Gemeente Leiden

Sprekend Steen

'Een dorpje binnen de stad'

In de Hoefstraat, een zijstraat van de Doezastraat, is de inscriptie boven de poort moeizaam te ontcijferen: 'Het hofje van Barent van Namen. Opgerigt anno 1730. Verniewt anno 1788.' De tekst is misleidend. De dertien huisjes, speels in blokjes van twee tot vier woningen rond een fraaie tuin gegroepeerd, zijn niet ouder dan 1915.

Omdat de huisjes zo klein zijn, worden feestjes soms gehouden in het regentenhuisje, waar vroeger de beheerders woonden. Tegenwoordig biedt het onderdak aan heel veel fietsen. 'Het licht doet het niet', verontschuldigen de bewoners, maar in het schijnsel van een aansteker komt een fraaie natuurstenen schouw tevoorschijn met Neo-Lodewijk XVI-decoraties.

Onheilspellend gekraak
Portretten van vroegere regenten staren, beschuldigend haast, in het 'rommelhok'. Een laaghangende kroonluchter is met een touw opzij gehangen ('anders stoot je steeds je hoofd'). Achter een deur een kastkleine ruimte: nog meer fietsen, verticaal opgehangen. 'Boven het plafond moet daar nog een ruimte zijn, maar we hebben geen idee hoe je daar kunt komen', zegt bewoner Jaap ten Hoorn. 'Ik heb er wel eens geluiden gehoord', zegt Patricia van Niekerk, studente, onheilspellend, 'net alsof er iemand zat. Maar misschien kraakten er alleen wat planken.'
In 1915 is het oorspronkelijk hofje helemaal tegen de vlakte gegaan en opnieuw gebouwd. Door de creatieve indeling van het nieuw gebouwde hofje is het compleet anders dan de meeste hofjes, waar de huisjes in strakke carrévorm rond een plein of tuin staan. 'Het voordeel van deze vorm', legt Jaap uit, 'is dat je niet vanuit elk huis bij iedereen naar binnen kunt kijken. Je hebt meer privacy.' Behalve in het huisje op nummer 8. 'Dat is de portierswoning', vertelt Jiddeke van der Kamp, die nu drie jaar in het hofje woont. 'Dat lijkt echt gebouwd te zijn om alles in de gaten te houden.'

Van de trap gevallen
Oorspronkelijk was het hofje alleen bestemd voor mensen van boven de vijftig. Tegenwoordig wonen er vooral studenten en werkende jongeren. Jaap, die er al twintig jaar woont, heeft de overgang nog meegemaakt. 'Al die oudjes hadden zich voor vijfenzeventig gulden ingekocht. Ik was een van de eersten die huur ging betalen én de eerste werkende jongere in het hofje. In die tijd zijn er ook een aantal oudjes van de trap gevallen.' De trappen zijn dan ook steil en smal. Noodzakelijk, omdat de huisjes erg klein zijn. Een woonkamer, die als je er met vier mensen zit al stampvol is, een keukentje, en een zolder met een douche en een slaapkamer.
Hoewel er veel privacy is en iedereen z'n eigen gang gaat is het hofje, zoals Jaap het noemt, 'een dorpje binnen de stad.' Zodra je de poort doorbent, kom je in een oase van rust. 'En er is altijd wel iemand buiten om een praatje mee te maken', licht Patricia toe. 'Dat is in een studentenhuis ook zo, maar hier heb je alles helemaal voor jezelf en toch ook de gezelligheid van een kleine gemeenschap.'

Sprekend Steen in kaart gebracht
Leiden telt 200 'jonge monumenten' die gebouwd zijn tussen 1850 en 1940. Veel van deze stadsparels zijn ontmoetingsplaatsen geworden. De Stadskrant wijdt een serie reportages aan deze sociale ankers van Leiden. Vandaag deel negen: Barent van Namenhofje aan de Hoefstraat.

Plaquette
Naam: Barent van Namenhofje
Geschiedenis: Oorspronkelijk gebouwd in 1730, om onderdak te bieden aan ouderen. Opnieuw gebouwd in 1915. Tegenwoordig wonen er vooral studenten en werkende jongeren.
Architect: W.C. Mulder
Uitvoering: Twaalf woonhuisjes en een regentenhuisje Opvallend: Poortje met achttiende-eeuwse gevelsteen, regentenhuisje met oorspronkelijke interieurelementen.

Knus en toch privé. Het kan allemaal in het Barent van Namenhofje.