Belastingstelsel 2001 16 januari 2001 PvdA-voorlichting
Sinds 1 januari 2001 is het nieuwe belastingstelsel een feit. Er is veel overhoop gehaald en de PvdA begrijpt dat dit leidt tot een onzeker gevoel over de gevolgen. Maar we kunnen u verzekeren dat door de verlaging van de belastingtarieven iedereen er in koopkracht op vooruit gaat. Dat geldt zeker ook voor mensen met een laag inkomen. Daar heeft de PvdA zich hard voor gemaakt en dat blijven we doen. Voor hoge inkomens kan de verbetering weer enigszins beperkt worden door de vermindering van het aantal aftrekposten en de omzetting van aftrekposten in heffingskortingen. Alle inkomens ontvangen nu in guldens evenveel korting.
Het verlagen van de belastingtarieven werd mede mogelijk gemaakt
door een verhoging van het BTW-tarief en de ecotax. We wilden een
vergroening van het belastingstelsel waardoor mensen betalen naar
gebruik. De extra kosten voor gemiddelde verbruikers zijn dus
gecompenseerd door een verdere verlaging van de belasting op
inkomen.
De belangrijkste doelen van de belastingherziening voor de PvdA de
op een rijtje:
*Een lagere belasting op loon, pensioen en uitkering
*Extra ondersteuning voor gezinnen met kinderen en ouderen (kinder-
en ouderkortingen)
*Het verdwijnen van het onevenredig grote voordeel dat mensen met
hoge inkomens bij aftrekposten hadden.
*Verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op consumptie
( lagere inkomstenbelasting en hoger BTW-tarief)
*Een milieuvriendelijker belastingsysteem (hogere milieubelasting
en lagere belasting op arbeid)
Waarom een nieuw belastingstelsel?
Het oude stelsel was onrechtvaardig en instabiel geworden. De grote
hoeveelheid aan aftrekposten maakte het systeem onrechtvaardig. Wie
veel aftrekposten heeft, betaalt over een kleiner deel van het
inkomen belasting. Vooral mensen met een hoog inkomen konden met
behulp van allerlei constructies aan het betalen van belasting
ontkomen. Toch moet er voldoende belastinggeld binnenkomen. Dit
leidde tot hoge belastingtarieven.
In het nieuwe stelsel zijn er minder aftrekposten en zijn de
belastingtarieven lager. Aftrek van de hypotheekrente voor het
eigen huis blijft bestaan.
Het nieuwe belastingstelsel moet zorgen voor een stabiele
belastingopbrengst. Zodat de uitgaven voor bijvoorbeeld onderwijs,
zorg en veiligheid van jaar op jaar zijn veiliggesteld. De
stabiliteit wordt in het nieuwe stelsel op een aantal manieren
bereikt:
*Het wordt moeilijker om met aparte constructies de belasting te
ontwijken
*Er komt een vermogens rendementsbelasting
*Hogere belasting op energie en milieu (vergroening) en een hogere
BTW (belasting op consumptie)
Heffingskortingen
In het oude belastingstelsel hing de hoogte van de belastingvrije
som af van de tariefgroep waarin men was ingedeeld.
In het nieuwe belastingstelsel zijn de tariefgroepen afgeschaft. De
bedoeling is dat het belastingstelsel individueler wordt. De
belastingvrije sommen worden vervangen door kortingen op de
belasting. Er komt een algemene heffingskorting, waar iedereen
recht op heeft, dus ook mensen die geen of een laag inkomen hebben.
Daarnaast komen er kortingen voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld
voor mensen met kinderen en voor mensen met werk. Voor de PvdA is
het belangrijk dat ouders met kinderen er extra op vooruitgaan en
dat werken loont.
Belasting over spaargeld en ander vermogen
Opbrengsten uit vermogen (spaargeld, aandelen) worden in het nieuwe
stelsel anders belast. In het oude belastingstelsel was f 1.000,-
van de ontvangen rente vrijgesteld van belasting (echtparen f
2.000,-). Over koerswinst hoefde geen belasting te worden betaald.
Naast de belasting over rente bestond in het oude belastingstelsel
de belasting op vermogen. Deze vermogensbelasting was 0,7 %. De
vermogensbelasting is afgeschaft. In plaats daarvan is een
vermogensrendementsheffing gekomen. Iedereen betaalt straks een
vast deel van zijn of haar vermogen aan de belasting. De
rendementsheffing gaat uit van een fictief rendement van 4% over
het totale vermogen minus vrijstellingen (de algemene vrijstelling
is f 37 463). Dit fictieve rendement wordt belast tegen een tarief
van 30%. Dit komt neer op 1,2% van het nettovermogen.
Gevolgen voor uw inkomen
Vrijwel iedereen gaat er in het nieuwe stelsel op vooruit. Bij de
inkomensgevolgen van het nieuwe belastingstelsel moet u ook
rekening houden met de kortingen die de belastingdienst per maand
uitbetaalt. De nieuwe kinderkortingen en individuele
heffingskorting moet u zelf aanvragen bij de belastingdienst.
Wanneer u het bedrag van de belastingdienst optelt bij het bedrag dat u uitbetaald krijgt van uw werkgever of uitkeringsinstantie heeft u een goed beeld van de inkomensgevolgen.
Naast de door de belastingdienst uit te betalen heffingskortingen
krijgt u ook te maken met aanpassingen van aftrekposten en de
verhoging van verschillende milieuheffingen en de verhoging van het
BTW-tarief van 17,5 naar 19%. Vooral mensen met hoge inkomens die
veel gebruik van aftrekposten maakten zien hun inkomen hierdoor
minder sterk stijgen. De verhoging van de milieuheffingen en het
BTW-tarief wordt gecompenseerd met een verlaging van de
inkomstenbelasting.
Voor uitgebreide informatie kunt u kijken op Internet:
www.belastingdienst.nl. Op deze site kunt u met behulp van een
rekenprogramma bepalen wat de gevolgen van het nieuwe
belastingstelsel voor u zijn .
Met vragen kunt u terecht bij de BelastingTelefoon voor
particulieren, 0800 - 0543. Dit nummer is bereikbaar van maandag
tot en met donderdag van 8.00 tot 22.00 uur en op vrijdag van 8.00
tot 17.00 uur.
Een andere handige site is de site van het NIBUD:
www.nibud.nl/bel2001. Op deze site staat uitgebreide informatie
over de verschillende onderdelen van het nieuwe belastingstelsel.
Daarnaast geeft het NIBUD en overzicht van de financiële gevolgen
voor verschillende huishoudens.
Onderstaande tabel geeft de netto verhoging van het maandinkomen
voor verschillende inkomensgroepen weer. Het zijn gemiddelde
cijfers van het ministerie van SZW. Afwijkingen zijn mogelijk.
Besteedbaar inkomen per maand (inclusief vakantiegeld, belastingen,
kinderkortingen, ouderenkortingen, kinderbijslag en (nominale)
ziektekostenpremies)
2000 2001 verschil per maand % verschil
Sociale minima alleenstaand 1.370 1.468 98 7,1%
Sociale minima paar met kinderen 2.216 2.402 186 8,4%
Sociale minima paar zonder kinderen 1.931 2.071 139 7,2%
AOW alleenstaand 1.440 1.550 110 7,6%
AOW paar 2.013 2.151 138 6,8%
minimumloon paar met kinderen 2.267 2.571 304 13,4%
Modaal paar met kinderen 3.317 3.621 304 9,2%
Heeft u nog vragen? Mail uw vraag naar het volgende adres:
voorlichting@pvda.nl