Rijksuniversiteit Groningen

Subtiele verschillen in aandachtsontwikkeling tussen op tijd en te vroeg geboren baby's

Pasgeboren baby's leren vrij snel hun aandacht op de omgeving te richten. Psycholoog drs. Phillipa Butcher-Newton ontdekte dat bij te vroeg geboren baby's die als gevolg daarvan een lichte hersenbeschadiging hadden, het verloop van de aandachtsontwikkeling grotendeels overeenkomt met dat van baby's die op tijd zijn geboren. Butcher promoveert op 8 januari 2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

"Oogbewegingen vormen voor baby's een belangrijk communicatiemiddel met de omgeving, omdat ze natuurlijk nog niet kunnen praten of wijzen", zegt Butcher. "Voor de sociale ontwikkeling van het kind is een goede ontwikkeling van de aandachtsmechanismen dus van groot belang. We weten niet of de subtiele verschillen die we bij premature kinderen hebben vastgesteld ook gevolgen op latere leeftijd hebben. Dat moeten we in een follow-up onderzoek bekijken." De promovendus bestudeerde het kijkgedrag van baby's tussen zes en zesentwintig weken oud. "Bij efficiënt kijkgedrag gaat het om enkele fundamentele processen: een daarvan is 'disengagement'. Dat houdt in dat de baby zijn aandacht kan richten op een visueel aspect in zijn omgeving, en dat los kan laten op het moment dat een ander aspect meer relevant wordt. Een tweede proces is 'inhibition of return' (IOR). Baby's met een goedwerkend IOR-mechnisme zullen niet snel terug kijken naar een locatie die al 'geïnspecteerd' is. Ze zijn geneigd aandacht te besteden aan de nieuwe elementen in de omgeving." Om de twee weken bracht Butcher de prestaties van de kinderen bij deze twee aandachtstaken in kaart. Als de op tijd geboren kinderen tussen de drie en vier maanden oud zijn, blijken ze beide aandachtsmechanismen te beheersen; beide mechanismen hebben zich ook gelijktijdig ontwikkeld. Butcher: "Dit stemt overeen met de theorieën die stellen dat het te maken heeft met de rijping van dezelfde hersengebieden. Hoewel de ontwikkeling bij premature kinderen grotendeels overeenkomt met die van de op tijd geboren kinderen, wordt hun kijkgedrag sterker beïnvloed door externe visuele stimuli. Zo blijken de premature kinderen bijvoorbeeld meer tijd nodig te hebben om een visuele stimulus los te laten om naar een andere stimulus te kijken. Wat dit voor gevolgen heeft voor het dagelijks leven of voor het kind op latere leeftijd, gaan we nog onderzoeken." /IMK

Mw. Butcher-Newton (Brisbane, Australië, 1947) studeerde psychologie aan de RUG. Ze verrichtte haar promotieonderzoek bij de vakgroep Psychologie, sectie ontwikkelings- en experimentele klinische psychologie. Momenteel werkt zij aan de RUG als docent en onderzoeker bij deze sectie, niet meer op het gebied van de cognitieve neuroscience, maar van de neuropsychologie.

Verdere informatie

Onderzoek

Promotie