Actueel

Slag bij Beverwijk tussen aanhangers van Feijenoord en Ajax
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 16-01-2001

SAMENVATTING DOOR DE GRIFFIER VAN DE HOGE RAAD, BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET COLLEGE

Deelnemen aan een vechterij die iemands dood of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft is strafbaar, ook als de deelnemer niet direct bij die dood of het zwaar lichamelijk letsel was betrokken.

Op dinsdag 16 januari 2001 heeft de Hoge Raad (Strafkamer) arrest gewezen op de cassatieberoepen nrs 00871 t/m 879/99 (Slag bij Beverwijk tussen aanhangers van Feijenoord en Ajax).

De Hoge Raad heeft heden uitspraak gedaan in een aantal zaken tegen personen die door het Amsterdamse hof werden veroordeeld wegens hun betrokkenheid bij het treffen in Beverwijk op 23 maart 1997 tussen Ajax- en Feijenoord-supporters waarbij een dode en een zwaar gewonde vielen. De Hoge Raad heeft al eerder de veroordeling wegens doodslag tegen een hoofddader in stand gelaten. Nu gaat het om supporters die zich in de gevechten hebben gemengd zonder dat ze direct bij de doodslag of de zware verwonding waren betrokken. Ze zijn veroordeeld wegens het deelnemen aan een vechterij. Dat is strafbaar gesteld in art. 306 van het Wetboek van Strafrecht. Het artikel is weinig gebruikt. Deelnemers aan een vechterij zijn volgens deze bepaling strafbaar als de vechterij de dood of zwaar lichamelijk letsel van iemand ten gevolge heeft. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat het niet nodig is dat de deelnemer zelf bij die dood of dat zwaar lichamelijk letsel is betrokken. Enkele deelneming aan de vechterij als gevolg waarvan iemand wordt gedood of zwaar lichamelijk letsel oploopt, is voldoende om te kunnen worden gestraft. Wie zich schaart in de gelederen van de strijdende partijen kan dus strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor de dood of de zware verwonding van een andere deelnemer aan de vechtpartij, ook al heeft men zelf die dood of verwonding niet veroorzaakt.

Een of meer van de uitspraken, die alle nagenoeg gelijkluidend, zijn worden gepubliceerd op www.hogeraad.nl en www.rechtspraak.nl

16 januari 2001

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AA9492
(Zie het originele bericht)