Column Ordenieuws november 2000: De Jonge Orde

'Jonge specialisten vaak buiten spel' zo luidde de kop boven een interview met een bestuurslid en woordvoerder van De Jonge Orde in NRC Handelsblad van 11 november. De specialisten in opleiding zijn ontevreden over de belangenbehartiging door de Orde van Medisch Specialisten en de Landelijke vereniging voor Artsen in Dienstverband. In het bijzonder maken zij zich zorgen over de kwaliteit van de gezondheidszorg en de honorering van de medisch specialisten en "het gebrek aan inspraak". "Wij jonge specialisten worden nauwelijks bij een CAO-overleg betrokken", zo kon uit hun mond worden opgetekend.

De journalist maakte nog een tegenwerping: "Toch wordt er steeds meer rekening gehouden met jonge artsen. Ze hoeven zich straks waarschijnlijk niet meer in te kopen - de goodwill wordt immers afgeschaft?" Maar nee, ook die opmerking was - letterlijk - buiten de Orde. Bestuurder Vos van De Jonge Orde had haar antwoord klaar: "Die regeling zal inderdaad in de toekomst verdampen, door het tekort aan artsen."
Nu heb ik een ledenvergadering voorgezeten, waarin een diepgaande principiële discussie werd gevoerd over de talrijke argumenten voor en tegen de beëindiging van het systeem van goodwillbetalingen bij praktijkoverdracht door medisch specialisten. Daarin is op een uiterst volwassen en genuanceerde wijze, na weging van al die argumenten, een balansbeslissing tot stand gekomen over dit moeilijke onderwerp. En daaraan doet de opstelling van het bestuur van De Jonge Orde geen recht.
Met De Jonge Orde zijn al maanden lang besprekingen gaande over de mogelijkheden om de gezichtpunten en argumenten van artsen in opleiding tot medisch specialist en van jonge medisch specialisten in te brengen in het beleid van de Orde. Om dezelfde redenen is deze groepering ook betrokken bij de ontwikkeling van het beleidsplan van de Orde en is zij uitgenodigd voor de laatste ledenvergaderingen. Het lidmaatschap van de Orde staat open voor artsen in opleiding tot medisch specialist. Zij kunnen als ieder ander hun stem laten horen tijdens de ledenvergaderingen van de Orde en hebben ook stemrecht. Maar zij maken onvoldoende van die mogelijkheden gebruik. Ook in hun richting zou ik daarom mijn oproep uit een vorige column willen herhalen:
"De Orde wil een organisatie zijn van en voor alle medisch specialisten in Nederland. Vanaf het moment van in opleiding komen als agio tot na het neerleggen van de praktijk. Voor jong en oud, voor mannen en vrouwen, voor fulltimers en deeltijdwerkers, voor vrijgevestigden en dienstverbanders, voor specialisten werkzaam in algemene ziekenhuizen en in academische ziekenhuizen. Uit deze opsomming van polariteiten wordt al snel duidelijk dat we niet met één homogene groep te maken hebben. Er zijn verschillende groepen medisch specialisten te onderscheiden die in hun belangenbehartiging 'op maat' moeten worden bediend, en die anderzijds weer een aantal belangen gemeenschappelijk hebben. Denk maar eens aan het kwaliteitsbeleid en de opleiding van voldoende aantallen medisch specialisten. Wil de Orde haar rol in de richting van u, onze leden, op een geloofwaardige wijze kunnen vervullen, dan is dus een breed palet aan activiteiten noodzakelijk op het gebied van zowel de individuele als de collectieve belangenbehartiging, zowel van materiële als van immateriële aard.
En om onze standpunten en belangen voldoende kracht bij te zetten in het overleg en de onderhandelingen met de overheid en andere koepels in de gezondheidszorg als de NVZ vereniging van ziekenhuizen, de VAZ en ZN, is een voldoende groot aantal leden noodzakelijk. Een hoge organisatiegraad wordt immers opgevat als een hoge mate van representativiteit. Nu gaat het in dat opzicht niet slecht met de Orde, maar het kan veel beter.
Op al diegenen onder u die reeds lid zijn van de Orde doe ik een klemmend beroep om lid te blijven. Wij hebben uw voortdurende steun nodig. En tegen al diegenen die geen lid zijn zou ik willen zeggen: bent u het eens met het beleid van de Orde, word dan lid. Twijfelt u, schenk ons dan het voordeel van uw twijfel. En mocht u het niet eens zijn met het beleid van de Orde, word dan lid en breng uw standpunten in."
Ik heb er alle begrip voor dat een belangenvereniging die zich nog moet positioneren, haar standpunten scherp wil neerzetten. Maar met polarisatie van standpunten is niemand gediend. Uiteindelijk zal toch het belang van een optimale belangenbehartiging voor de nieuwe generatie medisch specialisten voorop moeten staan. En voor dat doel ziet ook de Orde van Medisch Specialisten zich gesteld, soms onder moeilijke omstandigheden.
Ervaringen uit het nog maar heel recente verleden hebben medisch specialisten een harde les geleerd: intern verschil van mening over de te volgen koers is inherent aan het zijn van een vereniging van hooggespecialiseerde professionals. Maar als dat uitmondt in een versplintering van de belangenbehartiging van medisch specialisten door verschillende organisaties, dan profiteren daarvan uiteindelijk alleen de andere onderhandelingspartners en niet de medisch specialisten zelf. En daar is het toch niet om begonnen? Ik roep De Jonge Orde dan ook op om zo snel mogelijk vormen van constructieve samenwerking te zoeken met de Orde van Medisch Specialisten.

F.B.M. Sanders, algemeen voorzitter

© copyright ORDE 2001 home . index . email/adres . Artsennet