Gemeente Rotterdam

Sterke positie Gemeente bij reïntegratie werkzoekenden

Het College van B&W wil dat de reïntegratie van werkzoekenden wordt ondergebracht bij een aparte afdeling van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarvoor wordt het bureau Regie Werk en Inkomen opgericht (bureau Regie). Dit bureau gaat het gemeentebestuur adviseren over het werkgelegenheidsbeleid. Ook gaat het bureau Regie bemiddelingsplannen inkopen voor mensen met een bijstandsuitkering en werkzoekenden zonder uitkering en bepalen welke cliënten voor welke soort bemiddeling in aanmerking komen. Deze taken zijn nu versnipperd over verschillende organisaties. Door ze onder te brengen in een centraal bureau komt er meer samenhang en kan de gemeente haar rol als opdrachtgever van reïntegratie beter invullen.

De oprichting van het bureau Regie heeft direct te maken met de landelijke veranderingen in de uitvoering van de sociale zekerheid, de zgn. SUWI-operatie. Daardoor is arbeidsvoorziening als publiek orgaan verdwenen. De gemeente heeft nu de taak om het arbeidsmarktbeleid voor haar eigen werkzoekenden te coördineren. Dat zijn de werkzoekenden met een bijstandsuitkering of zonder uitkering (bijv. herintreders). De uvi's (GAK, Uszo e.a.) doen dat voor werkzoekenden met een WW- of een WAO-uitkering.

Het geld dat de gemeente van het Rijk krijgt om mensen aan werk te helpen, is per 1 januari samengevoegd met een deel van het bijstandsbudget tot 1 Fonds Werk en Inkomen. De gemeente heeft hiermee een ruim budget tot haar beschikking en de vrijheid om dat geld naar eigen goeddunken voor reïntegratie in te zetten. Daar staat wel tegenover dat een deel van het bijstandsbudget (25%) voortaan afhankelijk is van het succes dat de gemeente daarmee boekt. Het bureau Regie wordt zowel verantwoordelijk voor de besteding van het reïntegratiegeld als voor de resultaten daarvan in de vorm van uitstroom naar werk.

Bureau Regie wordt een onderdeel van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) maar krijgt wel een status aparte: in de jaarrekening zijn zowel de programmakosten als de uitvoeringskosten van het Bureau apart zichtbaar.
De meeste medewerkers van het Bureau werken al bij de dienst SoZaWe. Het bureau Regie telt straks 20,5 fte's waarvan er 6,5 een uitbreiding zijn van de bestaande formatie van SoZaWe.

De nieuwe organisatie betekent niet dat de individuele cliënt nu ook andere aanspreekpunten krijgt. Dat blijven gewoon de consulenten van SoZaWe en in de toekomst het Centrum voor Werk en Inkomen. Wel zullen cliënten merken dat de dienstverlening van de gemeente verbetert. Bijv. doordat de gemeente nu zelf kan bepalen bij welke reïntegratiebedrijven wordt ingekocht en tegen welke voorwaarden. Ook heeft de gemeente nu veel meer vrijheid om geld te besteden aan belangrijke zaken als kinderopvang en schuldhulpverlening.

Elk jaar stelt het bureau Regie een plan op waarin staat hoeveel mensen aan een baan geholpen kunnen worden en welke instrumenten daarvoor worden ingezet. Dit jaar wordt er voor 6500 cliënten een werkplan aanbesteed. Daarmee is een bedrag van ruim 42 miljoen gulden gemoeid. Met de reïntegratiebedrijven wordt afgesproken dat minimaal 40% van die werkplannen leidt tot plaatsing in een baan. De gemeente wil graag nog meer mensen laten bemiddelen maar is nog met het Rijk in gesprek over de uitvoeringskosten. De ambitie is om alle huidige cliënten met een uitkering binnen drie jaar een werk- of activeringsplan (voor wie geen sollicitatieplicht heeft) te bezorgen. Nieuwe werkzoekenden krijgen in elk geval binnen acht weken een werkplan

Bovenstaande plannen staan in twee samenhangende beleidsnota's, de nota Bureau Regie Werk en Inkomen en de nota Reïntegratie. De eerste gaat over de inrichting van het Bureau Regie, de tweede over de reïntegratie-instrumenten waarover het Bureau Regie kan beschikken. Beide nota's worden op 18 januari in de raadscommissie SAR besproken. Afhankelijk van de inhoud van dat advies komen de nota's terug in het College of worden ze definitief vastgesteld.
Kort geleden bespraken het College en de raadscommissie SAR een derde nota, de kadernota 'Meer Wegen naar Werk'. Deze nota schetst de middellange termijnvisie op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in het Rijnmondgebied. Deze nota wordt binnenkort in de Gemeenteraad besproken.