Rechtbank 's-Gravenhave

AWB 00/639, 00/1905

Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 3-01-2001

Irak / IMIK / artikel 3 EVRM.
De beoordeling spitst zich toe op de vraag of eiser bij terugkeer moet vrezen voor vervolging danwel voor een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM door IMIK. Gezien de informatie die de minister van Buitenlandse Zaken in de brief van 23 augustus 2000 heeft verstrekt, moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat een asielrelaas inhoudende dat een asielzoeker buiten Halabja en omgeving is bedreigd door IMIK, geloofwaardig moet worden geacht, en dat vrees voor vervolging danwel een met artikel 3 EVRM strijdige bejegening van de zijde van de IMIK voor andersdenkenden en zij die zich in de ogen van de islamieten niet aan de islamitische gedragsregels houden buiten Halabja niet van elke grond is ontbloot. De verstrekte gegevens wettigen voorts niet de conclusie dat de PUK en KDP afdoende bescherming kunnen bieden tegen dergelijke aanslagen nu deze te talrijk zijn.
Beroep gegrond, afwijzing verzoek.


Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AA9259