Ministerie van Justitie
Persbericht Ministerraad
12 januari 2001
BEVOEGDHEDEN TOT VORDEREN GEGEVENS TELECOMMUNICATIE
AANGEPAST
Het kabinet heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Korthals van Justitie dat de
bevoegdheden aanpast om telecommunicatiegegevens te vorderen. Het wetsvoorstel bevat in feite
twee voorstellen. Het eerste voorstel behelst een wijziging van het Wetboek van Strafvordering en
gaat over de modernisering van de bevoegdheid van de officier van justitie om verkeersgegevens te
vorderen bij aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en -diensten. Deze gegevens
betreffen het telecommunicatieverkeer van de gebruiker. Hierdoor kan inzicht worden verkregen in
telecommunicatiegedrag en het patroon van contacten van een persoon.
Het gaat om een reeds bestaande bevoegdheid die wordt aangepast omdat door ontwikkelingen in
de telecommunicatietechniek meer verkeersgegevens beschikbaar komen dan tot nu toe het geval
was. Het voorstel beoogt duidelijkheid te verschaffen over de vraag welke van deze gegevens onder
de bevoegdheid vallen, door te bepalen dat die gegevens worden aangewezen bij algemene
maatregel van bestuur. De bevoegdheid kan worden toegepast in geval van een verdenking van een
misdrijf waar 4 jaar of meer op staat en in een onderzoek naar het in georganiseerd verband
beramen of plegen van misdrijven die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren.
Het tweede voorstel bevat de regeling van een bevoegdheid in het Wetboek van Strafvordering tot
het vorderen van gegevens betreffende naam, adres, postcode, woonplaats, nummer en soort dienst
van personen die gebruik maken van openbare telecommunicatienetwerken of -diensten. Deze
zogeheten gebruikersgegevens stellen de opsporingsambtenaar in staat na te gaan met welke
persoon hij van doen heeft als hij bijvoorbeeld een bepaald nummer of adres heeft. Het leggen van
dergelijke verbanden vormt een onmisbaar onderdeel van het strafvorderlijk onderzoek.
De bevoegdheid kan door een opsporingsambtenaar worden toegepast in geval van een verdenking
van een strafbaar feit, of in een onderzoek naar het in georganiseerd verband beramen of plegen van
misdrijven die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren en in een verkennend onderzoek.
Het vergaren van gebruikersgegevens voor opsporingsdoeleinden gebeurt nu op grond van de Wet
persoonsregistraties.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal
worden toegezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden
pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
RVD, 12.01.2001