Hoge Raad der Nederlanden

arrest inzake legionellabesmetting Westfriese Flora
Bron: Gerechtshof Amsterdam

Datum actualiteit: 4-01-2001

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

P E R S B E R I C H T

Datum: 4 januari 2001

Legionellabesmetting Westfriese Flora

Waar het om gaat

In kort geding hebben twee slachtoffers van de legionella-epidemie, die in februari 1999 op de Westfriese Flora was uitgebroken, een voorschot op de schadevergoeding gevorderd van een handelaar die zijn whirlpool daar in werking had tentoongesteld. Het gaat om de weduwe van een man die aan de veteranenziekte is overleden en om een man die tengevolge van legionellabesmetting ziek is geworden. Zij verwijten de handelaar dat hij had moeten weten dat een whirlpool bij onjuiste beheersomstandigheden een mogelijke bron van legionellabesmetting is en dat hij daarom veiligheidsmaatregelen had moeten nemen om besmetting te voorkomen.

Uitspraak van de president van de rechtbank te Alkmaar

De president van de rechtbank te Alkmaar heeft uiteindelijk bij vonnis van 20 januari 2000 de vorderingen afgewezen.

Uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam

Het gerechtshof heeft bij arrest van 4 januari 2001, evenals de president, de vorderingen afgewezen.

Het hof heeft uitgebreid gemotiveerd dat de handelaar onrechtmatig heeft gehandeld door na te laten voldoende veiligheidsmaatregelen, zoals het toevoegen van chloor aan het water van de whirlpool of het laten werken van de zogenoemde ozongenerator, te treffen. Het hof oordeelt dat de exposant jegens de slachtoffers aansprakelijk is voor de besmetting met de legionellabacterie en in beginsel de schade die daarvan het gevolg is geweest aan hen moet vergoeden.

Het hof heeft echter geen ruimte gevonden om in kort geding bij wege van voorlopige maatregel aan de beide slachtoffers een voorschot op de gevorderde schadevergoeding te kunnen toekennen. In kort geding moet op voorhand duidelijk zijn wat de omvang van de schade is en moeten de eisers een spoedeisend belang hebben om, vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de schade, een voorschot te kunnen krijgen. Hoe hoog de schade van de slachtoffers is, is in dit geval evenwel zonder nader feitelijk onderzoek niet met voldoende mate van waarschijnlijkheid vast te stellen en ook is onvoldoende aannemelijk geworden dat er zo'n spoedeisend belang aanwezig is.

Tekst van de uitspraak op internet

De volledige tekst van deze uitspraak is te vinden op de website van het gerechtshof te Amsterdam bij http://www.rechtspraak.nl.

Gerechtshof te Amsterdam
Postbus 1312
1000 BH Amsterdam
Bezoekadres:
Prinsengracht 436 te Amsterdam
Telefoon: 020 541 3222
Fax: 020 541 3410

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AA9299