Stichting Natuur en Milieu

PERSBERICHT

Utrecht, 16 januari 2001

Milieuorganisaties breken staf over Nationaal Verkeers- en Vervoersplan Randvoorwaarden nodig voor mobiliteit

Vijftien milieuorganisaties breken de staf over het Nationale Verkeers- en Vervoersplan (NVVP). In hun vandaag verschenen gezamenlijke inspraakreactie benadrukken zij dat het NVVP ten onrechte de bereikbaarheid per auto voorop stelt. Aan leefbaarheid, duurzaamheid en veiligheid wordt volstrekt onvoldoende gewicht toegekend. De milieuorganisaties doen in hun reactie voorstellen die dit manco opheffen en het mobiliteitsbeleid in evenwicht brengen.

In het NVVP wordt de kernboodschap 'mobiliteit mag' uitgewerkt in voorstellen en maatregelen die, zo blijkt, voorrang geven aan de automobiliteit. Zo zijn er reserveringen voor een groot aantal wegverbredingen en staan zeer omstreden nieuwe wegen op de kaart (A15 door Gelderse Poort, A18 Achterhoek-Twente, Tweede Coentunnel/Westrandweg A5, verbinding A6-A9 in het Gooi, A4 door Midden-Delfland, A4 West-Brabant). Verder krijgt het openbaar vervoer een marginale rol toebedeeld, zijn de milieunormen voor uitlaatgassen te slap, is de afstemming met het ruimtelijk beleid vaag en ontbreekt een kader voor gemeentelijk parkeerbeleid. Op deze wijze levert het NVVP niet de zo noodzakelijke bijdrage aan duurzaamheid en leefbaarheid.

Stichting Natuur en Milieu, de 12 provinciale Milieufederaties en de stedelijke Milieucentra van Amsterdam en Den Haag pleiten op de eerste plaats voor heldere randvoorwaarden op het gebied van leefbaarheid, natuur, milieu, landschap en veiligheid. Daarbinnen behoort de mobiliteit zich te ontwikkelen. De milieuorganisaties pleiten ook voor het opzetten van een systeem voor handhaving van de geformuleerde randvoorwaarden. Daarover staat nu nog niets in het NVVP.

Voorts is een prijsbeleid nodig waarin alle externe kosten meetellen, dus ook die van ruimtegebruik, versnippering van de natuur en landschapsaantasting. Rekeningrijden is een eerste stap die snel moet worden gevolgd door de geavanceerde kilometerheffing.

De milieunormen in het NVVP voor schadelijke luchtvervuiling zijn te slap. De milieuorganisaties willen dat het te hoge emissieplafond voor stikstofoxiden wordt teruggebracht tot het plafond van het Nationaal Milieubeleidsplan. Aan de uitstoot van het broeikasgas kooldioxide behoren maxima te worden gesteld conform de Kyoto-afspraken. De forse toename van de geluidbelasting dient te worden verminderd, in lijn met het Nationaal Milieubeleidsplan.

De milieuorganisaties pleiten voor veel meer aandacht voor verplaatsingen over korte afstanden. Het merendeel van alle verplaatsingen speelt zich af binnen zo'n vijftien kilometer, zeventig procent is zelfs korter dan 7,5 kilometer. De auto is nog vaak favoriet op deze afstanden. Hier is veel te winnen. Fietsen moet dan wel flink worden gesteund, onder meer door financiële middelen van het Rijk.

Ook het goederenvervoer verdient gerichte aandacht, die in het NVVP ontbreekt. Het is een van de grootste groeiers en veroorzaakt veel milieubelasting. Een samenhangend beleid is nodig met als kernpunten beprijzing en transportpreventie.

Ten slotte vragen de milieuorganisaties een volwaardige plaats voor het openbaar vervoer in het beleid. Trein, light rail en bus kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan mobiliteit die voldoet aan de randvoorwaarden van leefbaarheid, duurzaamheid en veiligheid. Dat rechtvaardigt een grote investeringsimpuls, zeker gezien de kwaliteitsachterstand die is ontstaan in het openbaar vervoer.

Nadere inlichtingen: Willem-Jan van Grondelle, tel. 030-233 13 28 (privé 035-624 10 38) Marijke Brunt, tel. 030-233 23 18 (privé 030-231 61 69)

terug naar boven