Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Persbericht Ministerraad
12 januari 2001

PUBLIEK DEBAT OVER BIOTECHNOLOGIE EN VOEDSEL

De ministerraad heeft ingestemd met de opzet en organisatie van het publieke debat over het gebruik van moderne biotechnologie bij de productie van voedsel, dat het komende jaar zal worden gevoerd.
Het debat heeft tot doel de meningsvorming onder de bevolking te bevorderen over de vraag of en onder welke voorwaarden de toepassing van biotechnologie in voedselproductie acceptabel is. Het debat zal de kennis van het publiek over de ontwikkelingen op dit vlak moeten vergroten. Daarnaast zullen in het debat de meningen en standpunten die in de samenleving bestaan over de toepassing van biotechnologie in de voedselproductie op een gestructureerde manier worden bediscussieerd.

Thema's die bij het debat aan de orde komen zijn: voedselveiligheid; voeding en gezondheid; voedselzekerheid; voedselproductie en duurzaamheid; belangen van burgers en consumenten, waaronder etikettering en keuzevrijheid.

Om het publieke debat te regisseren wordt een onafhankelijke commissie biotechnologie en voedsel ingesteld die in januari 2002 rapporteert over het debat en eventueel met aanbevelingen komt voor het kabinet.

De commissie bestaat uit de volgende personen:

- Dr. J.C. Terlouw, voorzitter;

- Prof. Dr. E.R. Seydel (hoogleraar psychologie en communicatiewetenschappen, Universiteit Twente);

- mw. R.M. Dorrestein (schrijfster);

- Prof. Dr. Ir. F.J. Kok (hoogleraar voeding en gezondheid, Wageningen UR);
- Ir. H.C. Scheffer (voorzitter Raad van Bestuur Internatio Müller);
- mw. M.D.A.M. Veraart (leidt een akkerbouwbedrijf en voorzitter Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt);

- Prof.Dr.H. Galjaard (hoogleraar humane genetica, Erasmus Universiteit Rotterdam);
- mw.Dr. H.M. de Boois (voorzitter Vogelbescherming Nederland en lid Raad voor het Landelijk Gebied);

- De commissie zal zo spoedig mogelijk worden aangevuld met een deskundige op het gebied van de voedselzekerheid, in het bijzonder in relatie tot ontwikkelingslanden.

Het rapport van de commissie zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit zal worden gevolgd door een kabinetsstandpunt.

RVD, 12.01.2001


Kamerstuk 12 januari 2001


Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Het publieke debat biotechnologie en voedsel

Kamerstuk | 12-01-2001

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: PBB. 2001/6
datum: 12-01-2001
onderwerp: Het publieke debat biotechnologie en voedsel

Geachte Voorzitter,

Ter uitvoering van de motie Van Ardenne-van der Hoeven c.s. (TK vergaderjaar 1998-1999, 26407, nr. 8) is in de Integrale Nota Biotechnologie (INB) die het kabinet op 28 september jl. aan u heeft aangeboden (stuk 27 428), een publiek debat over biotechnologie en voedsel aangekondigd. Zoals daarin toegezegd informeer ik u, mede namens mijn ambtgenoten van VWS, EZ, OCW en VROM, hierbij nader over de inrichting van het publieke debat biotechnologie en voedsel en over de samenstelling van de Commissie Biotechnologie en Voedsel die de regie hierover gaat voeren.

Zoals blijkt uit de INB ziet het kabinet de moderne biotechnologie als een sleutel-techno-logie die verantwoord en zorgvuldig moet worden toegepast. De marktintroductie van genetisch gemodificeerde maïs en soja enige jaren geleden heeft ertoe geleid dat ingrediënten die daarvan afkomstig zijn in veel voedingsmiddelen worden verwerkt. Deze introductie heeft aanleiding gegeven tot de nodige discussie in de samenleving. Verwacht wordt dat nieuwe toepassingen van moderne biotechnologie in de toekomst leiden tot voedingsmiddelen met herkenbare voordelen voor de consument, zoals gezondheids-voordelen. De opinievorming over de genoemde toepassingen is tot nu toe niet gestructureerd verlopen. In de discussies die hierover in de samenleving worden gevoerd blijkt veelal de vraag centraal te staan, of alles wat technisch kan ook gewenst, veilig en maatschappelijk-ethisch aanvaardbaar is. Veel van deze discussies zijn weinig toegankelijk voor het brede publiek.

Doelen en randvoorwaarden van het publieke debat

Het kabinet heeft in de INB aangegeven het publieke debat te willen richten op de ethische en maatschappelijke aspecten van moderne biotechnologie en voedsel. Als hoofddoel van het publieke debat vermeldt de INB het verhelderen onder welke randvoorwaarden biotechnologie met betrekking tot voedsel maatschappelijk acceptabel is. Dit betekent niet dat het kabinet met het debat beoogt de acceptatie in de samenleving van het gebruik van moderne biotechnologie in voeding als zodanig te bevorderen. Om dit te accentueren komt de regie van het debat op afstand van de overheid te liggen.
Dit bevordert een onafhankelijke informatievoorziening en faciliteert op een objectieve wijze de publieke discussie. Zo hoopt het kabinet een breed publiek te interesseren voor het debat. Dit wordt van groot belang geacht. Het publieke debat zoals dat het kabinet voor ogen staat, is een goede methode om de bevolking te laten meedenken of èn wanneer er sprake is van zorgvuldige en acceptabele toepassingen van biotechnologische ontwikkelingen. Hierbij kunnen de ethische overwegingen, veiligheidsrisico's en kansen en mogelijkheden in samenhang worden besproken.
Het publieke debat over biotechnologie en voedsel beoogt ten eerste om informatie onder een zo breed mogelijk publiek, onder meer via bestaande organisaties, te verspreiden. Daarbij zullen zoveel mogelijk partijen worden betrokken, zoals de industrie, maatschappe-lijke organisaties en wetenschap. Hierdoor wordt helder welke opvattingen en stand-punten er in de samenleving leven over biotechnologie en voedsel.
De tweede doelstelling is het publiek en betrokken partijen gelegenheid te bieden om door middel van een gestructureerde discussie meningen en standpunten uit te wisselen èn te vormen over de vraag onder welke randvoorwaarden het gebruik van moderne biotechno-logie bij voedsel voor hen aanvaardbaar is. Het rapport van de commissie zal worden toegestuurd aan de Tweede Kamer. Dit zal worden gevolgd door een kabinetsstandpunt waarin zal worden aangegeven of èn zo ja, welke consequenties het kabinet daaraan verbindt voor zijn beleid.

Taken Commissie Biotechnologie en Voedsel

Overeenkomstig het kabinetsbesluit heb ik een Commissie Biotechnologie en Voedsel ingesteld die de taak heeft van januari tot en met december 2001 het debat te regisseren. De commissie zal de organisatie verzorgen van het publieke debat. In dit verband is de commissie ook verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang en de kwaliteit van het debat. De tweede taak betreft het rapporteren van de uitkomsten van het debat aan het kabinet in januari 2002. Zo de commissie dat wenst, zal zij deze rapportage vergezeld doen gaan van eigen aanbevelingen.
Ik heb de commissie gevraagd het debat zo in te richten dat in ieder geval de volgende vraagstukken in relatie tot biotechnologie aandacht krijgen:

* voedselveiligheid;
* voeding en gezondheid;
* voedselzekerheid (met name in ontwikkelingslanden);
* voedselproductie en duurzaamheid;
* belangen van burgers en consumenten, waaronder etikettering en keuzevrijheid.

Tevens heb ik de commissie gevraagd bij de invulling van deze vraagstukken de volgende aspecten te betrekken: ethiek, de rol van de overheid (onder andere toezicht en hand-having) en de internationale en Europese dimensie.

Voor het goede verloop van haar werkzaamheden wordt de commissie ondersteund door een secretaris die zal worden gedetacheerd vanuit het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De uitvoering van de activiteiten in het kader van het debat zal in handen komen van een projectorganisatie waaraan de Stichting Voedingscentrum Nederland, de Stichting Consument en Biotechnologie en de Stichting Weten deelnemen. Een stuurgroep bestaande uit de ministeries van LNV, VWS, EZ, VROM en OCW zal het gehele proces begeleiden. Het publieke debat zal naar verwachting enkele miljoenen guldens kosten. Deze kosten zullen worden gedekt uit de LNV-begroting.

Samenstelling Commissie Biotechnologie en Voedsel

Bij de samenstelling van de Commissie Biotechnologie en Voedsel heb ik gestreefd naar een spreiding van deskundigheden en aandachtsvelden. De commissie bestaat uit de volgende personen:

* Dr. J.C. Terlouw, voorzitter;
* Prof.dr. E.R. Seydel (hoogleraar psychologie en communicatiewetenschappen, Universiteit Twente);
* mw. R.M. Dorrestein (schrijfster);
* Prof.dr.ir. F.J. Kok (hoogleraar voeding en gezondheid, Wageningen UR);
* Ir. H.C. Scheffer (voorzitter Raad van Bestuur Internatio Müller);
* mw. M.D.A.M. Veraart (leidt een akkerbouwbedrijf en voorzitter Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt);
* Prof.dr. H. Galjaard (hoogleraar humane genetica, Erasmus Universiteit Rotterdam);
* mw. dr. H.M. de Boois (voorzitter van Vogelbescherming Nederland en lid Raad voor het Landelijk Gebied).

De commissie zal zo spoedig mogelijk nog worden aangevuld met een deskundige op het gebied van de voedselzekerheid, in het bijzonder in relatie tot ontwikkelingslanden.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst