Vragen van Hillie Molenaar
17 januari 2001
AAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN
WETENSCHAPPEN
1
Bent u op de hoogte van de problemen op de Filmacademie, afdeling
documentatie in Amsterdam(1) ?
2
Kunt u bevestigen dat het beleidsvoornemen van de Filmacademie te
Amsterdam om de voorschriften voor examenfilms halverwege het jaar
te wijzigen, d.w.z. de duur van de films in te korten, onrechtmatig
is? Zo ja, bent u bereid op korte termijn maatregelen te nemen om
dit beleidsvoornemen tegen te gaan?
3
Hoe staat u tegenover het idee van de filmopleiding als opleiding
waar geëxperimenteerd moet kunnen worden? Deelt u de mening dat er
zo weinig animo voor de opleiding tot documentaire regisseur is
omdat de filmacademie onvoldoende aan de eisen van de huidige tijd
is uitgerust om een goede opleiding tot documentaire regisseur te
garanderen? Welke stappen bent u bereid te ondernemen om het animo
te vergroten?
4
In hoeverre acht u commerciële sponsoring van studenten
toelaatbaar? Bent u van mening dat dit de onafhankelijkheid van de
opleiding en de filmmakers schaadt? Zo nee, waarom niet?
5
Het uurbedrag voor een tv programma bij een publieke omroep is veel
hoger (fl. 90.000,- ), dan de financiële middelen waarmee zij de
filmstudent(en) sponsoren. Zou er bij dergelijke sponsoring niet
sprake moeten zijn van een hogere bijdrage van de publieke
omroepen? Bent u bereid om sponsoring aan een minimum aandeel in de
kosten te binden?
6
Bent u bereid de Filmacademie financieel tegemoet te komen om de
mogelijkheden voor het leren en experimenteren te garanderen en de
afhankelijkheid van sponsoring te verkleinen?
7
Acht u het terecht dat de Filmacademie niet toestaat dat de film
van een eindexamenstudent vertoond wordt wegens onder meer
portretrechten, zonder de student te ondersteunen bij een eventuele
aanpassing van de film(2) ? Zo nee, bent u bereid actie te
ondernemen zodat de film vrijgegeven kan worden na aanpassing?
8
Is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat speelfilms,
animatiefilms en documentaires allemaal verschillende disciplines
zijn waaraan in de (inter)nationale audio-visuele industrie ook
verschillende juridische (filmrechten, portretrechten enz.) eisen
gesteld worden? Bent u het ermee eens dat dit gevolgen heeft voor
de opleidingseisen voor filmstudenten? Is in het kader van het
beleid van 'de kunstenaar als ondernemer' niet noodzakelijk dat
filmstudenten hierin onderwezen worden bijvoorbeeld in samenwerking
met juridische faculteiten?
1.
1 De Filmkrant, pagina 3, januari 2001
2.
2 De Filmkrant, pagina 4, januari 2001