Pronk moet uitleg geven over giftig hout
10-01-2001 Tweede Kamerlid Remi Poppe vindt minister Pronk
laksheid te verwijten.
Pronk heeft de Kamer namelijk niet geïnformeerd over het feit dat
het besluit waarmee met giftige metaalzouten (koper, chroom- en
arseen) geïmpregneerd hout voor toepassingen buiten, per 1
januari 2000 verboden waren, door de rechter ongedaan is gemaakt.
Poppe wil nu van de minister weten wat daarvan de gevolgen zijn i.v.m
zijn toezegging aan de Kamer om per 1 juli 2001 of uiterlijk per 1
januari 2002 te komen met een aanvullend import-, handels- en
toepassingsverbod voor dit gifhout, op grond van de Wet
milieugevaarlijke stoffen.
In januari 2000 heeft het College voor de Toelating van
Bestrijdingsmiddelen (CTB) besloten dat per 1 januari 2000 de
toelating van koperhoudende houtverduurzamingsmiddelen (waaronder
wolmanzout) te beëindigen voor impregneren van hout voor
toepassingen buitenshuis. Dit op grond van de geconstateerde
onaanvaardbare milieu-effecten en risico's voor de
volksgezondheid.
Het Nederlandse College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) heeft
dit besluit echter volledig teruggedraaid.
Poppe : " Nog in oktober 2000, hoorde de Kamer van de minister dat het
besluit nog van kracht was. Over het terugdraaien van de maatregel
door het CBB is de Kamer niet ingelicht. Dit is nog al slordig te
noemen. Het gaat hier om een jaarlijkse productie van meer dan 100.000
m3 hout dat alleen al door de concentratie arseen ongeveer 20 maal
boven de waarde voor gevaarlijk afval zit. Het impregneermiddel, met
name wolmanzout CCA, is afval van de metallurgische industrie. Pronk
moet dan ook zijn rug recht houden en doorzetten op een verbod, en
tussentijds verplichten dat de consument geïnformeerd wordt over
de giftigheid van dit geïmpregneerd hout".
Socialistische Partij