12 januari 2001
Oratie prof.dr. Heleen M. Evenhuis: Mensen met een verstandelijk handicap:
normale burgers, bijzondere patiënten
Wereldprimeur aan EUR: eerste hoogleraar geneeskunde voor verstandelijk
gehandicapten
De geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten kent zoveel bijzondere
kenmerken dat het een eigen discipline in de medische wetenschap
rechtvaardigt. De formele erkenning van het nieuwe specialisme arts
voor verstandelijk gehandicapten vorig jaar en de start van de daarbij
behorende specialistische opleiding zijn een signaal dat de huidige
medische zorg voor mensen met een verstandelijke handicap in veel
gevallen niet toereikend is. Dit constateert professor Heleen Evenhuis
in haar rede Mensen met een verstandelijk handicap: normale burgers,
bijzondere patiënten waarmee zij op vrijdag 12 januari 2001 het
bijzonder hoogleraarschap geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten
aanvaardt in de Faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, vanwege de Stichting Steunfonds
Johannes Stichting.
Als bijzonder hoogleraar Geneeskunde voor verstandelijke gehandicapten
bekleedt professor Heleen Evenhuis wel een heel bijzondere bijzondere
leerstoel. Het is de eerste ter wereld voor geneeskunde voor
verstandelijk gehandicapten, specifiek voor lichamelijke aandoeningen.
Verstandelijk gehandicapten in Nederland naar schatting zon 120.000 -
hebben vaak een afwijkend ziektepatroon. Op het terrein van de
gedragsproblemen en psychiatrische aandoeningen zijn reeds in diverse
landen hoogleraren benoemd. Nederland kent twee bijzondere leerstoelen
in de psychiatrie, met veel aandacht voor verstandelijk gehandicapten,
waaronder een aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Een belangrijk criterium voor de kwaliteit van de gezondheidszorg in
een land is de levensverwachting van de bevolking. De
levensverwachting van mensen met een verstandelijk handicap is, ook in
de rijke landen, altijd korter geweest dan die van de rest van de
bevolking. De frequentie van ziekten en chronische aandoeningen bij
verstandelijk gehandicapten die het welzijn, de ontwikkeling en de
zelfstandigheid bedreigen is eveneens hoger. Het gaat daarbij om
motorische beperkingen en de gevolgen daarvan, zintuiglijke
beperkingen, onbehandelbare epilepsie, autisme, depressies en andere
psychiatrische aandoeningen. Velen moeten worden behandeld voor
meerdere chronische aandoeningen en handicaps tegelijk, hetgeen extra
complicaties geeft bij het behandelingsproces.
Het probleem is dat mensen met een verstandelijk handicap hun klachten
niet altijd op een goede manier onder woorden kunnen brengen en niet
altijd adequaat kunnen meewerken aan een behandeling. Bepaalde
methoden van onderzoek vragen bijzondere aandacht. Zo kunnen zij
bijvoorbeeld niet altijd letters of plaatsjes benoemen om hun ogen te
testen of meedoen aan een normaal gehooronderzoek. Ernstig
verstandelijk gehandicapten hebben bovendien moeite met de acceptatie
van een bril of hoortoestel.
Mevrouw Evenhuis pleit in haar rede voor de financiering door de
overheid van een stimuleringsprogramma Gezondheid van mensen met een
verstandelijk handicap dat als doel heeft de onacceptabele
achterstanden weg te werken. Een snelle en structurele verbetering van
de achterstanden in de gezondheidszorg voor verstandelijk
gehandicapten vereist haar inziens meer dan een deeltijd leerstoel en
af en toe een projectsubsidie.
Noot voor de pers:
Oratie: vrijdag 12 januari 2001, 16.00 uur
Plaats: Woudestein, Aula
Info: bij de hoogleraar, tel (010) 408 8011 of (0172) 642 449
e-mail: evenhuis@hag.fgg.eur.nl