Onderwijssamenwerking tussen Nederland en Nederlandse Antillen
Een persbericht bij het onderwerp Nederlands beleid
20 januari 2001
Nederland stelt dit jaar 14,5 miljoen Antilliaanse gulden (21
miljoen Nederlandse gulden) beschikbaar voor verbetering van het
funderend onderwijs en het beroepsonderwijs op de Nederlandse
Antillen en voor versterking van het Antilliaanse departement van
Onderwijs en de eilandelijke onderwijsdiensten. Bovendien komt er
halverwege dit jaar een voorstel voor onderwijssamenwerking de
komende vijf jaar. Beide regeringen hebben de OESO gevraagd
hierover te adviseren.
Dat staat in het protocol van afspraken over
onderwijssamenwerking, dat vrijdag 19 januari is ondertekend door
de Antilliaanse ministers Lamp (onderwijs, cultuur, jeugd- en
sportzaken), Pourier (ontwikkelingssamenwerking) en de Nederlandse
staatssecretaris De Vries.
Het protocol geeft aan dat verbetering van het onderwijs een
prioriteit is van beide regeringen. Alle Antilliaanse kinderen
moeten kunnen profiteren van goed onderwijs. Daardoor kunnen zij
hun mogelijkheden en talenten ontwikkelen, en deel hebben aan
economische en maatschappelijke ontwikkeling. Op die manier is
goed onderwijs ook een voorwaarde voor het slagen van economisch
herstel en voor verdere economische ontwikkeling van de Antillen.
De onderwijssamenwerking voorziet onder andere in:
* het opzetten van voorschoolse opvang;
* verbetering van het onderwijs, van kleuter- en basisonderwijs tot
en met het beroepsonderwijs;
* verbetering van de docentenopleidingen, inclusief nascholing van
de huidige leerkrachten.