17 januari 2001 Nr. 2001/10
Nieuwe opzet arbeidsbemiddeling en sociale zekerheid: breed
dienstenpakket voor werk en inkomen
Vanaf volgend jaar komt er een nieuwe organisatiestructuur voor de
arbeidsbemiddeling en de sociale zekerheid. Belangrijk onderdeel
daarvan is de vestiging van 130 Centra voor Werk en Inkomen (CWI) die
een breed pakket aan diensten zullen aanbieden. In alle centra kunnen
mensen terecht voor de inschrijving als werkzoekende en de aanvraag
van een bijstands- en WW-uitkering. Op de 130 locaties zal ook het
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zich vestigen. Dat
betekent dat ook de WAO-keuring daar zal plaatsvinden.
Dit dienstenpakket wordt mogelijk doordat naast arbeidsbemiddeling ook de gegevensverzameling voor de beslissing over een uitkering op de locatie van alle CWI's gaat plaatsvinden. Het streven is dat ook de gemeentelijke sociale diensten bij alle CWI's vertegenwoordigd zijn. De verwachting is dat de meeste CWI's deel zullen uitmaken van bedrijfsverzamelgebouwen. In bedrijfsverzamelgebouwen zullen naast publieke ook private organisaties zoals arbodiensten, reïntegratiebedrijven en uitzendbureaus hun `front office' vestigen.
Voor de WAO betekent dit bijvoorbeeld dat verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen op locatie van het CWI spreekuren houden. Op dit moment hebben de uitvoeringsinstellingen voor de werknemersverzekeringen vestigingen in 40 gemeenten.
Dit blijkt uit het grofontwerp Structuur Uitvoering Werk en Inkomen
(SUWI) dat minister Vermeend en staatssecretaris Hoogervorst van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag aan de Tweede Kamer hebben
aangeboden. Het grofontwerp biedt een uitwerking van de hoofdlijnen
van de nieuwe organisatiestructuur voor de arbeidsbemiddeling en de
sociale zekerheid die de bewindslieden eerder met de Tweede Kamer
overeen zijn gekomen.
Dit betreft met name de vormgeving en organisatie van de CWI's en het
UWV, de ontwikkeling van ICT en de cliëntenparticipatie. In een
begeleidende brief schetsen de bewindslieden de stand van zaken met
betrekking tot met name de reïntegratie.
Met het bepalen van het aantal CWI's op 130 komen minister Vermeend en
staatssecretaris Hoogervorst tegemoet aan wensen die zijn geuit
tijdens het algemeen overleg over SUWI op 13 december jl. in de Tweede
Kamer. In het spreidingsplan zoals dat in oktober vorig jaar naar de
Kamer is gestuurd, werd nog uitgegaan van 123 CWI's. De spreiding van
de CWI's over het land is zodanig dat cliënten maximaal een uur
reistijd hebben om het CWI te bereiken.
De Centra voor Werk en Inkomen zullen een `open marktplein' worden
waar werkgevers en werknemers en andere partijen elkaar ontmoeten, zo
schrijven de bewindslieden. De focus is sterk gericht op werk. Dat
neemt niet weg dat de publieke uitkeringsinstanties (gemeentelijke
sociale diensten en UWV) ernaar streven om snel en foutloos het recht
op een uitkering te bepalen en uit te betalen. De doelstellingen van
de nieuwe uitvoeringsstructuur zijn: werk boven uitkering, een
klantgerichte dienstverlening en een doelmatige en rechtmatige
uitvoering. Een klantgerichte dienstverlening zal het voor de
uitvoering beter mogelijk maken van de klant extra inzet te verlangen
om weer aan het werk te gaan.
Klanten kunnen te maken hebben met meer uitvoeringsorganisaties,
bijvoorbeeld als zij wat langer op een uitkering zijn aangewezen. Zij
hebben dan naast het CWI te maken met een uitkeringsinstantie en
eventueel met een reïntegratiebedrijf dat wordt ingeschakeld om mensen
(terug) te leiden naar werk. Daarom wordt de functie van klantmanager
geïntroduceerd. De klantmanager heeft tot taak de dienstverlening voor
de klant `van kop tot staart' te regelen.
Vanaf april 2000 heeft de Veranderorganisatie aan het grofontwerp -
waarin de samenhang tussen de uitvoeringsorganisaties wordt
gegarandeerd - gewerkt. Hiermee wordt een eerste fase afgesloten van
het proces om tot een nieuwe uitvoeringsstructuur te komen. Voor de
voorzitter van het Verandermanagement, de heer B. van Nes, is hiermee
de belangrijkste taak volbracht. Hij zal per 1 februari a.s. zijn
functie neerleggen. Ook de Verandermanager van de CWI's, de heer K.
Richelle, treedt terug in verband met zijn benoeming als
directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking door de Europese
Commissie. Hij wordt opgevolgd door de heer R. de Groot, tot voor kort
directeur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv).
Centra voor Werk en Inkomen (CWI's)
Het CWI bemiddelt tussen werkgevers en werkzoekenden, bepaalt de
afstand van de werkzoekende tot de arbeidsmarkt en verzamelt zonodig
de gegevens voor de aanvraag van een uitkering. Er wordt naar
gestreefd dat de CWI-consulenten zoveel mogelijk generalist zijn, dat
wil zeggen dat de klant voor zowel werk als inkomen aanvankelijk met
slechts één consulent te maken heeft. In de 130 CWI's wordt zoveel
mogelijk dezelfde dienstverlening gegeven, zodat er geen lokale
verschillen ontstaan en medewerkers tussen verschillende CWI's
uitwisselbaar zijn.
In een CWI werken minimaal zo'n 13 personen in verschillende functies.
Het grootste CWI telt ongeveer 100 medewerkers. Gemiddeld werken er
ongeveer 30 medewerkers in een CWI. De aansturing van de CWI's vindt
plaats vanuit zes districten op basis van afgesproken resultaten ten
aanzien van de geleverde diensten, de kwaliteit daarvan en de kosten.
De districtsdirecteur zal vooral de rol van coördinator vervullen voor
de CWI's die onder het district vallen.
De CWI-organisatie wordt geleid door een Raad van Bestuur ondersteund
door een concernstaf. De Raad bestaat uit vier leden. De Raad legt
rekenschap af aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
laat zich adviseren door een Raad van Advies. Daarnaast komt er een
Cliëntenraad.
Naast medewerkers van Arbeidsvoorziening zal de CWI-organisatie
bestaan uit medewerkers afkomstig uit de huidige vijf
uitvoeringinstellingen sociale verzekeringen (Cadans, GAK, GUO, Sfb en
USZO) en de gemeentelijke sociale diensten. In het begin zullen ruim
3.000 medewerkers bij de CWI's werkzaam zijn. Om een goede overgang
naar de nieuwe uitvoeringsstructuur te waarborgen, zal uiterlijk op 1
april van dit jaar de invulling van de hoogste managementfuncties
bekend moeten zijn. Dit betreft met name de leden van de Raad van
Bestuur en de districtsdirecteuren CWI. Op 1 juni volgen dan alle
vestigingsmanagers. Zij leveren een bijdrage aan het opstellen van de
eerste begroting voor het nieuwe jaar. Uiterlijk op 1 november zullen
alle medewerkers weten wat hun taak, functie, rechtspositie en
werkplek wordt vanaf 1 januari volgend jaar.
Vooruitlopend op de nieuwe situatie zal vanaf 1 april a.s. de huidige
basisdienstverlening van Arbeidsvoorziening worden aangestuurd door de
Raad van Bestuur in oprichting van de CWI-organisatie.
Er komt een stimuleringsregeling voor de (des-) investeringskosten
voor de opbouw van nieuwe CWI's en de afwikkeling van een aantal oude
CWI's.
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
Op 31 december jl. hebben de bestaande vijf uitvoeringsinstellingen sociale verzekeringen (uvi's) hun aandelen overgedragen aan de Stichting Voorbereiding UWV. De huidige uitvoeringsorganisaties worden zoveel mogelijk betrokken bij het vernieuwingsproces en de dienstverlening wordt tegelijkertijd gehandhaafd. Dit is vooral bewerkstelligd door de vorming van een hoofddirectie in oprichting waarin - onder voorzitterschap van de UWV-verandermanager, de heer J. van Lunteren - de directeuren van de vijf uvi's zitten.
De werkzaamheden van het UWV worden ondergebracht in drie divisies:
Werkloosheidswet, Arbeidsgeschiktheid en Premie-inning (voor de
werknemersverzekeringen WW en WAO). De leiding van een divisie is in
handen van een lid van de Raad van Bestuur.
Het contact met cliënten die een WW- of WAO-uitkering willen
aanvragen, vindt plaats op locatie van het CWI. Onderdelen van de
beoordeling van het recht op een uitkering en de verzorging van de
uitkering waarvoor geen direct contact met de klant is vereist,
gebeuren in maximaal veertig zogeheten `mid-officekantoren'. Dat
aantal komt ongeveer overeen met het huidige gezamenlijke aantal
vestigingen van de vijf uvi's. De polisadministratie wordt centraal
georganiseerd. Voor de divisies WW en Arbeidsgeschiktheid zullen
regiodirecteuren worden aangesteld.
De Raad van Bestuur van het UWV zal naast de voorzitter bestaan uit de
algemeen directeuren van de drie divisies en een vijfde lid.
De hoogste managementfuncties moeten op 1 april a.s. bekend zijn. Het
gaat hierbij met name om de leden van de Raad van Bestuur en de
managementteams op divisieniveau. Op 1 juni a.s. moeten de
regiodirecteuren bekend zijn. Op 1 november tenslotte moeten alle
medewerkers (bij de uvi's en het Lisv werken in totaal 22.000 mensen)
weten wat hun taak, functie, rechtspositie en werkplek is vanaf 1
januari volgend jaar.
Cliëntenparticipatie
Voor het bereiken van een goed niveau van dienstverlening is
cliëntenparticipatie noodzakelijk. De kwaliteitsnormen die de nieuwe
organisatie voor de dienstverlening hanteert, worden bekend gemaakt
zodat de klant weet waar hij/zij recht op heeft. Op individueel niveau
worden de cliënten bij de uitvoering betrokken doordat zij
bijvoorbeeld mede de inhoud van een eventueel reïntegratieadvies en de
keuze van het reïntegratiebedrijf kunnen bepalen.
Vertegenwoordigende betrokkenheid van cliënten vindt plaats door het
instellen van cliëntenraden en -platforms voor zowel CWI als UWV. De
betrokkenheid van klanten wordt landelijk, regionaal en lokaal
vormgegeven.
ICT
ICT is van belang voor het verhogen van de kwaliteit van de
dienstverlening. Belangrijk uitgangspunt is dat gegevens die voor meer
functies en partijen nodig zijn binnen het SUWI-domein eenmalig worden
ingewonnen. Gegevens kunnen dus - binnen de grenzen van privacy-regels
- meervoudig worden gebruikt. Door een goed functionerende onderlinge
communicatie zal de klant de samenwerkende SUWI-organisaties als één
organisatie kunnen ervaren.
Op ICT-gebied zal binnen de nieuwe uitvoeringsorganisatie worden
gewerkt langs twee sporen. Het eerste spoor is gericht op het
wegwerken van knelpunten zodat er volgend jaar een werkbare
`SUWI-keten' is.
Het tweede spoor is gericht op complete vernieuwing van de
SUWI-informatiehuishouding. Dit heeft met name betrekking op de
polisadministratie (die de huidige VerZekerdenAdministratie van de
uvi's vervangt), het vervangen van de bestaande systemen van de
betrokken uitvoeringsinstanties (die weinig onderlinge samenhang
vertonen) en het verder ontwikkelen van het SUWINET, een SUWI-breed
gegevensregister. Over de gezamenlijke aspecten worden onder regie van
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afspraken gemaakt.
Private uitvoerders zoals arbodiensten en reïntegratiebedrijven zullen
onder nader uit te werken voorwaarden kunnen aansluiten op de
systematiek van het SUWINET.
Concrete ICT-toepasssingen die naast het SUWINET (dat de opvolger is
van het huidige CliëntVolgCommunicatieStelsel) worden ontwikkeld zijn:
informatiezuilen in het CWI die werkzoekenden in staat stellen
zelfstandig op zoek te gaan naar passende vacatures; elektronisch
dossierverkeer tussen het UWV en werkgevers (om de premie-inning voor
de werknemersverzekeringen te vergemakkelijken) en een nationale
Vacature- en Sollicitantenbank.
Met het eerste spoor is inmiddels een begin gemaakt. Het tweede spoor
neemt naar verwachting vijf tot tien jaar in beslag.
Stand van zaken
In de begeleidende brief bij het grofontwerp schetsen minister
Vermeend en staatssecretaris Hoogervorst enkele andere actuele
ontwikkelingen.
Op dit moment is al ten dele sprake van vrije inkoop van
reïntegratietrajecten. Bij de aanbesteding voor 2001 is gebleken dat
het aantal aanbieders fors is toegenomen. Het Lisv rondt naar
verwachting in het voorjaar een eerste evaluatie van de
aanbestedingsprocedure af. Daarnaast zal het ministerie van SZW
binnenkort een onderzoek beginnen gericht op goede
informatievoorziening voor de opdrachtgevers voor reïntegratie.
Met subsidie van het ministerie van SZW is onlangs de organisatie STIMULANZ opgericht, die gemeenten ondersteunt bij de aanpassingen aan de nieuwe organisatiestructuur van de sociale zekerheid.