VERGADERING VAN 12 JANUARI 2001
Ontwerpdecreet intergemeentelijke samenwerking
Op voorstel van minister Johan SAUWENS keurde de Vlaamse regering het ontwerpdecreet op de intergemeentelijke samenwerking definitief goed. Een voorontwerp werd eer- der door de Vlaamse regering goedgekeurd op 30/6/2000, en voor advies bezorgd aan de SERV, de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur, de MiNa-raad en de Raad van State. Na verwerking van de belangrijkste elementen uit deze adviezen werd het ontwerp vandaag definitief goedgekeurd. Het zal worden ingediend bij het Vlaams Parlement.
Met het decreet wordt uitvoering gegeven aan een expli-
ciet engagement in het Vlaams Regeerakkoord van 1999.
Het decreet op de intergemeentelijke samenwerking streeft
voornamelijk twee doelstellingen na, enerzijds een diver-
sificatie en versoepeling van de samenwerkingsvormen, en
anderzijds een democratisering van de intergemeentelijke
samenwerking.
Diversificatie van samenwerkingsvormen
Gemeenten kunnen kiezen uit een menu van samenwerkings-
vormen. Het kan gaan om samenwerkingsverbanden met of
zonder rechtspersoonlijkheid, met of zonder beheers-over-
dracht. In concreto onderscheidt men vier samenwerkings-
vormen.
Een eerste vorm, de interlokale vereniging, betreft een
samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid. Zij
wordt opgericht middels een gewone overeenkomst. Vooral
voor heel concrete, in omvang beperkt intergemeentelijke
projecten (de levering van een goed of van een dienst, of
de uitvoering van een werk) lijkt deze lichte samenwer-
kingsvorm geschikt.
De drie overige vormen betreffen de intercommunales, of
samenwerkinsgverbanden mét rechtspersoonlijkheid.
De eerste, meest soepele, vorm is die van de project-ver-
enigingen. Zij wordt gecreëerd voor een periode van
maximum 6 jaar, en komt vooral in aanmerking voor klein-
schalige projecten die een beperkt aantal gemeenten aan-
belangen en waarvan de verwezenlijking een kort tijdsver-
loop vergt. Deze vorm beoogt de inflatie te beletten van
het grote aantal gemeentelijke vzw's.
De tweede, iets zwaardere vorm, heet de dienstverlenende
vereniging. Zij wordt gecreëerd voor maximaal 18 jaar.
Als voorbeeld gelden hier de huidige streekontwikkelings-
intercommunales.
De derde vorm, de opdrachthoudende vereniging, is de
enige vorm die voorziet in een bevoegdheidsoverdracht
door de gemeenteraden. Het zijn met andere woorden de
intercommunales zoals ze vandaag bestaan. Ook zij worden
gecreëerd voor een periode van maximaal 18 jaar. Onder
de huidige wetgeving beloopt dat maximaal 30 jaar.
Democratisering intergemeentelijke samenwerking
Het ontwerpdecreet herwaardeert de rol van de gemeen- te(raad), en voorziet dat vooral de gemeenteraden, en niet langer het college van burgemeester en schepenen de belangrijkste beslissingen nemen. Elk mandaat voor de algemene vergadering wordt door een gemeenteraadsbeslis- sing verleend. Ook alle statutenwijzigingen moeten wor- den voorgelegd aan de gemeenteraden. De bestuurders van de intercommunales brengen verder minstens eens per jaar verslag uit aan gemeenteraad. Ook dat is nieuw.
De vertegenwoordigers van de gemeente in de inter-gemeen-
telijke samenwerkingsorganisaties zijn in principe raads-
lid. Met twee-derdenmeerderheid kunnen evenwel ook des-
kundigen worden afgevaardigd.
Verder wordt - om ongezonde machtsconcentraties te voor-
komen - voorzien in een statutaire inperking van de doel-
stellingen van de intercommunales.
Elementen van bestuurlijke vernieuwing
Het ontwerpdecreet voorziet in een 'sperperiode' in het
jaar van de gemeenteraadsverkiezingen. Dan is geen
oprichting, verlenging, toetreding of statutenwijziging
mogelijk. Verder geldt een cumulatiebeperking. Bestuur-
ders mogen in het huidige voorstel ook niet meer dan twee
bestuursmandaten in intercommunales bekleden. Verder
worden ook een aantal onverenigbaarheden ingevoerd. De
bestuurders mogen geen lid zijn van een regering of wet-
gevende vergadering.
Keuze voor zuivere intercommunales
Het ontwerpdecreet opteert voor "zuivere" intercommuna-
les, waar in principe uitsluitend de gemeenten deel van
uitmaken.
De modaliteiten volgens dewelke de overgang zal geschie-
den van de huidige gemengde intercommunales naar de zui-
vere intercommunale samenwerkingsvormen, zullen worden
vastgesteld na bespreking in de Vlaamse regering.
Financiële implicaties
De Vlaamse regering is er gerust in dat er op middellange
termijn geen financieringsprobleem zal bestaan voor de
gemeenten, wanneer de private sector zich uit de gemengde
intercommunales terugtrekt - en daarvoor door de gemeen-
ten moeten worden vergoed.
De kostprijs van deze operatie zou grotendeels kunnen
worden gedekt door gemeentelijke inkomsten ingevolge o.a.
de verkoop door de gemengde intercommunales van Telenet-
aandelen en de kabel, of beleggingen in Electrabel en
Distrigas-aandelen.
Verder is een erg ruime overgangsperiode voorzien die de
financiële weerslag van de operatie ook op langere ter-
mijn beheersbaar houdt.
persinfo : Koen Jongbloet, woordvoerder van
minister Sauwens - tel. 02 - 553 23 11
e-mail: persdienst.sauwens@vlaanderen.be