Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht Ministerraad
12 januari 2001

HEIMELIJK CAMERATOEZICHT WORDT STRAFBAAR

Cameratoezicht zonder dat dit duidelijk kenbaar is gemaakt wordt strafbaar. Naar huidig recht is dit slechts strafbaar wanneer het plaatsvindt in winkels of horecagelegenheden (artikel 441b Wetboek van Strafrecht). Voorgesteld wordt deze strafbaarstelling uit te breiden tot alle voor het publiek toegankelijke plaatsen. Het heimelijk `wederrechtelijk vervaardigen van een afbeelding van een persoon met behulp van een daartoe aangebracht technisch hulpmiddel' kan worden bestraft met een maximum straf van twee maanden hechtenis of een geldboete van maximaal 10.000 gulden. Dat staat in een wetsvoorstel van minister Korthals waarmee het kabinet heeft ingestemd. Het voorstel wordt om advies aan de Raad van State gestuurd.

De strafbaarstelling van heimelijk cameratoezicht heeft tot gevolg dat toezichtscamera's alleen zijn toegestaan indien dit duidelijk, bijvoorbeeld door een bord wordt aangegeven. Op deze wijze wordt het grondrecht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer ook in de publieke ruimte zoveel mogelijk gewaarborgd.
Met het vervaardigen van afbeeldingen wordt niet alleen het vastleggen van beelden bedoeld. Ook het weergeven bijvoorbeeld via een monitor van `live'-beelden valt onder de bepaling. De strafbaarstelling maakt het gebruik van verborgen camera's in de journalistiek niet onmogelijk. Het recht op vrije nieuwsgaring kan onder omstandigheden de aantasting van de persoonlijke levenssfeer van een met een verborgen camera gefilmde persoon rechtvaardigen. Het gebruik van webcams die gericht zijn op voor het publiek toegankelijke plaatsen en niet kenbaar zijn gemaakt is evenmin per definitie strafbaar als gevolg van de wetswijziging. Zij zijn in de regel niet bedoeld om een persoon in beeld brengen maar bieden veelal beelden van een openbare ruimte zonder herkenbare personen. Als een webcam wel is aangebracht met het doel heimelijk afbeeldingen van een persoon te vervaardigen is degene die de camera aanbrengt uiteraard wel strafbaar. Ook andere camera's die niet zijn aangebracht met het doel personen te filmen vallen niet onder de strafbepaling. Hierbij valt te denken aan camera's die zijn aangebracht voor het verkeerstoezicht. Camera's die niet op een of andere manier zijn geïnstalleerd of op andere wijze aangebracht vallen evenmin onder de strafbepaling. Dit betekent dat degene die gewoon op straat met een camera opnamen maakt buiten het bereik van de strafbepaling blijft.

Ook de bestaande bepaling (artikel 139f Wetboek van Strafrecht) die betrekking heeft op het heimelijk vervaardigen van een afbeelding van een persoon in een woning of een niet voor het publiek toegankelijk lokaal wordt in het wetsvoorstel aangepast. Voorgesteld wordt de bepaling niet langer alleen voor niet-publieke lokalen te laten gelden maar voor niet-publieke plaatsen (een afgesloten tuin bijvoorbeeld). Hierdoor sluiten beide strafbepalingen beter op elkaar aan.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 12.01.2001