VluchtelingenWerk Enschede helpt slachtoffers vuurwerkramp
18 januari 2001
VluchtelingenWerk Enschede biedt vluchtelingen, die vorig jaar april
slachtoffer zijn geworden van de vuurwerkramp, persoonlijke
ondersteuning aan.
Veel vluchtelingen
VluchtelingenWerk Enschede kreeg al eerder signalen dat verschillende
gedupeerden zich niet goed geholpen voelden. Volgens projectmedewerker
Erwin Karst, die sinds half december bij VluchtelingenWerk Enschede is
aangesteld, gaat het om een groep van 150 tot 175 mensen. Karst: "Het
was een oude buurt met lage huren, daarom woonden hier relatief veel
vluchtelingen.'
Gebrek aan informatie
De projectmedewerker gaat eerst inventariseren tegen welke problemen
de vluchtelingen oplopen. De eerste indruk is dat er wel genoeg hulp
wordt aangeboden, maar deze specifieke groep slachtoffers de
hulpverlening onvoldoende weet te vinden. Karst: 'Alleen schriftelijke
informatie over de hulpverlening is niet voldoende. Vluchtelingen zijn
niet zo gericht op schriftelijke communicatie, de klassieke manier om
Nederlanders te informeren. Daarbij komt dat de meeste informatie in
het Nederlands is opgesteld. De vluchtelingen hebben hierdoor het
gevoel dat er teveel aan hun eigen initiatief wordt overgelaten.'
Huisbezoek
Het project heeft een looptijd van één jaar. Erwin Karst gaat eerst
bij de vluchtelingen op huisbezoek. Op deze wijze hoopt hij een goed
beeld te krijgen welke hulp de slachtoffers nodig hebben. Daarna
begeleid hij ze intensief naar de juiste hulpverleners en blijft ze
volgen, om zeker te weten dat de aangeboden hulp ook de juiste is.
Bovendien houdt hij iedere vrijdagochtend spreekuur. Het project wordt
gefinancierd door de serviceclub 'De Ronde Tafel'.