op luchthaven Schiphol door voornoemd belastingvoordeel goedkoper zijn ten opzichte van producten die worden verkocht in winkels die gelegen zijn buiten Schiphol. Nu dit (prijs)voordeel is komen te vervallen, vervalt voor EU-reizigers ook de aantrekkelijkheid van het winkelen in de zone achter de douane op luchthaven Schiphol. Om dit en teruglopende verkoopcijfers, en dus teruglopende concessievergoedingen tegen te gaan, hebben Schiphol en de betreffende See Buy Fly-ondernemingen maatregelen getroffen.


16. Daartoe zijn Schiphol en de bij de mondelinge overeenkomst betrokken ondernemingen overeengekomen om bij de verkoop van producten aan EU-reizigers ten minste een kortingspercentage van 14,5 procent te berekenen over de verkoopprijs. Deze kortingsactie is afgesproken met als doel het afgeschafte BTW-voordeel te compenseren om zodoende de aantrekkelijkheid van het winkelen in de zone achter de douane te waarborgen.


17. De desbetreffende See Buy Fly-ondernemers nemen de kosten van de niet doorberekende BTW voor hun rekening. Nu hierdoor het exploiteren van winkels in de zone achter de douane minder aantrekkelijk is geworden voor de See Buy Fly-ondernemingen, heeft Schiphol met iedere See Buy Fly-ondernemer individueel opnieuw onderhandeld over de hoogte van de concessievergoeding. Dientengevolge is de concessievergoeding gemiddeld genomen met enkele procenten gedaald.

IV Argumenten aanvraagster/beklaagde


18. Schiphol geeft primair aan dat de aangemelde mondelinge overeenkomst niet valt onder artikel 6 Mw, omdat zij van mening is dat hier geen sprake is van een prijsafspraak tussen Schiphol en de detaillisten.


19. Daarnaast geeft Schiphol aan dat de aangemelde mondelinge overeenkomst niet onder artikel 6 Mw valt, omdat de See Buy Fly-ondernemingen ieder hun eigen assortiment voeren en niet in concurrentie staan met elkaar. Daarnaast stelt Schiphol dat de aangemelde afspraak eerder de concurrentie met de buiten Schiphol gelegen ondernemingen verhoogt.


20. Subsidiair verzoekt Schiphol om ontheffing op grond van artikel 17 Mw, indien de d-g NMa van mening zou zijn dat artikel 6 Mw van toepassing is. Door Schiphol wordt aangegeven dat de mededingingsafspraak bijdraagt aan een verbetering van de verdeling van goederen, alsmede aan de bevordering van de economische vooruitgang. Ook vloeien de voordelen van de onderhavige afspraak volledig toe aan de consument in de vorm van lage(re) prijzen. Verder geeft Schiphol aan dat de afspraak noodzakelijk is om de bovengenoemde economische vooruitgang te bereiken. Bovendien blijft er naar de mening van Schiphol voldoende concurrentie op de markt over.

V Argumenten klagers


21. Klagers stellen dat de afspraak, zoals neergelegd in de aangemelde overeenkomst, neerkomt op horizontale prijsbinding tussen de betrokken detaillisten, hetgeen is verboden op grond van artikel 6 Mw.

VI Verloop van de procedure


22. De NMa heeft zowel aan aanvraagster als aan klagers verzocht om aanvullende informatie te verstrekken.


23. Op 10 april 2000 hebben medewerkers van de NMa een bezoek gebracht aan de See Buy Fly-winkels, waarbij drie personen van Schiphol aanwezig waren.


24. In Staatscourant nummer 71 d.d. 10 april 2000 is mededeling gedaan van de ontheffingsaanvraag. Daarbij zijn belanghebbenden opgeroepen hun zienswijze naar voren te brengen. De aanvraag en de daarop betrekking hebbende stukken hebben vier weken ter inzage gelegen ten kantore van de NMa. Geen enkele belanghebbende heeft op grond van artikel 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht een zienswijze over de aanvraag naar voren gebracht.


25. Op 12 september 2000 heeft ten kantore van de NMa een gesprek plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van Schiphol en medewerkers van de NMa.

VII Beoordeling van de ontheffingsaanvraag

Toepasselijkheid van artikel 6 Mw


26. Artikel 6, lid 1, Mw bepaalt dat overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst, verboden zijn. Overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 1 van de Memorie van Toelichting op de Mw dienen voor de interpretatie van het verbod van artikel 6 Mw de Europeesrechtelijke beschikkingspraktijk en jurisprudentie mede als leidraad.

Onderneming


27. Zowel Schiphol als de bij de mondelinge afspraak betrokken See Buy Fly-ondernemingen oefenen economische activiteiten uit. Zij zijn derhalve ondernemingen in de zin van artikel 6 Mw.

Overeenkomst


28. De samenwerking tussen Schiphol en de onderhavige tien See Buy Fly-ondernemingen aangaande de minimumkortingsactie is mondeling overeengekomen. Blijkens rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn ook mondelinge overeenkomsten te kwalificeren als overeenkomsten in de zin van artikel 81, eerste lid, EG. De onderhavige mondelinge overeenkomst is derhalve een overeenkomst in de zin van artikel 6 Mw.

Mededingingsbeperking


29. Bezien moet worden of de aangemelde minimumkortingsafspraak leidt tot een beperking van de mededinging. In het onderhavige geval moet daartoe allereerst worden onderzocht of de betrokken See Buy Fly-ondernemingen, welke zich alle op hetzelfde niveau in verschillende distributieketens bevinden (detailhandelsniveau), met elkaar in concurrentie staan. Belangrijk daarbij is de vraag of het productassortiment dat deze ondernemingen voeren tot dezelfde markt behoren.


30. Gelet op het productassortiment zoals omschreven in randnummer 14 kan, aangaande de betrokken See Buy Fly-ondernemingen, worden geconcludeerd dat zij elk een geheel ander, niet met elkaar concurrerend productassortiment voeren.


31. Aangaande het productassortiment gevoerd door de See Buy Fly-ondernemingen waarop de klacht betrekking heeft, te weten Gassan Schiphol BV (hierna: Gassan) en Gerzon Schiphol BV (hierna: Gerzon) kan daaraan het volgende worden toegevoegd. Gassan is een juweliersbedrijf en voert, zoals reeds onder randnummer 14 aangegeven, een productassortiment dat bestaat uit juwelen, horloges en diamanten. Het betreft hier juwelen (edelmetaal) die een keurmerk hebben op grond van de Waarborgwet en horloges uit de hoge prijsklasse. Een juweliersbedrijf wordt gekwalificeerd als een bedrijf waarvan ten minste 50 procent van de omzet wordt gerealiseerd middels de verkoop van gouden en zilveren sieraden plus uurwerken aan particuliere consumenten . Anders dan Gassan kan Gerzon niet worden gekwalificeerd als juweliersbedrijf. Gerzon verkoopt hoofdzakelijk mode, kleding en accessoires. Hierbij verkoopt Gerzon in zeer beperkte mate bijous. Bijous zijn niet van edelmetaal zijn, ze hebben geen keurmerk en ze behoren tot een lage prijsklasse. Tevens zijn bijous overal te koop en ze zijn afhankelijk van mode-ontwikkelingen. Daarnaast wordt aangegeven dat slechts enkele procenten van de omzet van Gerzon wordt gerealiseerd middels de verkoop van bijous.


32. Gelet op bovenstaande kan niet worden geconcludeerd dat de producten gevoerd door Gassan en Gerzon behoren tot een en dezelfde relevante productmarkt en dat Gassan en Gerzon niet kunnen worden aangemerkt als (actuele) concurrenten.


33. Aangaande het productassortiment gevoerd door Capi International B.V. (hierna: Capi) en Take Off Multitronics (hierna: Take Off) wordt opgemerkt dat Capi foto- en videocameras plus aanverwante producten verkoopt en Take Off audio-videoproducten en hifi-apparatuur. Voor zover er mogelijke overlapping is in het door Capi en Take Off gevoerde productassortiment, wordt opgemerkt dat het slechts één product uit het gehele productgamma betreft. Gelet op dit aantal ten opzichte van het geheel aan producten gevoerd door Capi en Take Off en de verschillen tussen deze productassortimenten, kan niet worden geconcludeerd dat deze ondernemingen moeten worden aangemerkt als onderlinge concurrenten.


34. Verder is niet gebleken dat één van de See Buy Fly-ondernemingen binnen afzienbare termijn voornemens is het door haar gevoerde assortiment te wijzigen. Daarenboven is de concessieovereenkomst tussen Schiphol en elk van de See Buy Fly-ondernemingen, het assortiment opgenomen dat de betreffende See Buy Fly-onderneming zal voeren. De See Buy Fly-ondernemingen kunnen derhalve niet zonder toestemming van Schiphol hun productassortiment wijzigen. Geconcludeerd wordt dat de ondernemingen die elk een geheel ander productassortiment voeren, en derhalve geen actuele concurrenten zijn, ook niet als potentiële concurrenten kunnen worden beschouwd. Ten overvloede wordt opgemerkt dat geen sprake is van branchebescherming.


35. Gelet op bovenstaande wordt geconcludeerd dat de bij de mondelinge overeenkomst betrokken ondernemingen niet kunnen worden aangemerkt als actuele dan wel potentiële concurrenten.


36. Daarnaast kan niet gesteld worden dat de onderhavige overeenkomst externe effecten heeft, in die zin dat derden belemmerd zouden kunnen worden in hun concurrentiemogelijkheden.


37. Verder kan worden opgemerkt dat de regeling, vanuit de vraagzijde bezien, als een regeling van geringe betekenis moet worden gekwalificeerd. Het gaat immers om een klein aantal detaillisten die bij de regeling betrokken is, terwijl de afnemers c.q. consumenten tal van mogelijkheden hebben om buiten de zone achter de douane op de luchthaven Schiphol vergelijkbare producten te betrekken.

Conclusie toepasselijkheid artikel 6 Mw


38. Gebleken is dat de bij de overeenkomst betrokken ondernemingen noch actuele noch potentiële concurrenten zijn. Derhalve kan door de overeenkomst geen concurrentie tussen deze ondernemingen verloren gaan. Daarnaast kan niet worden geconcludeerd dat de onderhavige overeenkomst de concurrentiemogelijkheden van derden belemmert, beperkt of vervalst. De overeenkomst wordt dan ook niet getroffen door het verbod zoals neergelegd in artikel 6 Mw.

Toepasselijkheid artikel 17 Mw


39. De aangemelde overeenkomst behoeft niet onder artikel 17 Mw te worden beoordeeld.

VIII Beoordeling van de klacht


40. De NJU heeft bij brief van 28 juli 1999 kenbaar gemaakt verontrust te zijn over de gemaakte mondelinge afspraak tussen tien van de See Buy Fly-ondernemingen en Schiphol. De NJU is van mening dat sprake is van een horizontale prijsafspraak die de mededinging beperkt op (een deel van) de Nederlandse markt voor de detailhandel in juweliersartikelen en derhalve in strijd is met de Mededingingswet. De klacht richt zich met name op Gerzon en Gassan.


41. De onderhavige klacht richt zich tegen de reeds besproken mondelinge afspraak die niet valt binnen het toepassingsbereik van artikel 6 Mw.

IX Besluit


42. Gelet op het bovenstaande wordt de aanvraag van Schiphol om ontheffing in de zin van artikel 17 Mw voor de aangemelde mondelinge overeenkomst afgewezen, aangezien deze overeenkomst niet wordt getroffen door het verbod zoals neergelegd in artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet.


43. De aanvraag van de NJU tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet wordt afgewezen, omdat de Mededingingswet niet wordt overtreden.

Datum: 20 december 2000

w.g. drs. R.J.P. Jansen

Plv. directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.




De concessieovereenkomst is niet apart ter ontheffing aangemeld. Op dit moment wordt door Schiphol een nieuwe concessieovereenkomst voorbereid. Zowel de huidige concessieovereenkomst als de concept-concessieovereenkomst worden in dit besluit niet beoordeeld.

De mondelinge overeenkomst aangaande het te hanteren minimumkortingspercentage wordt ook wel aangeduid als de See Buy Fly-minimumkortingsactie.

Schiphol geeft aan dat vanwege de aard van de producten en wettelijke regelingen die hierop van toepassing zijn vier ondernemers niet mee doen aan de mondelinge afspraak. AKO Schiphol BV doet niet mee vanwege de vaste prijzen voor boeken. Verder is aangegeven dat de onderhavige actie is bedoeld om de prijsverhoging door afschaffing van het tax-free-voordeel te compenseren. KLM Tax Free Services als ook de twee bloemenhandelaren nemen niet deel aan de minimumkortingsactie, daar vanwege wettelijke regeling(en) over deze producten reeds BTW betaald moest worden. De afschaffing van het tax-free-voordeel is dus niet van toepassing op deze producten. Het is derhalve voor deze producten niet noodzakelijk om de prijzen te corrigeren / compenseren.

Reizigers met een bestemming binnen de Europese Unie.

Op basis van de Europese richtlijn 91/680 is de Nederlandse wetgeving omgezet via Artikel III van Wijzigingswet Wet op de accijns, 24 december 1992, Stb. 711.

Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 24707, nr. 3, p. 13.

Zaak 28/77, Tepea vs. Commissie, Jur. 1978, 141.

Horloges van het merk Breitling, Rolex, Omega etc.

Brancheverkenning 1998, Detailhandel in juweliersartikelen, uitg. Hoofdbedrijfschap Detailhandel, uitgevoerd door EIM.

In het besluit van 22 juni 1998, zaaknummer 166, Vendex KBB, is onder randnummer 38 aangegeven dat edelmetalen en niet-edelmetalen, ergo bijous, mogelijk tot hetzelfde segment behoren. Opgemerkt wordt dat in het genoemde besluit (onder randnummer 39) is aangegeven dat slechts een grove indeling is gemaakt en mitsdien geenszins een definitieve marktafbakening heeft plaatsgevonden. Uit randnummer 194 en verder van besluit van 5 oktober 1998, zaaknummer 166, Vendex KBB, volgt dat voor de beoordeling van de toen voorliggende concentratie het niet noodzakelijk is een verdere opdeling te maken tussen edelmetalen en niet-edelmetalen. Derhalve is in de genoemde zaak geen nauwkeurigere productmarkt afbakening gemaakt.

Onder audio- en videoproducten en hifi-apparatuur wordt verstaan cd(-roms), videobanden, radiocassetterecorders, disc-/ walkman, etc.

Zie voor branchebescherming o.a. het besluit van 30 november 1998, zaaknummer 416, Smit Mode Alblasserdam B.V.




Verkopen vast bloemen??
Ook vast bloemen.
Kun je dat zo zeggen, of zeg je worden gevoerd door? oid vertrouwelijk?

terug

Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.