Productschappen Vee, Vlees en Eieren

nr.2 - 10 januari 2001

PVE-voorzitter Tazelaar: De deelsectoren moeten hard blijven nadenken over hun toekomstige structuren

Diverse geledingen in de vee-, vlees- en eiersector zullen moeten saneren en herstructureren. In zijn nieuwjaarstoespraak benadrukt voorzitter Tazelaar van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE), dat het in feite alleen de vraag is of het daarbij zal gaan om vormen van koude of van warme saneringen.

`Gesaneerd wordt er in elk geval', zo zegt de PVE-voorzitter. `De vraag is: wordt het een koude sanering die lang duurt en pijnlijk is voor de ondernemers, de werknemers en crediteuren, of wordt het een warme sanering, die in eerste instantie weliswaar geld kost, maar een koude sanering helpt te voorkomen.

Per geleding zijn de uitgangspunten en de behoeften verschillend, zo stelt de PVE-voorzitter. Zo is in de varkenssector de kostprijs al zo bepalend, dat deze de Nederlandse overheid geen ruimte laat voor verdere kostprijsverhogende maatregelen die vooruitlopen op de Europese regelgeving. Zelfs bij gezamenlijke Europese maatregelen dienen in WTO-verband compensaties afgedwongen te worden om de Nederlandse sector overeind te houden.

Een zeer belangrijk aspect is de prijs van het veevoer. PVE-voorzitter Tazelaar vraagt zich daarom af of de structuur van de Nederlandse mengvoerindustrie, met zo'n 200 vooral kleinere producenten, wel optimaal is georganiseerd. Er moeten in die sector kostenbesparingen mogelijk zijn, zo denkt de voorzitter.

Wat betreft de runderslachtsector wijst voorzitter Tazelaar erop, dat de NMa zich binnenkort uitspreekt of de voorgestelde warme sanering kan doorgaan. Zo ja, dan kan het bedrijfsleven in de rundersector de toekomst volgens de PVE-voorzitter weer wat optimistischer tegemoet treden. Ondanks de verbeteringen van de laatste jaren zullen volgens Tazelaar echter ook de varkensslachterijen vroeg of laat hun gezamenlijke overcapaciteit weer onder ogen moeten zien.

De pluimveesector heeft het rapport van de commissie Alders onderschreven. Tot zijn ongenoegen constateert voorzitter Tazelaar echter, dat de overheid en de maatschappelijke organisaties het sindsdien bij woorden hebben gelaten en niet zijn overgegaan tot implementatie.

Met de doorstart in de aanpak van Salmonella en Campylobacter (Actieplan 2000+) neemt het pluimveebedrijfsleven haar eigen verantwoordelijkheid.