Ministerie van Algemene Zaken


1red8999
19-01-2001, NOS, Gesprek met de minister-president, N.3, 22.57 uur

VICE-MINISTER-PRESIDENT JORRITSMA, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER MOGELIJKE EXTRA UITGAVEN EN UITZENDING

APACHE-HELICOPTERS

MOGELIJKE EXTRA UITGAVEN

MINGELEN:
Huisartsen zouden 15 februari gaan staken. Maar vandaag heeft het bestuur van de Landelijke Huisartsenvereniging tegen de leden gezegd: stel dat maar even uit, wij vertrouwen dat het kabinet in het voorjaar met voldoende geld komt om onze eisen in te willigen. Is dat vertrouwen terecht?

JORRITSMA:
Mevrouw Borst heeft gisteren met de Tweede Kamer gesproken en heeft daar uitgelegd dat, één, ze natuurlijk een analyse moet maken van wat er werkelijk nodig is. Overigens, een paar dingen die bij de eisen van de huisartsen zaten zijn inmiddels al ingewilligd. Dus daar is geen probleem meer bij. En dat, als zij zicht heeft op wat er echt nodig is, dat zij dan zowel bij de begroting van het komende jaar, maar dat zal natuurlijk misschien over meerdere jaren gaan, zich hard zal maken om daar ook geld voor te krijgen. En of dat er is, dat moeten we dus afwachten. We hebben natuurlijk nog investeringen te doen, die nog horen bij de rest van deze kabinetsperiode. En we hebben met elkaar afgesproken dat wij één keer per jaar beslissen over onze uitgaven en die beslissingen vinden ongeveer plaats in het voorjaar, zo april, als we over de voorjaarsbrief, dat is over de uitgaven van dit jaar, en de kaderbrief spreken.

MINGELEN:
Als ik u zo hoor, klinkt u wel een stuk zuiniger dan mevrouw Borst. Dus ik herhaal mijn vraag: is het vertrouwen van de huisartsen terecht, dat het kabinet in het voorjaar over de brug komt?

JORRITSMA:
Ik denk dat de huisartsen erop mogen vertrouwen dat wij ook hun wensen heel serieus nemen. En ik ga ervan uit dat mevrouw Borst daar ook een fatsoenlijke onderbouwing voor zal maken.

MINGELEN:
Hun eisen kosten fl. 1,3 miljard, geloof ik.

JORRITSMA:
Ik kan direct zeggen dat fl. 1,3 miljard het komende jaar, alleen voor de huisartsen, ondenkbaar is. Dat kan ook helemaal niet. Ik geloof trouwens ook dat die claim nogal opgebouwd was uit allerlei dingen, waarvan een deel allang voorzien was. En verder wordt er kritisch gekeken naar de feitelijke analyse en de feitelijke problemen.

MINGELEN:
Staan zij wat u betreft wel bovenaan de lijst van prioriteiten als het kabinet in het voorjaar extra geld heeft en dat verdeeld moet worden?




JORRITSMA:
Dat kan ik helemaal nog niet zeggen nu.

MINGELEN:
Mevrouw Borst zei dat voor het kabinet deze problemen echt helemaal bovenaan de lijst staan. Heeft u daar overleg over gehad?

JORRITSMA:
Dat heb ik haar niet horen zeggen, maar wij hebben daar niet met elkaar over gesproken.

MINGELEN:
Is het dan niet raar dat mevrouw Borst in de Kamer zegt: dit heeft voor het kabinet de hoogste prioriteit. En nu zegt u: daar hebben we het niet in die zin over gehad.

JORRITSMA:
Voor zover ik begrepen heb, en dat heb ik ook van Kamerleden gehoord, heeft mevrouw Borst gezegd dat zij zich in het kabinet sterk zou maken en dit een heel belangrijke prioriteit vindt. Ik zeg helemaal niet dat ik het niet belangrijk vind, want ik vind het ook belangrijk. Maar ik vermoed dat we nog wel aan paar andere claims kunnen krijgen. En wij moeten natuurlijk uiteindelijk een afweging maken. We hebben ook nog een paar vuiltjes van vorig jaar. We moeten eerst eens even op een rijtje zetten: wat hebben we feitelijk aan ruimte? En welke claims liggen er? Ongetwijfeld zullen er meer claims liggen dan allemaal in te vullen zijn in één jaar. Maar we weten ook dat begrotingen nooit over één jaar gaan, dat we ook natuurlijk over meerjarencijfers spreken.

MINGELEN:
Dus die besluiten voor de huisartsen worden niet alleen in het voorjaar genomen, maar misschien ook pas bij de begroting van volgend jaar, en dan hebben we het al weer over september.

JORRITSMA:
Ja, kijk: wij beslissen weliswaar in april over de hoofdlijnen, ook over de uitgaven voor 2002. We beslissen natuurlijk heel concreet over de voorjaarsnota, dus over die dingen die dit jaar nog kunnen gebeuren. Maar als we over de kaderbrief gesproken hebben, daar brengen we niets over naar buiten. Dat komt in de begroting die in september op Prinsjesdag gepresenteerd wordt.

MINGELEN:
Dus eigenlijk moeten die huisartsen om zeker te weten wat ze krijgen niet wachten op het voorjaar, maar eigenlijk pas in september weten ze zeker...

JORRITSMA:
In september is er een beeld voor volgend jaar.

MINGELEN:
Bent u niet bang door deze opstelling, die ik vanuit de procedure wel begrijp, dat die huisartsen nu denken: ja, nou dachten we dat we het in het voorjaar allemaal niet alleen




zouden horen en ook zouden krijgen, en nu zit daar de vice-premier met een zuinig verhaal.

JORRITSMA:
Dat wij zuinig zijn, daar kan iedereen gewoon op rekenen, want wij gaan om met belastingbetalersgeld of premies die mensen op moeten brengen. Dus dat wij goed zullen bekijken wat voor claims er liggen, of ze realistisch zijn, of er werkelijk nood is. Dat hier wel iets aan de hand is wil ik graag erkennen, dus daar zullen we oplossingen voor moeten zoeken. En als dingen niet uit de lengte komen, dan moeten ze uit de breedte. Soms moet je bijvoorbeeld andere dingen laten om aan iets anders een prioriteit te geven. Dat kan ook nog. We denken alleen maar tegenwoordig dat met meer geld alleen oplossingen te bedenken zijn. Soms moet je ruimte maken voor nieuw beleid.

MINGELEN:
Die afweging in het voorjaar en in september wordt misschien nog moeilijker omdat volgens minister Zalm van Financiën de ruimte voor extra uitgaven wellicht wat kleiner wordt, omdat de economische groei wellicht afneemt. Dat maakt het probleem alleen maar groter.

JORRITSMA:
Dat kan het probleem groter maken, maar ons probleem is nu net dat we daar eigenlijk onvoldoende zicht op hebben op dit moment, zodat alles wat we zeggen toch een redelijk hoog hypothetisch gehalte heeft. Het is waar dat doordat de olieprijs wat gezakt is, hoewel, op het ogenblik is hij weer iets hoger, de dollar wat gezakt is ten opzichte van de euro, waar ik overigens dolgelukkig mee ben, maar nu moet ik daar bijna weer ongelukkig mee zijn omdat dat onze inflatie drukt. En als het onze inflatie drukt, betekent het ook iets voor mogelijke ruimte op de rijksbegroting. Het spijt mij zeer, maar ik ben buitengewoon gelukkig dat de inflatie wat afneemt en de groei ietsjes tempert, want men was immers zo bang voor oververhitting. U ook, herinner ik mij, een paar weken geleden. In uw beroep als journalist heeft u mij daar ook wel eens kritische vragen over gesteld.

MINGELEN:
Die huisartsen, dat is een probleem. Er is überhaupt wellicht minder geld om te verdelen en de hele politieke ontwikkeling de laatste maanden was vanuit de Kamer, en met name regeringsfracties PvdA en D66: in het voorjaar gaan we het geld verdelen. PvdA- Kamerlid Oudkerk, naar die artsen toe, zei nog: het geld loopt tegen de plinten op. Dat lukt wel. Dus dat wordt wel moeilijk dan, politiek.

JORRITSMA:
Dat beeld is een onterecht beeld. Als ik daar iets van een correctie kan aanbrengen doe ik dat graag, omdat dat natuurlijk niet zo is. Er hoeft maar iets in de wereldeconomie te gebeuren en wij hebben grote inkomstentegenvallers in plaats van meevallers. Nu hebben we door ons systeem van scheiding tussen uitgaven en inkomsten daar overigens ook niet meteen last van. Vroeger zouden we dan in hetzelfde jaar onmiddellijk met een bezuinigingsronde hebben moeten komen. Dat hoeft niet meer. Maar heel veel extra mogelijkheden, daar zouden grenzen aan kunnen zijn. Maar nogmaals, ik moet steeds zeggen: daar zouden grenzen aan kunnen zijn, want een heel precies beeld hebben we nog niet.




MINGELEN:
Nee, maar het is niet voor niets dat het kabinet al eigenlijk op initiatief van PvdA- fractievoorzitter Melkert had gezegd: we moeten maar eens gaan praten over de manier waarop we met het geld omgaan, want er is zoveel, dat moet dan maar anders verdeeld worden. Melkert en D66-leider De Graaf willen gewoon uitpakken. Als ik u nou zo hoor, huisartsen en in het algemeen: uitpakken zit er toch niet zo in.

JORRITSMA:
We lopen risico's. We weten nog niet of we toch nog wat kunnen uitpakken. Maar er zijn risico's in de wereldeconomie die te maken hebben met Amerika en met Japan, die overigens ook met ons buurland Duitsland te maken hebben. Vorig jaar prachtige cijfers, maar wel heel erg op maar één onderwerp gestoeld, namelijk op export en niet op binnenlandse consumptie. Dat maakt het risico dat Duitsland het dit jaar slechter doet groot. Dat heeft grote invloed op onze economie. We moeten even afwachten hoe de laatste cijfers er uit gaan zien, om een beetje realistisch in te kunnen schatten wat we kunnen.

APACHES

MINGELEN:
Het is in grootte volstrekt onvergelijkbaar, maar ik wil toch even naar een kleine uitgave, namelijk vijfentwintig miljoen. Het kabinet heeft vandaag besloten om Apaches mee te sturen naar de Nederlandse troepen op de grens van Eritrea en Ethiopië. Die Apaches staan overigens een heel stuk daar vandaan. Critici zeggen: die Apaches hebben geen duidelijke rol daar. Daarbij: ze staan er maar voor drie maanden, want in juni komen die militairen alweer terug. Vijfentwintig miljoen is wel een hoop geld voor zo'n beslissing. Vindt u dat ook?

JORRITSMA:
Het is een hoop geld. Ik vind altijd zo interessant dat de critici in de Kamer ongeveer uitlokking doen aan het kabinet om een motie niet uit te voeren, waar ik bijna nooit van hoor, van diezelfde partijen, op het moment dat het over andere moties gaat. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft uitgesproken dat ze dat uit veiligheidsoverwegingen wenselijk vinden. De minister van Defensie heeft zich laten overtuigen. Overigens inmiddels ook de chef-defensiestaf.

MINGELEN:
Waren dat niet vooral politieke redenen? Laat ik het anders vragen: vindt u het niet een beetje vreemd dat een militaire maatregel toch vooral wordt genomen om fracties in de Tweede Kamer mee te krijgen voor zo'n beslissing? Er werd wel eens gekscherend gezegd: dit zijn parlementaire helikopters

JORRITSMA:
Laten we maar hopen dat we ze niet hoeven te gebruiken, want dan kunnen die critici daarna ook nog zeggen dat ze gelijk hadden, maar dan is er in elk geval ook geen risico gelopen.

MINGELEN:
Vindt u dat de Kamer zich niet te gedetailleerd met dit soort dingen bezighoudt?




JORRITSMA:
Het is een uitkomst van een debat waarbij ook de minister een rol heeft gespeeld. Waarbij overigens ook de chef-defensiestaf inmiddels blijkbaar zelf tot de conclusie gekomen is dat het ook niet onverstandig is.

MINGELEN:
Hij vond eerst dat ze niet nodig waren. Toen merkte hij hoe de politieke wind waaide...

JORRITSMA:
Nee, dat denk ik niet. Want hij hoeft geen advies te geven, de minister kan ook zonder dat advies tot diezelfde conclusie komen. Maar zelfs de chef-defensiestaf is nu ook tot een andere conclusie gekomen. Dat is mooi. Nogmaals: ik heb de neiging om te zeggen: we moeten het maar doen. Je kunt altijd hierover discussiëren, of het wenselijk is of niet. Aan de andere kant: als we ze er niet naar toesturen en daarna gebeurt er wat, hebben we echt een veel groter probleem dan dat we ze er wel naartoe sturen en ze misschien niet hoeven te gebruiken.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, EV)