Persberichten
Nederlandse F-16´s in de Balkan-vredesmissies
12-01-2001
Mede namens minister Buitenlandse Zaken bericht ik u over de recente veranderingen in de Nederlandse bijdrage aan de Navo-luchtcomponent ´Bosnia and Kosovo Air Component´ BKAC).
De BKAC steunt Kfor en Sfor door de preventieve aanwezigheid van Navo-gevechtsvliegtuigen in het luchtruim boven Kosovo en Bosnië. Ze kunnen in geval van nood de grondtroepen bijstaan met tactische luchtsteun. Voorts heeft de BKAC taken op het gebied van luchtverkenning, tankeroperaties en medische evacuatie door de lucht. Nederland draagt aan de BKAC onder andere bij in een binationaal samenwerkingsverband met België. Deze ´Deployable Air Task Force´ (DATF) is gestationeerd in Amendola (Italië) en bestaat uit acht F-16 gevechtsvliegtuigen, waarvan vier uit België en vier uit Nederland.
Nederland hecht mede waarde aan deze bijdrage aan de BKAC vanwege de
aanwezigheid van de Nederlandse Sfor-eenheden op de grond in Bosnië.
Daarnaast blijft Nederland, doordat de BKAC ook boven Kosovo kan
worden ingezet, in enige mate betrokken bij Kfor, ook ná de
concentratie op Sfor. Voorts is de samenwerking met België op dit
gebied een goed voorbeeld van Europese defensiesamenwerking en het op
elkaar laten aansluiten van bijdragen van afzonderlijke lidstaten aan
vredesoperaties.
In juni 2000 heeft de Navo-opperbevelhebber voor Europa (Saceur)
vastgesteld dat met het oog op de veiligheidssituatie voor het
uitvoeren van de vredesoperaties in de Balkan 22
Navo-gevechtsvliegtuigen toereikend zijn. Hij besloot het aantal
gevechtsvliegtuigen in de BKAC van 41 terug te brengen naar 22. Voorts
achtte hij het op hun respectieve thuisbases gereedhouden van
gevechtsvliegtuigen die op korte termijn tactische luchtsteun kunnen
geven niet langer noodzakelijk. Hieronder vallen ook de twee F-16´s
die op verzoek extra aan de Navo ter beschikking zijn gesteld voor
tactische luchtsteun. Op de drie Nederlandse F-16´s die gereedstaan
voor verkenningsvluchten kan nog wel een beroep worden gedaan. De
situatie in het luchtruim boven Bosnië is thans verder genormaliseerd.
Het grootste gedeelte is vrijgegeven voor civiel, commercieel gebruik.
Nederland en België hechten waarde aan een blijvende betrokkenheid in de BKAC. Een inzet van minder dan vier gevechtsvliegtuigen is om redenen van doelmatigheid en op operationele gronden echter niet wenselijk. Besloten is de binationale samenwerking te intensiveren. België en Nederland leveren ieder een detachement van vier F-16 gevechts-vliegtuigen. De detachementen roteren volgens een jaarlijks schema waarin Nederland drie keer twee maanden opkomt en België twee keer drie maanden. De twee nationale ondersteunende grondeenheden in Amendola zijn samengevoegd tot één binationaal kerndetachement. Ondanks het roteren van de nationale detachementen blijft Nederland aldus permanent betrokken bij de luchtoperaties boven de Balkan. In het DATF-kerndetachement zijn permanent negen Nederlandse militairen opgenomen. België vult de eerste rotatie gevechtsvliegtuigen. De Nederlandse F-16´s zijn daarom op 4 januari j.l. teruggekeerd naar de thuisbasis. Vanaf 15 april neemt Nederland voor twee maanden de taken van de BKAC over. Met dit rotatiemodel kunnen in de toekomst eventuele wijzigingen van de BKAC gemakkelijk worden opgevangen.
Het intensiveren van de Belgisch-Nederlandse samenwerking maakt de
Nederlandse bijdrage aan de BKAC meer doelmatig, zowel in termen van
personele inspanning (uitzenddruk) als financiële inspanning (kosten).
Het in Nederland gereedhouden van vliegtuigen brengt geen kosten met
zich mee, waardoor de jaarlijkse additionele kosten voor de
Nederlandse bijdrage aan de BKAC dalen van achttien naar negen miljoen
gulden. De reductie in de uitzendbelasting van het grondpersoneel van
de Koninklijke luchtmacht bedraagt ongeveer 70 procent, doordat het
kerndetachement binationaal is samengesteld en de F-16 detachementen
nationaal worden afgewisseld. De personele sterkte van deze
detachementen kan worden verminderd van ongeveer 125 naar ongeveer 55
personen.
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
mr. F.H.G. de Grave