Reesink N.V.

PERSBERICHT

Datum: 18 januari 2001

Reesink stap dichterbij nieuwbouw

De rechtbank te Zutphen deed heden uitspraak in de bodemprocedure, door Reesink N.V. aanhangig gemaakt tegen de gemeente Apeldoorn. Onderwerp van geschil was de door Reesink N.V. geëiste nakoming van een in maart 1997 gesloten overeenkomst. Krachtens deze overeenkomst zou de gemeente Apeldoorn aan Reesink gefaseerd 12 hectare bouwterrein leveren, teneinde het bedrijf in staat te stellen daarop nieuwbouw ten behoeve van zichzelf en haar dochtervennootschappen te realiseren. De gemeente Apeldoorn wenste deze overeenkomst niet meer na te leven, nadat Reesink weigerde tot een heronderhandeling te komen van de indertijd overeengekomen prijs.

De rechtbank bepaalde heden dat de gemeente Apeldoorn de gesloten overeenkomst onverkort dient na te komen tegen de indertijd overeengekomen condities. Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar, zodat een eventueel door de gemeente Apeldoorn in te stellen hoger beroep het uitvoering geven aan bovenbedoeld oordeel van de rechtbank niet in de weg staat.

Een punt waarover verder zal worden geprocedeerd is de door Reesink N.V. als gevolg van de opstelling van de gemeente Apeldoorn geleden schade. Het bedrijf verzocht namelijk tevens deze schade op te mogen maken bij staat en dient zich hierover, nu de zaak ten principale is beoordeeld, ten overstaan van de rechtbank nader uit te laten.

Ter toelichting het navolgende:

Reesink is sedert 1786 gevestigd in Zutphen. Al 15 jaar lang werkt het bedrijf aan nieuwbouw ter vervanging van de huidige benarde huisvesting van haar Zutphense ondernemingen. Ruimte daarvoor bleek echter indertijd te Zutphen niet voorhanden. Het bedrijf liet daarop het oog vallen op een locatie "onder de rook" van Zutphen, bij de kruising van de A1 en de A50 en langs een aldaar gelegen spoorlijn. Het gaat daarbij om grond van de gemeente Apeldoorn. Gesteund door de regionale Kamer van Koophandel kreeg de onderneming begin 1997 bij de gemeente Apeldoorn de handen op elkaar voor de ontwikkeling van een bedrijfsterrein op de eerder geduide locatie. Daarop sloten de gemeente en Reesink een overeenkomst, waarbij het bedrijf zich bereid verklaarde een prijs voor de grond te betalen welke toen voor het Oosten van het land zeer aanzienlijk was. Daarna echter vertraagde de ontwikkeling van het voorziene nieuwe bedrijfsterrein (inmiddels De Ecofactorij gedoopt) en gingen de prijzen voor dergelijke terreinen ook in het oostelijke deel van het land fors omhoog. Naar Reesink vermoedde wenste de gemeente Apeldoorn van de aangegane overeenkomst af te komen, teneinde de grond tegen hogere prijzen aan derden te verkopen. Toen er tekenen waren die op dit laatste wezen legde Reesink beslag, waarna de procedure volgde die heden door de rechtbank werd beslecht.

In het dit voorjaar uit te brengen jaarverslag over 2000 zal nader worden ingegaan op de wijze waarop aan de nieuwbouwplannen invulling zal worden gegeven.

info@reesink.com