Provincie Utrecht

Persbericht
04 januari 2001

Provincie houdt vast aan uitbreiding stortplaats Smink

De provincie Utrecht ziet geen reden om de nieuwe milieuvergunning voor de stortplaats van Smink in Amersfoort te schorsen. Dat zeiden vertegenwoordigers van de provincie vanmorgen bij de Raad van State. Die behandelde het verzoek van de vereniging Geen Uitbreiding Stort (GUS) om de milieuvergunning die gedeputeerde staten in augustus verleend hebben te schorsen tot dat duidelijk is of deze vergunning definitief van kracht wordt.

De omwonenden van de stortplaats, verenigd in de vereniging GUS, zijn tegen de voorgenomen uitbreiding van de stortplaats. Ze hebben daarom bij de Raad van State beroep aangetekend tegen de milieuvergunning en tegen de lozingsvergunning die waterschap Vallei en Eem tegelijkertijd heeft verleend aan Smink Afvalverwerking. Dat beroep wordt door de Raad van State in een zogenaamde bodemprocedure behandeld.

Die behandeling en dus ook de uitspraak laten vermoedelijk nog geruime tijd op zich wachten, terwijl intussen wel al de nieuwe vergunning zou gelden. De omwonenden vinden dat de vergunning om een aantal redenen (nog) niet gebruikt mag worden. Daarom heeft GUS de Raad van State gevraagd de verleende vergunning voorlopig te schorsen, in afwachting van de bodemprocedure.

De provincie meent dat het helemaal niet nodig is de vergunning tijdelijk op te schorten, omdat de firma Smink voorlopig niet kan beginnen met de daadwerkelijke uitbreiding van de stort. Het bestemmingsplan Lindeboom, waarin de uitbreiding van de stort planologisch wordt geregeld, is namelijk nog niet definitief vastgesteld door de gemeente Amersfoort. Het bestemmingsplan wordt naar verwachting eind 2001van kracht; tot dan kan Smink niet starten met de aanleg van nieuwe stortcompartimenten. Volgens de juristen van de provincie zijn de redenen die GUS aanvoert om de vergunning buiten werking te stellen niet zo spoedeisend, dat niet gewacht kan worden op de behandeling van de bodemprocedure door de Raad van State. Daarbij voert de vereniging een aantal argumenten aan die betrekking hebben op de huidige situatie (en de handhaving van de huidige vergunning) en niet op de nieuwe vergunning.

In de bestreden vergunning wordt overigens niet alleen de uitbreiding van de stortplaats geregeld. De provincie benadrukt dat er ook veel nieuwe voorschriften zijn opgenomen die juist een verbetering betekenen voor het milieu en voor de omgeving van de afvalstort. De vergunning bevat bijvoorbeeld strengere eisen voor de geuroverlast en voor de maximale afstand tussen de onderkant van de afvalberg en het grondwater.

Gedeputeerde staten wijzen er op dat naleving van deze regels door Smink niet kan worden afgedwongen zolang de vergunning geschorst is. Volledige schorsing van de vergunning zou juist in het nadeel zijn van de omwonenden. Ook de sanering van de oude vuilstort De Lindeboom kan niet ter hand worden genomen zolang de nieuwe vergunning geen rechtskracht heeft. De sanering is nodig omdat dit terrein deel uit gaat maken van het afvalverwerkingsbedrijf.

Voor nadere informatie: Karin Obdeijn, 030 - 258 2192 of karin.obdeijn@provincie-utrecht.nl