Persdienst
Paskal Deboosere
Brialmontstraat 23, 1210 Brussel
tel 02-219 19 19 fax 02-223 10 90
e-mail pers@agalev.be

N I E U W J A A R S T O E S P R A A K

zaterdag 20 januari 2001

SPREKER:
Jos GEYSELS, politiek secretaris

TREFWOORD: regeringsbeleid, partij, politiek

Beste vrienden,

Het is 20 jaar geleden dat er voor het eerst Agalev-parlementsleden in Kamer en Senaat werden verkozen. Maar wie had in 1981 kunnen vermoeden of voorspellen dat we dit jubileumjaar zouden vieren tijdens een regeringsdeelname. Sommigen hadden het misschien gehoopt, anderen hadden het gevreesd maar velen hadden het niet voor mogelijk gehouden.

20 jaar geleden kregen groene eisen nogal eens het predikaat 'sympathiek, interessant maar weinig relevant' mee. Agalev werd bekeken als een zweeppartij(tje), als een one-issue-genootschap. De studiedienst van de CVP trachtte het in 1985 nog als volgt te omschrijven: "Agalev is socialisme plus irrealisme". Tegenover dit" irrealisme" stond het "realisme "van de 'grote' partijen die met de 'grote' politiek (en het al even grote dienstbetoon en cliëntelisme) de meer fundamentele problemen aanpakten . Nu, vele jaren later, wordt de realiteitswaarde van de groene boodschap aanvaard en de politieke betekenis van de vierde politieke stroming in Europa erkend.

Er zijn dus redenen om te vieren. Maar deze viering mag geen nostalgische terugblik worden of een oudstrijdersbal, maar wel de aanleiding om over de toekomst na te denken. Welke rol moeten groene partijen in de 21ste eeuw op zich nemen? Op welke manier kunnen we de onderstroom tot verandering in de samenleving in een politiek consistent verhaal vertalen en in concrete programmapunten gieten?

Dat zijn vragen die wij ons dit jaar zullen stellen.

"Waarom herinneren we ons het verleden, maar niet de toekomst?", schreef Stephen Hawking ooit. Laat ons het daarom over het nu hebben. Toen we in 1999 beslisten om in de regering te stappen, wisten we ook dat het niet makkelijk zou zijn. En het was niet altijd gemakkelijk. Maar na 500 dagen paars-groene regeren, kunnen en moeten we vaststellen dat er belangrijke groene programmapunten op de agenda werden geplaatst en gerealiseerd. Ik denk aan het operationeel worden van het Federaal Voedselagentschap, de effectieve verhoging van de middelen voor Ontwikkelingssamenwerking, het akkoord met de verzorgingssector, de uitbreiding van de groengebieden, de vergroening van de landbouw ("er zijn minder varkens onder ons"), de regularisering van mensen zonder papieren, de drugsnota... Hiermee hebben we belangrijke elementen van ons programma kunnen waarmaken. En daar gaat het om.

Bij andere dossiers hebben we het moeilijk gehad, meestal omdat we vrijwel alleen stonden. Soms omdat we ook zelf in de fouten maakten Het was dus ook een leerrijk jaar. Al was het maar om te beseffen wat het verschil is tussen goedkope marketing en inhoudelijke vernieuwing, tussen externe moderniseringsverhalen en interne krokodillenmanoeuvres.

We hebben dus gerealiseerd en geleerd. Maar ons niet 'bekeerd', ons project verleerd of meegelopen met hen die denken extreem-rechts te kunnen bestrijden door hun redeneringen over te nemen.

We zijn er voor gegaan en we blijven er voor gaan. Zo zal er verder moeten gewerkt worden aan de vergroening van de belastingen. Als uit de cijfers van Vera Dua blijkt dat het huishoudelijk afval blijft stijgen, dan moeten ook de andere regeringspartijen erkennen dat het voorkomen van afval beter is dan het vullen van blauwe zakken. Dat betekent ook dat onze dubbele eis, namelijk milieuvriendelijk gedrag belonen - via ecobonussen - en verspillende consumptie ontmoedigen - onder andere door ecotaksen - niet gerecycleerd kan worden. Daarom zullen wij , zoals voorzien, verdere stappen zetten in de variabilisering van de autokosten, in het fiscaal aanmoedigen van energiezuinigheid, in de verlaging van de BTW op gezonde producten, ... Laat het ons ook duidelijk stellen : wij zijn geen takspartij, maar we willen wel de belasting op het milieu verminderen om te vermijden dat de ecologische schuld onbetaalbaar wordt.

Wat ook bovenaan op onze agenda blijft staan, is de kwaliteit van werk, en de relatie tussen gezin en werk. De trendbreuk die in het akkoord van de social profit gezet is met de invoering van een zorgkrediet, wordt het best uitgebreid naar andere sectoren zowel op federaal als op Vlaams vlak. De initiatieven van Mieke Vogels op Vlaams niveau en de federale parlementsfractie verdienen dan ook alle steun. Want thema's als het zorgkrediet, loopbaanonderbreking en sabbatjaren zijn belangrijke hefbomen om eindelijk de flexibiliteit op maat van de werknemer te moduleren en het project van de levensloopbaan te concretiseren. De arbeidersbewegingen zullen dan ook op ons kunnen rekenen in hun streven naar een economie op mensenmaat .

Sommigen hadden voorspeld dat deze regenboogcoalitie vlug uiteen zou vallen. Zij hebben zich vergist. Bovendien hebben ze bewezen dat de openlijke discussies tussen regeringspartners geen hypotheek leggen op concrete besluitvorming. Maar de wittebroodsmaanden van de regeringen zijn voorbij. En dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Ook een regering leeft niet van brood, zeker niet van wit brood alleen. Voor de regering is het dus hét moment om het rijk van de beloften te verlaten en de noodzaak om politieke keuzes te maken onder ogen te zien. Ook in het dossier van de mobiliteit. Want we geraken meer en meer in de paradox waarbij de vraag naar grotere snelheid beantwoord wordt met een toenemende stilstand op onze wegen, waarbij we geconfronteerd worden met een tekort aan openbaar vervoer en een surplus aan luchtvervuiling en verkeersonveiligheid. Sommige regeringspartijen hebben het blijkbaar moeilijk met die keuzes. En in plaats van het dossier ten gronde te bekijken nemen ze maar hun toevlucht tot persoonlijke aanvallen op Isabelle Durant om zo hun vrees om de gepolitiseerde structuren te hervormen te verhullen. Laten we duidelijk [Imzijn: voor Agalev en Ecolo moet de regering de spoorwegen terug op het spoor van de reizigers zetten. Dit betekent: meer reizigers, meer treinen, een beter comfort én doorzichtige structuren om deze ambitie waar te maken.

Het worden dus belangrijke maanden voor de regeringen.

Maar de regering is één zaak, de partij een andere. Een regeerakkoord is een belangrijk kontrakt, maar een project is een langduriger engagement. Het laatste jaar hebben we veel geïnvesteerd in de organisatie van de partij met betrekking tot de regeringsdeelname. Een terecht investering : de aantrekkingskracht van de partij is vergroot en dat vertaalde zich onder andere in meer (vooral jonge) leden.

Maar in de toekomst zullen we meer nadruk leggen op de aparte en kritische rol van de fracties en de partij. Dat betekent niet dat we met één been in de regering gaan zitten en met een ander erbuiten. Dat betekent wel dat we de uitbouw van ons verhaal dat elke dag zijn realiteitswaarde bewijst verder zullen verfijnen en uitdragen. Dat betekent wel dat we met het groeiend vertrouwen dat we krijgen van meer leden meer groepen verder organiseren. En dat betekent vooral dat we kiezen voor een opstelling als sociaal-groene partij, waarbij we absoluut onze positie als marktleider van het groene gedachtegoed willen behouden en uitbreiden, maar ook dat we ons sociaal profiel zullen aanscherpen.

Ecologische duurzaamheid is immers niet te scheiden van de noodzaak van een alternatief voor de ongelijke welvaartsverdeling en de heersende concurrentie. Ecologische vooruitgang kan nooit lukken wanneer het leidt tot nieuwe uitsluitingen, tot bestendiging van de inkomensongelijkheid of van schrijnende armoede die ook in België bestaat. Duurzame ontwikkeling is dus een politiek concept dat én het streven naar een kringloopeconomie én het streven naar sociale rechtvaardigheid verenigt.

Met deze opstelling onderscheiden we ons van de klassieke politieke stromingen die hoe langer hoe meer opschuiven naar het centrum. Het lijkt wel op een winkelstad tijdens de solden. Iedereen naar het centrum. Maar ook hier leidt dat tot filevorming , tot politieke stilstand in plaats van progressie.

Hoe langer hoe meer zal duidelijk worden dat er zich een politieke breuklijn ontwikkelt tussen twee politieke concepten, namelijk de 'actieve welvaartsstaat' (in al zijn varianten) en 'de duurzame samenleving' waarbij minder vervuiling meer werk geeft, minder werken beter leven oplevert en minder stress meer humor. Progressieve mensen zullen dan ook de keuze moeten maken of ze meewerken aan dit verhaal dat zich buiten de traditionele denkkaders maar binnen de universele waarden, van ecologische duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid, levende democratie en internationale samenhang situeert.

De volgende maanden zullen we trachten dit verhaal verder uit te schrijven. Niet in de beslotenheid van de eigen partijlokalen, maar met individuen, bewegingen en organisaties uit het middenveld die in Vlaanderen reeds elke dag gestalte geven aan dit progressief verhaal. En dit verhaal zal niet tot stand komen via de fijnste technieken van de politieke marketing maar met de uitgestoken hand en de discussie, met bondgenootschappen en debat. Samen met het kritisch opvolgen van het regeringswerk zal dit scenario de politieke kalender van de ganse partij kleuren .

Beste vrienden,

20 jaar nadat de eerste groene parlementairen in het verkozen werden, staan de groene ideeën in het centrum van het maatschappelijk debat. Ze staan op de agenda van de verschillende regeringen en schepencolleges. Onze ministers, parlementsleden, burgemeesters, schepenen en raadsleden staan garant voor deze ideeën. Onze sympathisanten en - gelukkig - onze kritische achterban zijn onze beste garantie om alert te blijven.

We zijn dus klaar voor de volgende 20 jaar.

Ik wens u allen een fijn jaar, de wereld een koeler klimaat en België, wat betreft verdraagzaamheid een warmer.

Jos Geysels,
Politiek secretaris Agalev

Jong Agalev Nieuwjaarsbrief

Brussel, 20 januari 2001

De toekomst is bezig, de toekomst is groen, niet grijs.

Meer en meer jongeren worden lid van Agalev. 1.139 jongeren onder de 31 jaar zijn nu lid. Dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Die jongeren engageren zich in Jong Agalev en organiseren zich in Jong Agalev afdelingen. 30 afdelingen tellen we nu en in 40 gemeenten nemen Jong Agalev
- leden initiatieven om afdelingen op te starten.
Aan de veertigers en vijftigers die twintig jaar geleden met Agalev begonnen zijn: een nieuwe lichting staat klaar om jullie te versterken en op te volgen in onze sociale - groene strijd.

Jong Agalev vindt dat de drie ministers en de staatssecretaris degelijk werk leveren. Een opsomming van de tastbare realisaties en beslissingen zou ons te ver leiden. Het drugsakkoord is daar het recentste voorbeeld van.

De groene regeringsdeelname gaat echter over meer dan het werk van de ministers alleen: hier draagt de hele partij een verantwoordelijkheid. Een kleine partij die zich in een veelkleurige regering te braaf opstelt, dreigt haar eigen profiel te verliezen.

Groene trendbreuken realiseren is voor Jong Agalev dan ook de voornaamste doelstelling. Dit kan niet door teveel water bij de wijn te doen, wel door onze wijn duur te verkopen, door ons profiel scherper te stellen. Onze wijn is immers van een goede kwaliteit. Zo wordt sociaal - groen opnieuw een duidelijk alternatief voor de grijsheid en de verzuring.

We durven bij het begin van dit nieuwe jaar een oproep doen naar de andere politieke jongerenorganisaties. We hopen, dit keer wél, de steun te krijgen van de Jongsocialisten en Volksunie - jongeren rond onze voorstellen: een humaan asielbeleid, een vermogensbelasting en het migrantenstemrecht. We zijn ook bereid om met Jong VLD rond specifieke thema's samen te werken. We hopen ook van de "Partij van de Burger", met name de Jong VLD, steun te krijgen voor het stemrecht van migranten. Tenslotte zijn migranten ook burgers. En de CVP - jongeren, 't ja, die wensen we veel succes bij de vernieuwing van hun partij.

Onze wensen zijn gekend, onze voornemens zijn duidelijk. We wensen jullie een fantastisch politiek jaar. Wij van onze kant gaan er alvast een serieuze lap op geven!

Tom Caals,
Jong Agalev woordvoerder