Ministerie van Financien

Titel: NOG VEEL WERK EUROVOORBEREIDING BIJ GEMEENTEN



Persberichtnr.


01/010


Den Haag

15 januari 2001

NOG VEEL WERK EUROVOORBEREIDING BIJ GEMEENTEN

Gemeenten hebben vooruitgang geboekt bij de voorbereiding op de introductie van de chartale euro. De situatie is echter nog niet geruststellend. De voorbereidingen voor de euro-invoering blijken erg tijdrovend te zijn. De noodzakelijke stappen worden vaak uitgesteld. Interne capaciteitsproblemen, gebrek aan bestuurlijke betrokkenheid en samenloop met andere urgente beleidswijzigingen zijn mede oorzaak van het gebrek aan voortgang.

Dit staat in de achtste voortgangsrapportage Euro en overheid, over de voortgang van mede-overheden met betrekking tot de invoering van de chartale euro.

Deze rapportage is vandaag door de minister van Financiën aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Uit de nota blijkt verder dat een beperkte groep van vooral kleinere gemeenten nog helemaal niets heeft gedaan aan de eurovoorbereiding. Die groep is echter flink afgenomen (van 14 naar 4 procent in een jaar).

Een behoorlijk deel van de grotere gemeenten heeft in het monitoronderzoek niet aan kunnen tonen dat de planning- en analyse fase volledig is afgerond, terwijl het streven was dit per 1 mei 2000 te realiseren. De risicos voor deze groep zijn groter dan bij kleine gemeenten, vanwege de grotere omvang en complexiteit van hun europrojecten. De terugvaloptie van handmatige correctie ontbreekt.

Alle colleges van B&W hebben een individuele terugkoppeling gekregen van de monitorresultaten. Dit jaar zal een reeks van activiteiten en bijeenkomsten plaatsvinden. Er zal een laatste serie regionale eurodagen voor gemeenten worden georganiseerd, waarin de realisatie- en testfasen centraal staan. Door de VNG zal in een bijeenkomst voor alle portefeuillehouders op bestuurlijk niveau aandacht worden gevraagd voor het europroject. Binnenkort komt een testhandreiking beschikbaar, waarmee gemeenten zelf hun testfase invulling kunnen geven.

De stand van zaken bij de sociale diensten en gelieerde uitvoeringsorganisaties is ook nog niet geruststellend. Meer dan de helft van deze organisaties heeft de planning- en analyse fase nog niet afgesloten. Ook hier zal de komende tijd een aanzienlijke inhaalslag gemaakt moeten worden.

De provincies vertonen een gevarieerd beeld. Een deel ligt goed op schema, maar enkele provincies hebben het afgelopen jaar geen voortgang geboekt.

De volledige tekst van de rapportage, met daarin een lijst actiepunten en een lijst van gemeenten die nog niet klaar zijn, staat op de internetsite van het ministerie van Financiën: www.minfin.nl

Woordvoerder drs. F.F.M. Kemperman