Strengere regels bij ophalen kleding
Jaarlijks vragen vele instellingen aan het college van burgemeester
en wethouders toestemming om huis-aan-huis bruikbare kleding te
mogen inzamelen. De inzameling van geld of goederen voor een ideëel
doel is geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (art
4.2.1). Wildgroei ten aanzien van deze activiteit, door niet door
het Centraal Bureau Fondsenwerving te Amsterdam gecertificeerde
instellingen, doet zich echter steeds meer voor. Omdat de prijs van
textiel relatief hoog is, komt het steeds vaker voor dat
onbetrouwbare inzamelaars zonder vergunning langs de deuren gaan om
textiel op te halen. Het gemeentebestuur van Capelle heeft nu
besloten om de regels aan te scherpen.
Met ingang van 1 januari 2002, onder toepassing van een
overgangsregeling van één jaar voor de huidige vaste landelijk
opererende inzamelaars, wordt het beleid voor het huis-aan-huis
inzamelen van bruikbare kleding als volgt gewijzigd:
Per kalenderjaar worden verspreid over het hele jaar maximaal vier
huis-aan-huis kledinginzamelingen toegestaan. Alleen landelijk
opererende charitatieve instellingen komen in aanmerking voor een
vergunning. Zij moeten bovendien voldoen aan de door het Centraal
Bureau Fondsenwerving te Amsterdam gestelde eisen ten aanzien van
bestuur, beleid, activiteiten, verslaglegging en financiële
aspecten. Een vergunning voor het huis-aan-huis inzamelen van
kleding in 2002, op basis van artikel 4.2.1. van de Algemene
Plaatselijke Verordening, moet schriftelijk voor 1 oktober 2001,
onder vermelding van de gewenste periode, worden aangevraagd bij
het college van burgemeester en wethouders. De instellingen moeten
altijd de gemeente schriftelijk laten weten hoeveel kilogram
kleding zij per inzamelactie ophalen.
Jaarlijks wordt een rouleersysteem gehanteerd. Dit om te voorkomen
dat steeds dezelfde instellingen kledinginzamelacties houden. De
gemeente publiceert via de gemeentepagina in het huis-aan-huisblad
IJsselpost de instellingen aan wie in een bepaald kalenderjaar met
vermelde inzamelperiode een vergunning is verleend om te mogen
inzamelen. Met in achtneming van het rouleersysteem geldt als
criterium voor toekenning: wie het eerst komt, het eerst maalt.
Overigens blijft ook na herziening van het beleid de mogelijkheid
bestaan om ten behoeve van specifieke eenmalige hulpacties (b.v.
bij rampenbestrijding) vergunning te verlenen onder door het
college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden ten
aanzien van verslaglegging/ verantwoording.
Het jaar 2001 vormt in dit verband een overgangsjaar.
Inzamelingen die uitsluitend plaatsvinden in kerken en incidenteel
bij wijze van noodoplossing in particuliere ruimten (b.v. garages),
blijkens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State, kunnen niet worden aangemerkt als een
openbare inzameling op de weg of aan huis.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht staat het besluit tot
vaststelling van beleidsregels geen bezwaar/beroep open tegen een
beslissing die met toepassing van deze beleidsregels wordt genomen.