Partij van de Arbeid

Den Haag, 19 januari 2001



Vragen van het lid Van Heemst (PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties



1.Zijn er landelijk vastgestelde regels voor de termijn waarbinnen, en de situaties waarin, de korpsbeheerder wordt geïnformeerd over ernstige incidenten waarbij politiemensen zijn betrokken?

2. Zo ja, hoe luiden die?

3. Zo neen, kunt u een overzicht gegeven van de wijze waarop deze kwestie in de 25 regionale politiekorpsen is geregeld?

4. Gaat het om informele regelingen of om een voorziening die formeel is vastgelegd?

5. Kunt u aangeven welke regeling naar uw opvatting noodzakelijk is bijvoorbeeld in de gevallen waarin een burger om het leven komt door vuurwapengebruik van de politie, of waarin een politieman/vrouw om het leven komt bij de uitoefening van zijn/haar functie

6. Welke van de 25 regelingen is het meeste open of vrijblijvend en welke is het meest precies of strikt en kunt u de verschillen daartussen aan de hand van voorbeelden verduidelijken?

7. Op welke wijze worden en binnen welke termijn doen de korpsbeheerders verslag van dit soort zaken aan het Regionaal College?

8. Waarom wordt deze vitale kwestie overgelaten aan de verantwoordelijkheid van de korpsbeheerders?

9. Wilt u, in overleg met de korpsbeheerders, een uniforme regeling gaan treffen?

10. Welke andere incidenten (te denken is aan het gebruik van pepperspray of aan incidenten waarbij burgers of politiemensen ernstig letsel oplopen) zijn volgens u zo ernstig dat ze direct aan de korpsbeheerder gemeld moeten worden?