CBS

Werkloosheid stabiel op laag niveau

In het vierde kwartaal van 2000 kwam het aantal geregistreerde werklozen uit op 186 duizend. De werkloosheid is daarmee stabiel op een laag niveau. Gemiddeld over heel 2000 was het aantal geregistreerde werklozen 33 duizend lager dan in 1999. Deze daling is aanzienlijk kleiner dan die in de drie voorgaande jaren. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.

Werkloosheid stabiel
De seizoengecorrigeerde cijfers schommelen het laatste half jaar tussen de 175 en 190 duizend. De veranderingen zijn gering. Daaruit concludeert het CBS dat de werkloosheid nu stabiel is. Het niveau van de geregistreerde werkloosheid is daarbij met 2,6 procent van de beroepsbevolking als laag aan te merken.

Daling in 2000 lager dan in voorgaande jaren
Gemiddeld over heel 2000 bedroeg het aantal geregistreerde werklozen 188 duizend. In 1994 lag dit aantal nog op 486 duizend. Sinds dat jaar is het aantal werklozen voortdurend afgenomen. In de jaren 1995 en 1996 was de daling nog beperkt met 20 duizend à 25 duizend per jaar. Daarna nam de daling echter toe via 65 duizend in 1997 tot bijna 90 duizend in 1998. Vervolgens liep de daling terug via 65 duizend in 1999 naar 33 duizend vorig jaar. De daling in 2000 was dus aanzienlijk kleiner dan de daling in de drie voorgaande jaren. Door de aanhoudende daling is in zes jaar tijd het aantal geregistreerde werklozen in totaal met 300 duizend afgenomen.

Daling mannen en vrouwen even groot
De daling van het aantal geregistreerde werkloze mannen en vrouwen was vorig jaar even hoog, 16 à 17 duizend. De geregistreerde werkloosheid onder vrouwen is echter nog steeds hoger dan die onder mannen. In 2000 was 3,1 procent van de vrouwen werkloos en 2,3 procent van de mannen. Omdat veel vrouwen die werk zoeken op de arbeidsmarkt niet ingeschreven staan bij een arbeidsbureau, zijn de verschillen in werkloosheid tussen mannen en vrouwen feitelijk groter.

Technische toelichting
Geregistreerde werklozen zijn mensen die bij een arbeidsbureau staan ingeschreven, direct beschikbaar zijn voor een baan van minstens twaalf uur per week en geen werk hebben of werk van minder dan twaalf uur per week. De cijfers zijn gebaseerd op de registratie van de arbeidsbureaus en de Enquête beroepsbevolking van het CBS, een steekproef-onderzoek dat maandelijks onder ruim 10 duizend mensen in Nederland wordt gehouden. Omdat de geregistreerde werkloosheidscijfers zijn gebaseerd op een steekproefonderzoek, hebben ze een onnauwkeurigheidsmarge. Alleen uit grote veranderingen en uit veranderingen die zich gedurende een langere periode voortdurend aftekenen mogen conclusies worden getrokken over de tendens van de werkloosheid. Naast de maandelijkse cijfers van de geregistreerde werkloosheid, publiceert het CBS jaarlijks een breder scala van indicatoren van het onbenut arbeidsaanbod. Eén daarvan is de werkloze beroepsbevolking: mensen die niet of minder dan twaalf uur werken en actief zoeken naar werk voor twaalf uur of meer. Het Centraal Planbureau gebruikt dit cijfer voor economische analyses. Een nog bredere afbakening van het onbenut arbeidsaanbod is: alle mensen die niet of minder dan twaalf uur werken en betaald werk voor twaalf uur of meer zouden willen hebben (ongeacht of men direct in staat is om te werken, op zoek is naar werk, enzovoorts). Een andere indicatie van het arbeidspotentieel is het aantal mensen met een bijstands- of ww- uitkering.