Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=407192



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa DIE/IN Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 16 januari 2001 Auteur Mr. Drs. A.H. Gierveld

Kenmerk DIE-28/01 Telefoon 070-348.4986

Blad /4 Fax 070-348.4086

Bijlage(n) -

Betreft Kamervragen over de resultaten van de Top van Nice

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer, d.d. 20 december 2000, kenmerk 2000103910, waarbij gevoegd waren de door de leden Timmermans, Verhagen en Weisglas overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, hebben wij, mede namens de Minister-President, de eer U als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

de Minister van Buitenlandse Zaken

de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aarsten, Minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Benschop, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kok, Minister-President, op vragen van de leden Timmermans, Verhagen en Weisglas.

Vraag 1

Klopt het dat er onenigheid is ontstaan tussen de EU-lidstaten over de door het Franse voorzitterschap gehanteerde getallen rond de stemmenweging in het ontwerp-verdrag van Nice?

Vraag 2

Zo ja, wanneer is duidelijkheid te verwachten over de getallen die in het ontwerp-verdrag zullen worden opgenomen?

Antwoord 1 en 2

Met betrekking tot de weging van de stemmen in de Raad zat in het document met het ontwerp-verdrag van Nice (SN 533/00), dat het Voorzitterschap op 13 december - dus kort na de Europese Raad van Nice - verspreidde, een aantal met elkaar strijdige passages. De regering heeft op 13 december jl. deze tekst aan U gezonden (21501-20, nr. 147). Het ontwerp-Verdrag en met name de teksten over de stemmenweging, is op 21 en 22 december 2000 door de ambassadeurs van de lidstaten bij de Europese Unie besproken. In dat overleg is de correcte weergave vastgesteld van de afspraken die door de staatshoofden en regeringsleiders in Nice waren gemaakt. Tijdens de Algemene Raad van 22 en 23 januari a.s. zullen de ministers door het Voorzitterschap op de hoogte worden gesteld van de stand van zaken met betrekking tot het verdrag van Nice. Bij die gelegenheid zullen ook mededelingen worden gedaan over de plaats (waarschijnlijk Nice) en tijdstip van ondertekening van het verdrag (waarschijnlijk tweede helft februari).

Vraag 3

Leiden de verschillende interpretaties ook tot dusdanig verschillende uitkomsten in stemmenweging dat het door u eerder beschreven evenwicht tussen grote en kleine lidstaten in een ander daglicht komt te staan?

Antwoord 3

Nee.

Vraag 4

Zo ja, komt het akkoord van Nice dan op losse schroeven te staan?

Antwoord 4

N.v.t.

Vraag 5

Bent u bereid de Kamer op korte termijn duidelijkheid te verschaffen over de ontstane situaties en over de Nederlandse inzet bij het zoeken naar een oplossing?

Antwoord 5

Ja. In Brussel is bij de genoemde vergadering van de ambassadeurs het volgende vastgesteld. Vanaf 2005, in een Europese Unie met 15 lidstaten, zal het aantal stemmen voor een gekwalificeerd meerderheidsbesluit liggen bij 169 (71,31%). Na de eerste uitbreiding zakt het percentage onder het huidige percentage (71,26%) en neemt bij verdere uitbreiding toe tot maximaal 73,4% wanneer de Europese Unie 26 lidstaten telt. In de situatie dat de Europese Unie 27 lidstaten telt, zullen 91 stemmen nodig zijn voor een blokkerende minderheid. De drempel voor een gekwalificeerd meerderheidsbesluit ligt dan bij 255 stemmen (= 73,91%). De tekst die onder de tabel met de stemmenverdeling voor 27 EU-lidstaten staat, namelijk dat voor een gekwalificeerd meerderheidsbesluit 258 stemmen nodig zijn, blijft staan. Ook deze laatste tekst maakte deel uit van de in Nice overeengekomen afspraken en is daarom gehandhaafd. Naar het oordeel van de regering is deze zin in het licht van de in annex III vervatte afspraak, namelijk dat een blokkerende minderheid in een Europese Unie met 27 lidstaten, uit tenminste 91 stemmen moet bestaan, overbodig.


+++

Kenmerk DIE-28/01
Blad /4

===