NIBUD Persbericht

nibudan.gif (21455 bytes) P E R S B E R I C H T

16-01-2001

NIBUD adviseert: verder kijken dan je loonstrookje lang is.

Vanwege het nieuwe belastingstelsel én het wegvallen van de overhevelingstoeslag zal het eerste loonstrookje dit jaar bij menig werknemer in ons land voor meer verwarring dan ooit zorgen. Het eerste loonstrookje is ieder jaar weer een tastbaar ijkpunt om te bepalen of we er het komende jaar financieel op voor- of op achteruit gaan. De veel gehoorde vrees dat dit jaar de beloofde koopkrachtverbetering zal wegvallen tegen hogere tarieven voor btw, ecotax en dergelijke, is ongegrond, zo blijkt uit nieuwe voorbeeldberekeningen van het NIBUD. De effecten van het nieuwe belastingstelsel gecombineerd met de gemiddelde cao-loonsverhoging zijn ruim voldoende om de koopkrachtverhoging in stand te houden. Wie overigens écht wil weten of hij er dit jaar in koopkracht op vooruit gaat, zal verder moeten kijken, dan alleen naar het loonstrookje. Dit adviseert het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

Overhevelingstoeslag vervallen, bruto salaris omhoog De commotie rond het eerste loonstrookje zal dit jaar groter zijn dan andere jaren. Om te beginnen is de zogeheten overhevelingstoeslag die tot nu toe bij iedere salarisbetaling was opgenomen, vervallen. De overhevelingstoeslag was een compensatie voor het werkgeversdeel van de premies volksverzekering die werknemers zelf moesten betalen. In plaats daarvan is het bruto salaris in principe verhoogd met 1,9 procent.

Kostwinners lijken in het nadeel
Verder heeft het nieuwe belastingstelsel het loonstrookje natuurlijk ingrijpend veranderd. De vertrouwde tariefgroepen met belastingvrije bedragen zijn verdwenen; daarvoor zijn de kortingen op de belasting in de plaats gekomen. Een deel van die kortingen, zoals de algemene heffingskorting en de arbeidskorting worden verrekend via het loonstrookje. Andere kortingen, zoals bijvoorbeeld de kinderkorting, worden maandelijks door de belastingdienst op de bank- of girorekening gestort. Wie deze kortingen niet vooraf heeft aangevraagd, kan dat alsnog doen of krijgt deze verrekend bij de belastingaangifte over 2001.

Een grote verandering geldt voor partners waarvan er één kostwinner is. Met ingang van 2001 krijgen kostwinners niet meer het belastingvrije bedrag van hun partner. In plaats daarvan krijgt de partner zonder inkomen (of met een gering inkomen) zelf de algemene heffingskorting direct op de bank- of girorekening gestort. Voor het totale netto inkomen zal men dus niet alleen het loonstrookje maar ook de bankafschriften moeten raadplegen.

Bovengenoemde effecten zijn duidelijk terug te vinden in de koopkracht voorbeeldberekeningen die het NIBUD heeft gemaakt. Het NIBUD is bij de berekeningen uitgegaan van een gemiddelde bruto loonstijging van 4 procent. In veel gevallen, wordt deze loonstijging niet direct al in januari verrekend. Vaak vindt dit pas later in het jaar (eventueel met terugwerkende kracht) plaats. De koopkrachtstijging laat dan nog even op zich wachten.

Houden we er wel iets van over?
Hoewel de koopkrachtvooruitgang waar de meeste mensen op kunnen rekenen al vaak is toegelicht, bestaat onder velen de vrees dat alle voordeeltjes zullen wegvallen door het hogere btw-tarief, hogere energieheffingen, stijgende ziektekostenpremies en hogere gemeentelijke belastingen. De voorbeelden van het NIBUD laten zien dat de stijging van het besteedbaar inkomen ruim voldoende is om de totale inflatie (geschat op 4,25 procent) op te vangen. Ook hier geldt weer dat deze effecten niet allemaal in januari plaatsvinden, maar verspreid over het jaar.

Tot slot is er nog de uiteindelijke afrekening, wanneer in 2002 de belastingaangifte gedaan wordt. Wie altijd kon rekenen op een aardig belastingteruggave, moet er nu rekening mee houden dat de mogelijkheden voor aftrek in het nieuwe stelsel aanzienlijk beperkt zijn.

Voorbeeld 1.
Alleenverdiener, bruto jaarinkomen fl. 55.000, huurhuis, spaarloonregeling

2000 2001
bruto per maand fl. 4585 fl. 4855,-
netto via loonstrook fl. 3265 fl. 3280
heffingskorting partner fl. 290
totaal besteedbaar per maand fl. 3265 fl. 3570

netto verschil per maand fl. 305
extra uitgaven a.g.v inflatie fl. 140
waarvan energie fl. 40
en btw-verhoging: fl. 20
koopkrachtvooruitgang per maand fl. 165

Voorbeeld 2: Tweeverdieners, bruto jaarinkomen fl. 50.000 en fl. 30.000, twee kinderen (6 en 8 jaar), huurhuis

2000 2001
salaris 1 bruto per maand fl. 4165 fl. 4415
salaris 2 bruto per maand fl. 2500 fl. 2650
netto via loonstrook:
salaris 1 fl. 2840 fl. 3100
salaris 2 fl. 1885 fl. 2105

kinderkorting fl. 5
combinatiekortingen fl. 50
kinderbijslag fl. 325 fl. 330
totaal besteedbaar per maand fl. 5050 fl. 5590

netto verschil per maand fl. 540
extra uitgaven a.g.v inflatie fl. 215
waarvan energie fl. 50
en btw-verhoging fl. 35
koopkrachtvooruitgang per maand fl. 325

Voorbeeld 3:
Tweeverdieners, bruto jaarinkomen fl. 80.000 en fl. 70.000, geen kinderen, koopwoning (WOZ-waarde was in 2000 fl. 250.000; WOZ-waarde is in 2001 fl. 400.000)

2000 2001
salaris 1 bruto per maand fl. 6665 fl. 7065
salaris 2 bruto per maand fl. 5835 fl. 6180
netto via loonstrook:
salaris 1 fl. 4330 fl. 4780
salaris 2 fl. 3930 fl. 4295

teruggaaf eigen woning fl. 830 fl. 730
totaal besteedbaar per maand fl. 9090 fl. 9805

netto verschil per maand fl. 715
extra uitgaven a.g.v inflatie fl. 385
waarvan energie fl. 45
en btw-verhoging fl. 50
koopkrachtvooruitgang per maand fl. 330

Voorbeeld 4:
Alleenstaande, bruto jaarinkomen 90.000 gulden, lease-auto (cataloguswaarde 50.000, rijdt meer dan 7000 km privé), koopwoning (WOZ-waarde was in 2000: 250.000; WOZ-waarde in 2001: 400.000) Hypotheek van fl. 300.000.

2000 2001
salaris bruto per maand fl. 7500 fl. 7945
netto via loonstrook fl. 4745 fl. 5280
fiscale effecten per maand* fl. 125 fl. 110
TOTAAL BESTEEDBAAR PER MAAND fl. 4870 fl. 5390

netto verschil per maand fl. 520
extra uitgaven a.g.v inflatie fl. 205
waarvan energie fl. 30
en BTW-verhoging fl. 20
koopkrachtvooruitgang per maand fl. 315


*bijtelling auto en aftrek hypotheekrente eigen huis.
Voorbeeld 5:
Alleenstaande ouder, bruto jaarinkomen 40.000 gulden, 1 kind (10 jaar), huurhuis

2000 2001
salaris bruto per maand fl. 3335 fl. 3530
netto via loonstrook fl. 2725 fl. 2615
teruggaaf i.v.m. kortingen** fl. 450
kinderbijslag fl. 145 fl. 145
TOTAAL BESTEEDBAAR PER MAAND fl. 2870 fl. 3210

netto verschil per maand fl. 340
extra uitgaven a.g.v inflatie fl. 120
waarvan energie fl. 40
en BTW-verhoging fl. 15
koopkrachtvooruitgang per maand fl. 220


** dit is het totaal van: de kinderkorting, de aanvullende kinderkorting, de combinatiekorting en de alleenstaande ouderkorting(en)