http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=407193
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 17 januari 2001 Auteur P.J. Kleiweg de Zwaan
Kenmerk DIE/016 Telefoon 070 - 348 5819
Blad /3 Fax 070 - 348 6381
Bijlage(n) Rapport Europese Rekenkamer E-mail Die-ex@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het Kamerlid Timmermans over EU voedselhulp
aan de Russische Federatie
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 22 december
2000, kenmerk 2000103970, waarbij gevoegd waren de door het Kamerlid
Timmermans overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de
Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U, mede namens de
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, als bijlage dezes het
antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de heer Brinkhorst, Minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij, op vragen van het Kamerlid Timmermans.
Vraag 1
Kent u het rapport van de Europese Rekenkamer over de voedselactie waarmee
de EU in de eerste maanden van 1999 op grote schaal hulp aan Rusland
verleende?
Antwoord
Ja. De Nederlandstalige versie van het rapport alsmede de reactie van de
Europese Commissie gaat U hierbij toe.
Vraag 2
Zo ja, deelt u de conclusie van de Europese Rekenkamer dat de hulp onnodig
was omdat er toentertijd geen sprake was van voedselgebrek in Rusland?
Antwoord
Zoals ook de Europese Commissie heeft aangegeven in haar reactie op het
rapport, acht ik de door U aangehaalde conclusie van het rapport van de
Europese Rekenkamer niet geheel evenwichtig.
Het grote probleem op het gebied van voedsel-voorziening op het moment dat
werd besloten tot de EU-voedselhulp was niet zozeer algeheel voedselgebrek,
maar gebrek aan koopkracht bij arme Russen in afgelegen gebieden. Door dat
gebrek aan koopkracht en een slecht functionerend distributiesysteem konden
vele huishoudens zich niet of nauwelijks voorzien van een betaalbaar en
voldoende voedzaam en gevarieerd voedings-pakket (zie ook mijn antwoord op
vragen van de leden Hessing en Geluk van 9 oktober 1999 (TK, 1999-2000,
Aanhangsel 74)).
Vraag 3
Is het waar dat de enige reden was dat de EU bang was voor verlies van
afzetmarkt?
Antwoord
Nee.
Vraag 4
Zo ja, was de "voedselhulp" dan mogelijk in strijd met WTO-regels?
Antwoord
n.v.t.
Kenmerk
Blad /1
===