Eenmalige bijdrage aan gemeenten in verband met uitvoering BOOT,
verlenging en aanvulling van de regeling
Tot en met 31 december 2000 kon een bijdrage worden verstrekt aan
gemeenten die bij de uitvoering van het BOOT (Besluit Opslag in
Ondergrondse Tanks) 1998, artikel 18, zesde lid, te maken hebben met
de problematiek van particuliere tankeigenaren die voor dubbele kosten
komen te staan vanwege het hersaneren van hun ondergrondse tank.
Verlenging van de regeling
Ondanks de eerdere verlenging van de regeling tot en met 31 december
2000, hebben diverse gemeenten aangegeven dat nog niet alle
tanksaneringswerkzaamheden op die datum kunnen zijn afgerond. Dit zou
ten nadele van de betrokken particuliere tankeigenaren kunnen zijn.
Met het oog hierop heeft de Minister van VROM besloten de regeling
nogmaals met een periode van zes maanden te verlengen. Dit houdt in
dat de declaratie uiterlijk 30 juni 2001 moet zijn ingediend.
Aanvulling van de regeling
De oorspronkelijke regeling had betrekking op particuliere tanks die
bij een sanering vóór 1 maart 1993 met zand of (hard)schuim waren
gevuld. Voor clusters van gevallen die niet rechtstreeks onder de
oorspronkelijke regeling van 8 oktober 1997 vallen, kon tot 1 augustus
1999 een verzoek worden ingediend om ook voor die gevallen een
bijdrage te kunnen ontvangen (hardheidsclausule). Van deze
mogelijkheid is door een groot aantal gemeenten gebruik gemaakt.
Veelal hadden de ingediende verzoeken betrekking op particuliere tanks
die bij een sanering vóór 1 maart 1993 gevuld waren met water en/of
ecoperl (geëxpandeerde kleikorrels). In antwoord op deze verzoeken is
steeds toestemming gegeven om dergelijke tanks in de gemeentelijke
declaratie mee te nemen. Aangezien de kosten van hersanering van deze
tanks gemiddeld een stuk lager uitvallen dan de sanering van met zand
of (hard)schuim gevulde tanks is daarbij de hoogte van de bijdrage
voor deze met water en/of ecoperl gevulde tanks bepaald op
f 500,-- per behandelde tank voor 90% van het aantal behandelde
tanks per gemeente.
Voor dergelijke tanks zijn nog een aantal verzoeken nagekomen.
Daarnaast blijkt uit de tot nu toe binnengekomen declaraties dat ook
gemeenten die geen apart verzoek daartoe hebben gedaan, toch
dergelijke tanks in hun declaratie meenemen. In verband hiermee is
besloten voor tanks die bij een sanering vóór 1 maart 1993 gevuld
waren met water en/of ecoperl het toestemmingsvereiste te laten
vervallen.
Dit houdt in dat zonder voorafgaande toestemming voor de volgende
tanks een declaratie kan worden ingediend:
1. Particuliere tanks waarbij na 18 juni 1997 aanvullende
saneringsmaatregelen zijn getroffen die bij een eerdere sanering
vóór 1 maart 1993 gevuld waren met zand en/of hardschuim. Voor
deze tanks wordt de rijksbijdrage bepaald op f 1.000,00 per
behandelde tank voor 90% van het aantal behandelde tanks.
2. Particuliere tanks waarbij na 18 juni 1997 aanvullende
saneringsmaatregelen zijn getroffen die bij een eerdere sanering
vóór 1 maart 1993 gevuld waren met water en/of ecoperl. Voor deze
tanks wordt de rijksbijdrage bepaald op f 500,-- per
behandelde tank voor 90% van het aantal behandelde tanks.
Voor clusters van andere particuliere tanks dan tanks als de hiervoor
genoemde blijft het toestemmingsvereiste gehandhaafd. Er is besloten
dat nog tot 31 maart 2001 een verzoek kan worden ingediend om ook voor
dergelijke tanks (dat wil zeggen tanks die bij een tanksanering voor
de inwerkingtreding van het BOOT gevuld waren met andere materialen
dan zand, hard(schuim), water en/of ecoperl) een bijdrage kunnen
ontvangen.
Voor de voorwaarden waaraan ingediende declaraties dienen te voldoen,
kan contact worden opgenomen met de heer C. Franken van de afdeling
VROM van de gemeente Steenbergen