Productschap Diervoeder

05/01/2001

Verificatie-audits buitenlandse toeleveranciers

Op de Internetsite van het Productschap Diervoeder is onder de kop Publicaties een nieuw document toegevoegd, te weten:

Verificatie-audits buitenlandse toeleveranciers

Deze brief met de bijlagen zal volgende week ook in het Engels beschikbaar komen.

Stadhoudersplantsoen 12
Postbus 29739
2502 LS Den Haag
Tel. 070 - 370 85.03
Fax 070 - 370 84 44
E-mail pdv@hpa.agro.nl
Internet www.pdv.nl
Bankrekeningen
Postbank 46 31 42
Postbank 84 520
ABN-AMRO 47 35 31 186
Mees Pierson 25 73 76 607
ING Bank 66 74 36 529 t.n.v. HPA

Aan de GMP-erkende ondernemingen
Den Haag, 3 januari 2001.

Betreft : Verificatie-audits buitenlandse toeleveranciers Kenmerk : PDV3577/ DW
Toestelnr. : 070-3708348

Geachte heer/mevrouw,
De GMP-regeling vereist dat buitenlandse toeleveranciers van voedermiddelen mini-maal een op HACCP-principes gebaseerd kwaliteitscontrolesysteem (Quality Control System) opzetten en implementeren. Zij moeten dit QC-systeem beschrijven in een do-cument, dat zij vervolgens aan hun afnemers (de GMP-erkende grondstoffenhandela-ren) ter beschikking stellen

1 .
De GMP-regeling schrijft ook voor dat buitenlandse toeleveranciers minimaal 1 keer per
2 jaar een verificatie-audit moeten toestaan. Met deze audit moet vastgesteld worden dat het QC-systeem voldoet aan de gestelde eisen

1 .
Het Productschap Diervoeder heeft criteria vastgesteld die gelden voor inspectie-instellingen die de verificatie-audits willen gaan uitvoeren. De belangrijkste criteria zijn onafhankelijkheid en deskundigheid. (zie bijlage)
Alleen inspectie-instellingen, die aantonen dat zij aan de criteria voldoen, zal het Pro-ductschap Diervoeder accepteren. Met deze inspectie-instellingen zal zij een overeen-komst aangaan.
Het Productschap Diervoeder zal binnenkort een acceptatieprotocol en een modelover-eenkomst voor potentiële inspectie-instellingen opstellen. Met enkele belangrijke kandi-daten zal vervolgens een overleg worden gevoerd.
Geaccepteerde inspectie-instellingen worden op een lijst geplaatst die zal worden ge-publiceerd. Voor nadere details verwijs ik u naar de bijlage bij deze brief.

Met vriendelijke groet,
PRODUCTSCHAP DIERVOEDER
J. den Hartog


1 Zie voor nadere details Bijlage V GMP-code Handel en Productie van voedermiddelen (GH/GHP), met name artikel 4.6.1.
Productschap Diervoeder.Productschap Diervoeder
Voorwaarden inspectie buitenlandse toeleveranciers
1. Inleiding Deze notitie gaat in op de voorwaarden die gesteld worden aan inspectie-instellingen die de verificatie van het zgn. HACCP-document/Quality Control-systeem willen uitvoeren. De eis tot verificatie is vastgelegd in Bijlage 5 van de GMP-erkenningsregeling, die specifieke voor-waarden vermeld voor handelaren, producenten en leveranciers van voedermiddelen voor erkende mengvoederfabrikanten

2 (GMP-code GHP/GH). In het bijzonder is artikel 4.6.1 van belang.
2. Criteria van de inspectie-instelling
Belangrijke kwalificatiecriteria voor de inspectie-instelling om verificatie-audits uit te voeren zijn
- onafhankelijkheid

- deskundigheid, zowel met betrekking tot het onderwerp ('feed'3 ) als de wijze van inspectie ('audit').
Deze onafhankelijkheid en deskundigheid hebben inspectie-instellingen aangetoond wanneer zij door de nationale accreditatie-instelling voor vergelijkbare audits geaccrediteerd zijn
4 . Met betrekking tot de kwalificatie van de inspectie-instellingen dient onderscheid gemaakt te worden tussen de korte termijn en de wat langere termijn.
2.1 Korte termijn: opstartfase
Het Productschap is van mening dat inspectie-instellingen die nu nog niet aan alle vereiste kwalifica-ties voldoen (zie 2.2), de tijd en gelegenheid moeten krijgen om deze te verwerven. Hiervoor geldt een termijn van 3 jaar, dwz tot eind 2003.
Tot deze datum mogen ook inspectie-instellingen die nog niet de vereiste kwalificaties hebben verifi-catie- audits uitvoeren. Hiervoor gelden dan wel de volgende minimumeisen:
- geaccrediteerd volgens EN-45004 voor een relevante inspectie. De aard, inhoud en diep-gang van de inspectie zijn daarbij van belang
- deskundig op het terrein van de 'feed' 3 , of daar nauw aan verwant.
2.2 Langere termijn: einddoel
Met het oog op de voorwaarden die gesteld worden aan het QC-systeem dient een inspectie-instelling geaccrediteerd te zijn voor certificering van producten/processen vallend onder EN-45011, waarbij HACCP-elementen aan de orde komen, en aanvullend geaccrediteerd te zijn voor certificering van kwaliteitssystemen vallend onder de EN-45012.
Verder geldt uiteraard dat het werkterrein 'feed' 3 dient te zijn of daar nauw aan verwant.

3. Acceptatie door het Productschap
Inspectie-instellingen kunnen normen, inclusief het bewijs van accreditatie, voorleggen aan het Pro-ductschap Diervoeder. Indien de aard en de inhoud van de norm vergelijkbaar wordt geacht met het-geen voor het QC-systeem wordt vereist, en de inspectie daarvan een bepaalde diepgang heeft, ver-krijgt de inspectie instelling het recht om verificatie-audits uit te voeren. Dit is ter beoordeling van het Productschap Diervoeder.
Met gekwalificeerde inspectie-instellingen zal een overeenkomst worden aangegaan. Zij worden op-genomen in een openbaar register.
2
lees: Grondstoffen voor mengvoederproductie. De Diervoederwetgeving onderscheidt grondstoffen als zodanig niet meer, maar spreekt uitsluitend over voedermiddelen. De bestemming moet duidelijkheid verschaffen of het om een grondstof of een diervoeder gaat.
3
Het begrip 'feed' moet hier breed worden uitgelegd, d.w.z. inclusief feed-ingredients.
4
Gezien het karakter van de voorwaarden kan nl. in feite niet gesproken worden over een inspectie, maar van een audit.