CAO Gezondheidscentra: salarisaanpassing blijft voorwaarde LAD

LAD-bericht van 17 januari 2001

Tijdens de onderhandelingen voor de CAO-Gezondheidscentra 2000-2001 wilden de werkgevers praten over een rigoureuze verandering van de CAO. Aangezien dit voornamelijk verslechtering van CAO-afspraken inhield, zegden de werknemersorganisaties toe de mening van hun achterban te peilen in de huidige CAO-periode. De LAD nodigde haar leden werkzaam in de gezondheidscentra eind 2000 persoonlijk uit voor een ledenraadpleging...

Voor het innemen van een standpunt over een nieuwe arbeidsvoorwaardenregeling voor de professionals in de gezondheidscentra, wilde LAD van haar leden weten of er reden is daarover besprekingen te starten en welke uitgangspunten daarbij voor de betreffende LAD-leden gelden.
Bij de ledenraadplegingen bleek dat een aantal punten die de LWG voorstelt voor de achterban alleen bespreekbaar zijn als de LWG bereid is ook de financiële consequenties te aanvaarden. Dit geldt onder andere voor de eventuele verhoging van de maximum werkweek in relatie tot het salaris. Bij uitbreiding van de werkweek naar 46 uur is het huidige salaris onder de maat ten opzichte van het aantal patiënten en de arbeidstijd van de huisartsen. Uitbreiding van de formele arbeidsduur kan niet zonder consequenties blijven voor het salarisniveau, aldus de huisartsen. Terwijl juist dit aspect geheel onduidelijk blijft in het LWG-voorstel.

Onderlinge waarneming
De definitie van de formele arbeidsduur is onduidelijk. De aanwezige huisartsen vroegen zich af wat de definitie is van de 46-urige werkweek. Is dat inclusief de tijd voor overleg, zoals het hagro-overleg of komt deze tijd er nog bij? De huisartsen gaven daarnaast aan dat een maand onderlinge waarneming voor afwezige collega's niet alleen praktische proble men oplevert binnen de hagro, maar eigenlijk volstrekt onmogelijk is. De LAD is van mening dat de waarneming en daarmee samenhangende capaciteitsproblemen in beginsel de verantwoordelijkheid zijn van de werkgever. De werkgever mag deze verantwoordelijk heid niet afwentelen op de huisartsen. Ook de 55+ regeling die de huisartsen noodzakelijk achten om invulling te geven aan een seniorenbeleid kan praktische problemen opleveren. De door de LWG genoemde vijf compensatiedagen voor bij- en nascholing zijn niet in overeenstemming met de herregistratie-eisen. Dit punt wordt alleen al om die reden afgewezen. Ditzelfde geldt voor de wijze waarop de LWG de inconveniëntentoeslag invult. Juist in een tijd waarin recht zou moeten worden gedaan aan het adagium "loon naar werken" zouden werkgevers daarvoor meer oog moeten hebben.

LAD-standpunt
Conclusie van de ledenraadplegingen: de LWG-voorstellen zijn onbespreekbaar ten opzichte van het huidige salarisniveau in relatie tot de door de LWG voorgestelde arbeidsduur. Een aanzienlijk verbeterde salarisparagraaf met een toeslagensysteem, met staffels op basis van frequentie en belasting van diensten is een eerste voorwaarde. De LWG gaat daarmee echter niet akkoord en wil herziening van de CAO-Gezondheidscentra bij de onderhandelingen voor de volgende CAO opnieuw bespreken. Zij nemen daarbij het risico dat een akkoord lang op zich laat wachten...

Ga naar : Nieuwspagina van de LAD
Volgend artikel : Voorlichtingsbijeenkomsten AMS

© copyright LAD 2001 home . index . email/adres . Artsennet