Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=407119



Aan de Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG DIE Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 15 januari 2001 Auteur M.Th. Crucq

Kenmerk DIE-32/01 Telefoon 070 348 48 76

Blad /1 Fax 070 348 40 86

Bijlage(n) 2 E-mail die-in@minbuza.nl

Betreft Informatievoorziening aan de Tweede Kamer over nieuwe Commissievoorstellen

C.c.

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):


1) Beschikking tot vaststelling van een communautair mechanisme voor de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties


2) a) Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 79/267/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen.

b) Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de raad tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor schadeverzekeringsondernemingen

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

Fiche 1: Coördinatie civiele bescherming

Titel:

Beschikking tot vaststelling van een communautair mechanisme voor de coördinatie van interventies op het gebied van civiele bescherming in noodsituaties

Datum Raadsdocument

nr. Raadsdocument
:

nr. Commissiedocument
: COM(2000)593 def

Eerstverantwoordelijke ministerie
: BZK i.o.m. AZ, BZ, Def, VWS, V&W, VROM, EZ

Behandelingstraject in Brussel
:

Het voorstel wordt besproken binnen de Raadswerkgroep Civiele Bescherming.

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar) :


1.500.000 euro Hiervan worden cursussen, dienstreizen, oefeningen, het uitwisselingssysteem en het beheer daarvan, betaald.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
:

De Europese Commissie is voornemens de instrumenten op het terrein van civiele bescherming verder te verbeteren en uit te bouwen. De Commissie wil maatregelen nemen, die leiden tot een betere coördinatie van de hulpverlening van de Unie aan lidstaten en derde landen. Zo stelt de Commissie o.a. voor een Europees coördinatiecentrum op te richten, dat de nationale coördinatiecentra aan elkaar verbindt.

Daarnaast wil de commissie assessment-teams samenstellen die in de eerste plaats de omvang en de gevolgen van een ramp in kaart moeten brengen. Andere lidstaten kunnen dan snel gewaarschuwd worden en gepaste hulp verlenen. Ook wil de Commissie interventieteams van de lidstaten kunnen inzetten die daadwerkelijk fysieke bijstand kunnen verlenen bij een ramp. Tevens is het de bedoeling dat een trainingsprogramma wordt opgezet voor deze teams.

Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 308 EG, artikel 203 Euratom

Subsidiariteit, proportionaliteit, deregulering:

Positief. De Europese Raad van Helsinki heeft besloten om 'niet-militaire' crisisbeheersingsmechanismen in te stellen met het oog op het coördineren en effectiever maken van de verschillende civiele middelen en instrumenten die de Unie en de lidstaten ter beschikking staan. Daarbij werd afgesproken een actieplan op te stellen dat moet leiden tot verbetering van het reactie-vermogen van de EU en de lidstaten in antwoord op een verzoek van een leidende instantie als de VN of de OVSE, of, in voorkomend geval, bij zelfstandige acties van de EU. Tijdens de Europese Raad van Feira. zijn vier prioriteiten afgesproken: politie, versterking 'rule of law', versterking openbaar bestuur en civiele bescherming. Onderhavige voorstel heeft betrekking op de versterking van de civiele bescherming. Het communautaire mechanisme levert een meerwaarde op door ondersteuning en coördinatie van nationale bijstandteams en interventies.

Nederlandse belangen
:

Nederland is in beginsel voorstander van versterking van de mogelijkheden van de Unie om snel en adequaat civiele assistentie te verlenen bij crisissituaties buiten de Unie. Het onderhavige voorstel van de Commissie kan daaraan een bijdrage leveren.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Uitvoering door decentrale hulpverleningsdiensten

Rol EP in de besluitvormingsprocedure
: Raadgevingsprocedure

Fiche 2: Solvabiliteitsmargevereisten verzekeringsondernemingen

Titels

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 79/267/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen.

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de raad tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor schadeverzekeringsondernemingen

Datum Raadsdocument
: 26 oktober 2000

nr. Raadsdocument
: 13716/00 SURE 33 CODEC 912

nr. Commissiedocument
: COM(2000) 617 def. COD 2000/0249

nr. Raadsdocument
: 13032/00 SURE 31 CODEC 839

nr. Commissiedocument
: COM(2000) 634 def. COD 2000/0251

Eerstverantwoordelijke ministerie
: FIN i.o.m. EZ

Behandelingstraject in Brussel
:

De eerste Raadswerkgroepvergadering was op 1-12-2000 en de tweede is op 24-1-2001 gepland. Uiteindelijk zullen beide documenten in de Interne marktraad worden behandeld.

Interdepartementaal standpunt te formuleren
: ja

Betrokken departementen
: EZ

Signalering:
WIM / CIM / IRHP / ICER-V / ICER-U / WVR

Consequenties voor EG-begroting in EURO (per jaar) : Geen consequenties

Financiële en personele gevolgen voor de (Rijks)overheid:

De enige extra middelen die vereist zijn, zijn de personele middelen om het minimumgarantiefonds en de drempelbedragen voor de premies en de schade jaarlijks indien nodig aan het inflatieverloop aan te passen. Dit kan met de beschikbare middelen geschieden.

Korte inhoud en doelstelling van het voorstel
:

De nationale toezichthouders (in Nederland de Verzekeringskamer) houden bedrijfseconomisch toezicht op de in de lidstaten gevestigde verzekeraars. In Europees verband zijn de eisen die toezichthouders stellen aan de onder toezicht staande verzekeraars geharmoniseerd. Voorgesteld wordt om de bestaande Europese solvabiliteitseisen (uit 1979) die gesteld worden aan levensverzekeraars en die uit 1973 die gesteld worden aan schadeverzekeraars te actualiseren. Het vanuit het toezicht kunnen opleggen van solvabiliteitsvereisten (de verplichting om eigen vermogen aan te houden) is een belangrijk regelgevend instrument ter bescherming van de consument. De richtlijnen omvatten de volgende aanpassingen:

De solvabiliteitsvereisten worden geactualiseerd; de minimum eisen worden aan inflatieverloop aangepast; er wordt beter omgegaan met mogelijkheden van herverzekering.

Het worden minimumeisen, de toezichthouder mag meer verlangen.

Toezichthouders krijgen grotere bevoegdheden om preventief op te kunnen treden.

Rechtsbasis van het voorstel:
artikel 47, lid 2 en artikel 55 van het EU-Verdrag

Subsidiariteit, Proportionaliteit, Deregulering

Subsidiariteit
: positief. Een wezenlijk aspect van elk stelsel van bedrijfseconomisch toezicht ter bescherming van verzekerden en andere polishouders is de verplichting dat verzekeringsondernemingen een solvabiliteitsmarge vormen die als buffer kan fungeren om ongunstige ontwikkelingen in het bedrijfsklimaat op te vangen.

Kern van de interne verzekeringsmarkt is dat verzekeraars een Europees paspoort hebben, waarmee zij in heel Europa verzekeringsdiensten mogen aanbieden; er is sprake van wederzijdse erkenning van de nationale stelsels van bedrijfseconomisch toezicht. Het toezicht wordt door het land van herkomst van de verzekeraar uitgeoefend. Het is ten behoeve van de bescherming van de verzekeringnemer noodzakelijk om op gemeenschappelijk niveau minimum vereisten ten aanzien van de aan te houden solvabiliteit vast te stellen. De voorgestelde richtlijn brengt verbeteringen in de bestaande voorschriften teneinde de verzekeringnemer een nog betere bescherming te bieden.

Proportionaliteit:
Positief

In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel is de voorgestelde richtlijn niet van toepassing op onderlinge waarborg- en verzekeringsmaatschappijen waarvan het bedrag van de ontvangen bijdragen minder dan 5 miljoen euro beloopt. Alleen als deze maatschappijen gebruik willen maken van het Europese paspoort dienen zij zich te houden aan de eisen zoals die gesteld zijn in de richtlijn.

Nederlandse belangen
:

Nederland heeft er belang bij om zo spoedig mogelijk overeenstemming te verkrijgen over de richtlijnen, zodat deze in werking kunnen treden. De huidige voorschriften inzake de solvabiliteitsvereisten zijn enigszins verouderd. Bovendien krijgt, met de in deze richtlijnen voorgestelde aanpassingen van de huidige richtlijnen, de toezichthouder meer mogelijkheden om adequaat toezicht uit te oefenen op verzekeraars.

Consequenties voor nationale regelgeving/beleid c.q. decentrale overheden (betrokkenheid IPO/VNG)

Het nu voorliggende voorstel zal tot wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 en het hierop gebaseerde Besluit solvabiliteitsmarge verzekeringsbedrijf 1994 leiden.

Rol EP in de besluitvormingsprocedure
: Codecisieprocedure