Gemeente kiest bij sanering Koornwaard voor provinciale variant
do 18 januari 2001
Het college van burgemeester en wethouders is van mening dat het meest
vervuilde compartiment van de voormalige vuilstort de Koornwaard
ingepakt en geïsoleerd moet worden van de rest van de omgeving. In dit
compartiment ligt chemisch afval opgeslagen. Bovendien is het college
van mening dat de gehele stort goed moet worden afgedekt en dat de
kwaliteit van de bodem en het water regelmatig moet worden gemeten.
Dit standpunt van de gemeente komt overeen met de saneringsvariant die
de provincie Noord-Brabant voorstelt. De provincie heeft reeds in een
eerder stadium aangegeven dat de sanering van de Koornwaard op deze,
milieuverantwoorde, wijze zou moeten plaatsvinden. De kosten van de
saneringsmaatregelen worden geraamd op ongeveer 15,0 miljoen.
Bevoegd gezag
De verantwoordelijkheid voor de sanering van de Koornwaard ligt
bij het Ministerie van Verkeer & Waterstaat. Dat is onlangs door
een wetswijziging zo bepaald, waarbij het bevoegd gezag overgegaan is
van de provincie naar het ministerie. Als onderdeel van het Ministerie
van Verkeer & Waterstaat zal Rijkswaterstaat worden belast met de
daadwerkelijke uitvoering van de sanering van de Koornwaard.
Rijkswaterstaat zal op de hoogte worden gebracht van het standpunt van
het college over de sanering van de Koornwaard.
Onderzoek
Het standpunt van de gemeente is mede gebaseerd op een onderzoek dat
zij heeft laten uitvoeren naar de mogelijke saneringsvarianten van de
Koornwaard. Daaruit blijkt dat door het inpakken van het meest
verontreinigde compartiment wordt voorkomen dat gevaarlijke stoffen
weglekken naar de omgeving en de Maas.
Het verbeteren van de afdeklaag zorgt ervoor dat het terrein weer
betreden kan worden zonder risicos voor de volksgezondheid. Daarnaast
zorgt het regelmatig meten van de kwaliteit van de bodem en het water
(monitoren) voor een extra beveiligingsmaatregel. Ook is gekeken naar
de saneringsmaatregelen die moeten worden uitgevoerd om de recreatieve
functie van de plas te kunnen garanderen.
Monitoring
Overigens vindt vanaf eind 1997 al monitoring van de Koornwaard
plaats. Dit gebeurt door adviesbureau DHV. Bij het meest vervuilde
compartiment zijn verhoogde concentraties aan verontreinigde stoffen
in het grondwater gemeten. Uit de resultaten blijkt echter dat
verspreiding van de verontreinigde stoffen naar de plas niet heeft
plaatsgevonden. In de rest van de stort worden slechts lichte
verontreinigingen aangetroffen.