Persberichten
Luchtvaartsector: nog geen antwoord op vraag groei Schiphol
De Nederlandse luchtvaartsector kan nog geen definitief uitsluitsel
geven over de mogelijkheden voor verdere groei op Schiphol op de lange
termijn. Dat heeft de sector aan minister Netelenbos van Verkeer en
Waterstaat laten weten in een tussenrapportage over het onderzoek naar
een beperkte herconfiguratie van Schiphol.
In december 1999 besloot het kabinet dat er voorlopig geen eiland in
de Noordzee komt en dat de verdere groeimogelijkheden van het
luchtverkeer van en naar Nederland voor de lange termijn in eerste
instantie op Schiphol moeten worden gezocht. Grootschalige
aanpassingen van het banenstelsel werden daarbij als onrealistisch
beschouwd. Aan de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen,
Luchtverkeerleiding Nederland (LVNL) en Schiphol Group werd vervolgens
gevraagd om te onderzoeken of er mogelijkheden bestaan om de verwachte
groei binnen de gestelde voorwaarden voor milieu en veiligheid op
Schiphol opte vangen door een beperkte aanpassing van het in 2003
operationele vijfbanenstelsel.
In het afgelopen jaar heeft de luchtvaartsector hiertoe een aantal
banenstelsels onderzocht. Daarbij is gebleken dat binnen de gestelde
geluidsgrenzen drie stelsels nog een substantiële groei mogelijk
maken. Hiervan scoort het stelsel 6P met een extra noord-zuidbaan
tussen de Zwanenburgbaan en de geplande vijfde baan het beste. Dit
levert de meeste capaciteit op tegen de laagste investeringen en
geluidsbelasting. Het 6P-stelsel heeft echter een groot nadeel: in ca.
10% van de tijd treedt als gevolg van weersomstandigheden (m.n. harde
dwarswind) een groot verlies aan capaciteit op. Dat is een belangrijk
knelpunt voor een betrouwbare huboperatie. De sector wil het komende
jaar verder onderzoek doen naar de mogelijkheden om deze terugval te
beheersen. Daarbij zal ook worden bekeken of deze terugval kan worden
verminderd door aanleg van een parallelle Kaagbaan. Ook daaraan kleven
echter grote operationele problemen.
De luchtvaartsector heeft daarom aan de minister laten weten, dat zij
in 200 1 een verdere gedetailleerde studie wil doen naar de
operationele betrouwbaarheid van de overgebleven ontwikkelingsopties
in relatie tot de belasting voor de omgeving. Daarnaast wil de sector
een integrale risicoanalyse uitvoeren van het lucht- en baangebruik
bij grote verkeersvolumes en een integraal ontwikkelingsplan opstellen
voor doorgroei van Schiphol naar meer dan 60 miljoen passagiers.
Daarbij gaat het met name om de inrichting van het luchthavenareaal,
de landzijdige ontsluiting, de bereikbaarheid en de ruimtelijke
consequenties voor de omgeving.
Totdat deze vervolgstudies in de tweede helft van 2001 klaar zijn,
vraagt de luchtvaarsector van de minister om een ruimtereservering
voor de twee banenstelsels die nog verder worden onderzocht en voor
een tweede passagiersareaal.