Onderzoek milieu-inspectie naar bodemsanering Diemerzeedijk Amsterdam
Minister Pronk (VROM) heeft een onderzoek van de Inspectie
Milieuhygiëne Noord-West naar de bodemsanering Diemerzeedijk aan het
College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Amsterdam
gestuurd.
In 1999 en 2000 heeft de Inspectie Milieuhygiëne bestuurlijk onderzoek
gedaan naar de voorbereiding en de uitvoering van de bodemsanering van
de voormalige stort- en brandplaats aan de Diemerzeedijk. In het
onderzoek zijn saneringsmaatregelen beoordeeld aan de hand van wet- en
regelgeving en zijn mogelijke milieu- en volksgezondheidsrisicos
beoordeeld.
Op grond van het onderzoek concludeert de Inspectie Milieuhygiëne dat
er bij de voorbereiding en uitvoering van de sanering Diemerzeedijk
afwijkingen en onzekerheden zijn opgetreden die onmiddellijk ingrijpen
niet noodzakelijk maken maar die de risicos voor de langere termijn
niet voldoende uitsluiten. Daarom heeft de minister het College van
B&W gevraagd om een concreet plan van aanpak voor de vervolgacties op
dit onderzoek.
Over het onderzoek zal een bestuurlijk overleg tussen het college van
B&W en minister Pronk plaatsvinden.
Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels een gerechtelijke
vooronderzoek, vooral gericht op de manier waarop afvalstoffen zijn
toegepast, geopend tegen gemeente Amsterdam en het aannemingsbedrijf
Hollandsche Combinatie Diemerzeedijk V.O.F. (HCD).