Ministerie van Financien

Titel: Bepaling aftrekbare verzorgingskosten in verzorgingstehuizen



Bepaling aftrekbare verzorgingskosten in verzorgingstehuizen

(bejaardenoorden) onder de AWBZ en overige AWBZ-instellingen

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

Besluit van 22 januari 2001, nr. CPP2001/226M

Dit besluit dient ter vervanging van het besluit van 20 maart 1998, nr. DB98/1066M

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Inleiding

Per 1 januari 1997 is de financiering van de meeste verzorgingstehuizen vanuit de Wet op de bejaardenoorden (hierna: Wbo) ondergebracht bij de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ). Deze wijziging heeft voor veel bewoners van die tehuizen niet alleen gevolgen voor de bepaling van de verschuldigde eigen bijdrage, maar ook voor de bepaling van het als buitengewone last aftrekbare deel van die eigen bijdrage.

De Hoge Raad heeft bepaald dat een eigen bijdrage AWBZ, verminderd met de op subjectieve wijze vastgestelde besparing op kosten van huisvesting en voeding, als buitengewone last in aanmerking kan worden genomen. Het bedrag van de besparing moet worden gerelateerd aan de periode voor de opname in het tehuis.

Voor bewoners die al een aantal jaren verblijven in het verzorgingstehuis kan de bepaling van het bedrag van de besparing moeilijkheden van bewijsrechtelijke aard opleveren. In antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid G. de Jong is inmiddels geantwoord dat in een besluit een praktische handreiking zal worden gegeven voor de vaststelling van de aftrekbare ziektekosten begrepen in de eigen bijdrage. Het onderhavige besluit strekt daartoe. De vragen en antwoorden zijn opgenomen in bijlage B.

Hierna ga ik eerst in op de situatie die gold tot 1 januari 1997, vervolgens geef ik in onderdelen 3 en 4 een weergave van de hoofdregel en de praktische regeling voor situaties die vanaf


1 januari 1997 binnen de reikwijdte vallen van de AWBZ. Vervolgens geef ik in onderdeel 5 aan

dat de berekeningswijze van voor 1 januari 1997 nog kan worden toegepast bij bewoners voor verzorgingstehuizen en serviceflats die per 1 januari 1997 niet onder de AWBZ vallen.

Ten slotte keur ik in onderdeel 6 goed dat de praktische regeling vanaf 1998 ook kan worden toegepast op overige AWBZ-instellingen.


2. Wet op de bejaardenoorden

Tot 1 januari 1997 was de eigen bijdrage in de kosten van het verblijf in een verzorgingstehuis (voorheen: bejaardenoord) geregeld in de Wbo.

Artikel 46 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 geeft aan dat alleen de directe ziektekosten aftrekbaar zijn als buitengewone lasten. Voor een bewoner van een verzorgingstehuis is niet nauwkeurig vast te stellen wat het aandeel van deze kosten is in de eigen bijdrage die wordt betaald. Met het oog daarop wordt door elk verzorgingstehuis vastgesteld wat de kosten zijn van verplegend personeel, medische middelen, enz. Deze kosten worden omgeslagen over alle bewoners, los van de mate waarin men van deze voorzieningen gebruik maakt. Dit bedrag kan elke bewoner als buitengewone last in aanmerking nemen. Zie het besluit van 5 maart 1975, nr. B75/4815, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 december 1977, nr. 277-18 752.


3. AWBZ-systematiek

Met ingang van 1 januari 1997 vindt de financiering van de meeste verzorgingstehuizen plaats

binnen het kader van de AWBZ. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 27 januari 1993, nr. 28 644 (BNB 1993/112) bepaald dat tot de uitgaven terzake van ziekte kan worden gerekend de eigen bijdrage ingevolge de AWBZ, verminderd met de besparing op de kosten van huisvesting en voeding, in aanmerking genomen de voor de opneming gevolgde levenswijze (de zogeheten subjectieve benadering). Omdat langs subjectieve wijze het aftrekbare bedrag moet worden vastgesteld is het
- in tegenstelling tot de voorheen geldende Wbo-systematiek (zie hiervoor) - dus niet mogelijk vaste richtlijnen te geven ten aanzien van het deel van de eigen bijdrage dat als buitengewone last kan worden aangemerkt.

Schematisch kan de subjectieve benadering als volgt worden weergegeven:

Eigen bijdrage AWBZ

af:


- huur (inclusief servicekosten)


- huurwaardeforfait


- kosten water en energie


- aanslag OZB


- reinigings- en rioolrechten


- premies voor opstal- en inboedelverzekering

- waterschapslasten


- gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten

________ +

Totale huisvestingskosten

bij:

Totale jaarlijkse kosten voeding

_________ +

Bedrag van de besparing

à

__________ -/-

Component ziektekosten


4. Praktische regeling voor AWBZ-instellingen
Voor bewoners die al een aantal jaren in een verzorgingstehuis verblijven zal het achterhalen van de gegevens voor de bepaling van het bedrag van de besparing aan huisvesting en voeding problemen kunnen opleveren. Mede daarom bevat dit besluit een praktische regeling om de aftrek wegens verzorgingskosten te bepalen.

In deze regeling wordt de component ziektekosten bepaald door de werkelijke eigen bijdrage AWBZ en het normbedrag zak- en kleedgeld te verminderen met genormeerde bestedingen exclusief ziektekosten. In bijlage A van dit besluit zijn tabellen opgenomen die inzicht geven in de relatie tussen het besteedbare inkomen en de kosten van levensonderhoud. Deze tabellen

zijn gebaseerd op cijfers van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en

zijn gecorrigeerd met een bedrag aan premies ziekenfonds en ziektekostenverzekering en worden jaarlijks aangepast. Mede om praktische redenen wordt in de tabellen uitgegaan van de cijfers die betrekking hebben op het jaar voorafgaand aan het belastingjaar.

Schematisch kan de bepaling als volgt worden weergegeven:

A. Berekening besteedbaar inkomen

Onzuivere inkomen

Vermeerderd met:


- terugontvangen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen/
vermogensbelasting/buitenlandse bronbelasting


- vaste kostenaftrek


- genoten rente- en dividendvrijstelling

________ +

Verminderd met:


- betaalde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen/
vermogensbelasting en buitenlandse bronbelasting


- ingehouden loonheffing/dividendbelasting

________ +


-_________ -/-

Besteedbaar inkomen@

Het bij dit besteedbaar inkomen behorende bedrag aan normale uitgaven bepaald volgens één van beide tabellen (zie bijlage A)

Voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden geldt het totale onzuivere inkomen van beide partners.

@Deze berekening van het besteedbaar inkomen is afgeleid van het in de Nibud-cijfers gehanteerde begrip besteedbaar inkomen.

De aanvullingen met vermogensbelasting, buitenlandse bronbelasting en dividendbelasting hebben terugwerkende kracht tot 1 januari 1997. In verband hiermee zal de inspecteur van de Belastingdienst op verzoek in voorkomende gevallen een (ambtshalve) vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1997 verlenen.

B. De berekening van de component ziektekosten

Eigen bijdrage AWBZ

Normbedrag zak- en kleedgeld³

_________ +

Werkelijke uitgaven

Bedrag van de normale uitgaven

(zie hiervoor )

__________ -/-

Component ziektekosten

De berekening van het bedrag van de normale uitgaven volgens de tabellen in bijlage A dient strikt te worden toegepast. Een bewoner die meent dat deze berekeningswijze niet past bij zijn individuele situatie heeft alsdan de mogelijkheid de component ziektekosten te bepalen volgens de berekening in onderdeel 3.


5. Niet onder de AWBZ vallende verzorgingstehuizen
De hiervoor onder 3 en 4 vermelde berekeningswijze geldt niet voor verzorgingstehuizen en serviceflats voor bejaarden die niet binnen de reikwijdte van de AWBZ vallen. In die situaties kan gebruik worden gemaakt van de Wbo-systematiek, zoals omschreven in het besluit van 5 maart 1975, nr. B75/4815, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 december 1977, nr. 277-18 752.


6. Overige onder de AWBZ vallende instellingen
Ik keur goed dat met ingang van het belastingjaar 1998 de onder 3 en 4 vermelde berekeningswijze ook toepassing kan vinden voor alle overige instellingen die binnen de reikwijdte van de AWBZ vallen.

Wet IB 2001

Dit besluit is alleen van toepassing van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en zal - gelet op het bepaalde in het besluit van 17 oktober 2000, nr. CPP2000/2210 - voor de toepassing van de Wet IB 2001 opnieuw worden uitgebracht zodra de bedragen van de in bijlage A opgenomen tabellen bekend zijn.

³Bedragen 1997: voor alleenstaanden f 4728 en voor anderen f 7879

Bedragen 1998: voor alleenstaanden f 4906 en voor anderen f 8176

Bedragen 1999: voor alleenstaanden f 5004 en voor anderen f 8340

Bedragen 2000: voor alleenstaanden f 4980 en voor anderen f 8306

Bijlage A 1997

Tabel 1: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven alleenstaanden voor aangifte inkomstenbelasting 1997

Besteedbaar Inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven













16.500

15.900

17.000

16.384

47.000

32.902

77.000

42.472

18.000

17.352

48.000

33.192

78.000

42.792

19.000

18.324

49.000

33.512

79.000

43.112

20.000

19.296

50.000

33.832

80.000

43.432

21.000

20.268

51.000

34.152

81.000

43.752

22.000

21.240

52.000

34.472

82.000

44.072

23.000

22.212

53.000

34.792

83.000

44.392

24.000

23.184

54.000

35.112

84.000

44.712

25.000

23.582

55.000

35.432

85.000

45.032

26.000

23.980

56.000

35.752

86.000

45.352

27.000

24.378

57.000

36.072

87.000

45.672

28.000

24.776

58.000

36.392

88.000

45.992

29.000

25.174

59.000

36.712

89.000

46.312

30.000

25.572

60.000

37.032

90.000

46.632

31.000

26.190

61.000

37.352

91.000

46.952

32.000

26.808

62.000

37.672

92.000

47.272

33.000

27.426

63.000

37.992

93.000

47.592

34.000

28.044

64.000

38.312

94.000

47.912

35.000

28.662

65.000

38.632

95.000

48.232

36.000

29.280

66.000

38.952

96.000

48.552

37.000

29.642

67.000

39.272

97.000

48.872

38.000

30.004

68.000

39.592

98.000

49.192

39.000

30.366

69.000

39.912

99.000

49.512

40.000

30.728

70.000

40.232

100.000

49.832

41.000

31.090

71.000

40.552

42.000

31.452

72.000

40.872

43.000

31.742

73.000

41.192

44.000

32.032

74.000

41.512

45.000

32.322

75.000

41.832

46.000

32.612

76.000

42.152

Bijlage A 1997

Tabel 2: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven gehuwden en ongehuwd samenwonenden voor aangifte inkomstenbelasting 1997

Besteedbaar

inkomsten

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven













23.000

22.022

53.000

43.496

83.000

54.080

24.000

22.956

54.000

44.220

84.000

54.420

25.000

23.934

55.000

44.560

85.000

54.760

26.000

24.912

56.000

44.900

86.000

55.100

27.000

25.890

57.000

45.240

87.000

55.440

28.000

26.868

58.000

45.580

88.000

55.780

29.000

27.846

59.000

45.920

89.000

56.120

30.000

28.824

60.000

46.260

90.000

56.460

31.000

29.702

61.000

46.600

91.000

56.800

32.000

30.580

62.000

46.940

92.000

57.140

33.000

31.458

63.000

47.280

93.000

57.480

34.000

32.336

64.000

47.620

94.000

57.820

35.000

33.214

65.000

47.960

95.000

58.160

36.000

34.092

66.000

48.300

96.000

58.500

37.000

34.416

67.000

48.640

97.000

58.840

38.000

34.740

68.000

48.980

98.000

59.180

39.000

35.064

69.000

49.320

99.000

59.520

40.000

35.388

70.000

49.660

100.000

59.860

41.000

35.712

71.000

50.000

42.000

36.036

72.000

50.340

43.000

36.676

73.000

50.680

44.000

37.316

74.000

51.020

45.000

37.956

75.000

51.360

46.000

38.596

76.000

51.700

47.000

39.236

77.000

52.040

48.000

39.876

78.000

52.380

49.000

40.600

79.000

52.720

50.000

41.324

80.000

53.060

51.000

42.048

81.000

53.400

52.000

42.772

82.000

53.740

Bijlage A 1998

Tabel 1: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven alleenstaanden voor aangifte inkomstenbelasting 1998

Besteedbaar Inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven













16.500

16.021

17.000

16.506

47.000

34.396

77.000

43.668

18.000

17.477

48.000

34.848

78.000

43.968

19.000

18.443

49.000

35.168

79.000

44.268

20.000

19.401

50.000

35.488

80.000

44.568

21.000

20.359

51.000

35.808

81.000

44.868

22.000

21.316

52.000

36.128

82.000

45.168

23.000

22.274

53.000

36.448

83.000

45.468

24.000

23.232

54.000

36.768

84.000

45.768

25.000

23.782

55.000

37.068

85.000

46.068

26.000

24.332

56.000

37.368

86.000

46.368

27.000

24.882

57.000

37.668

87.000

46.668

28.000

25.432

58.000

37.968

88.000

46.968

29.000

25.982

59.000

38.268

89.000

47.268

30.000

26.532

60.000

38.568

90.000

47.568

31.000

27.112

61.000

38.868

91.000

47.868

32.000

27.692

62.000

39.168

92.000

48.168

33.000

28.272

63.000

39.468

93.000

48.468

34.000

28.852

64.000

39.768

94.000

48.768

35.000

29.432

65.000

40.068

95.000

49.068

36.000

30.012

66.000

40.368

96.000

49.368

37.000

30.366

67.000

40.668

97.000

49.668

38.000

30.720

68.000

40.968

98.000

49.968

39.000

31.074

69.000

41.268

99.000

50.268

40.000

31.428

70.000

41.568

100.000

50.568

41.000

31.782

71.000

41.868

42.000

32.136

72.000

42.168

43.000

32.588

73.000

42.468

44.000

33.040

74.000

42.768

45.000

33.492

75.000

43.068

46.000

33.944

76.000

43.368

Bijlage A 1998

Tabel 2: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven gehuwden en ongehuwd samenwonenden voor aangifte inkomstenbelasting 1998

Besteedbaar

inkomsten

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven













23.000

22.263

53.000

43.706

83.000

61.922

24.000

23.231

54.000

44.136

84.000

62.604

25.000

24.195

55.000

44.486

85.000

63.286

26.000

25.159

56.000

44.836

86.000

63.968

27.000

26.124

57.000

45.186

87.000

64.650

28.000

27.088

58.000

45.536

88.000

65.332

29.000

28.052

59.000

45.886

89.000

66.014

30.000

29.016

60.000

46.236

90.000

66.696

31.000

30.004

61.000

46.918

91.000

67.378

32.000

30.992

62.000

47.600

92.000

68.060

33.000

31.980

63.000

48.282

93.000

68.742

34.000

32.968

64.000

48.964

94.000

69.424

35.000

33.956

65.000

49.646

95.000

70.106

36.000

34.944

66.000

50.328

96.000

70.788

37.000

35.088

67.000

51.010

97.000

71.470

38.000

35.232

68.000

51.692

98.000

72.152

39.000

35.376

69.000

52.374

99.000

72.834

40.000

35.520

70.000

53.056

100.000

73.516

41.000

35.664

71.000

53.738

42.000

35.808

72.000

54.420

43.000

36.766

73.000

55.102

44.000

37.724

74.000

55.784

45.000

38.682

75.000

56.466

46.000

39.640

76.000

57.148

47.000

40.598

77.000

57.830

48.000

41.556

78.000

58.512

49.000

41.986

79.000

59.194

50.000

42.416

80.000

59.876

51.000

42.846

81.000

60.558

52.000

43.276

82.000

61.240

Bijlage A 1999

Tabel 1: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven alleenstaanden voor aangifte inkomstenbelasting 1999

Besteedbaar Inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven













16.500

15.914

17.000

16.397

47.000

36.566

77.000

46.194

18.000

17.361

48.000

36.960

78.000

46.512

19.000

18.326

49.000

37.280

79.000

46.830

20.000

19.291

50.000

37.600

80.000

47.148

21.000

20.258

51.000

37.920

81.000

47.466

22.000

21.226

52.000

38.240

82.000

47.784

23.000

22.193

53.000

38.560

83.000

48.102

24.000

23.160

54.000

38.880

84.000

48.420

25.000

23.976

55.000

39.198

85.000

48.738

26.000

24.792

56.000

39.516

86.000

49.056

27.000

25.608

57.000

39.834

87.000

49.374

28.000

26.424

58.000

40.152

88.000

49.692

29.000

27.240

59.000

40.470

89.000

50.010

30.000

28.056

60.000

40.788

90.000

50.328

31.000

28.694

61.000

41.106

91.000

50.646

32.000

29.332

62.000

41.424

92.000

50.964

33.000

29.970

63.000

41.742

93.000

51.282

34.000

30.608

64.000

42.060

94.000

51.600

35.000

31.246

65.000

42.378

95.000

51.918

36.000

31.884

66.000

42.696

96.000

52.236

37.000

32.336

67.000

43.014

97.000

52.554

38.000

32.788

68.000

43.332

98.000

52.872

39.000

33.240

69.000

43.650

99.000

53.190

40.000

33.692

70.000

43.968

100.000

53.508

41.000

34.144

71.000

44.286

42.000

34.596

72.000

44.604

43.000

34.990

73.000

44.922

44.000

35.384

74.000

45.240

45.000

35.778

75.000

45.558

46.000

36.172

76.000

45.876

Bijlage A 1999

Tabel 2: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven gehuwden en ongehuwd samenwonenden voor aangifte inkomstenbelasting 1999

Besteedbaar

inkomsten

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven

Besteedbaar inkomen

Uitgaven













23.000

22.082

53.000

45.572

83.000

61.456

24.000

23.042

54.000

46.452

84.000

61.980

25.000

24.002

55.000

46.944

85.000

62.504

26.000

24.962

56.000

47.436

86.000

63.028

27.000

25.922

57.000

47.928

87.000

63.552

28.000

26.882

58.000

48.420

88.000

64.076

29.000

27.849

59.000

48.912

89.000

64.600

30.000

28.824

60.000

49.404

90.000

65.124

31.000

29.806

61.000

49.928

91.000

65.648

32.000

30.788

62.000

50.452

92.000

66.172

33.000

31.770

63.000

50.976

93.000

66.696

34.000

32.752

64.000

51.500

94.000

67.220

35.000

33.734

65.000

52.024

95.000

67.744

36.000

34.716

66.000

52.548

96.000

68.268

37.000

34.812

67.000

53.072

97.000

68.792

38.000

34.908

68.000

53.596

98.000

69.316

39.000

35.004

69.000

54.120

99.000

69.840

40.000

35.100

70.000

54.644

100.000

70.364

41.000

35.196

71.000

55.168

42.000

35.292

72.000

55.692

43.000

36.272

73.000

56.216

44.000

37.252

74.000

56.740

45.000

38.232

75.000

57.264

46.000

39.212

76.000

57.788

47.000

40.192

77.000

58.312

48.000

41.172

78.000

58.836

49.000

42.052

79.000

59.360

50.000

42.932

80.000

59.884

51.000

43.812

81.000

60.408

52.000

44.692

82.000

60.932

Bijlage A 2000

Tabel 1: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven alleenstaanden voor aangifte inkomstenbelasting 2000

Besteedbaar

Uitgaven

Besteedbaar

Uitgaven

Besteedbaar

Uitgaven

inkomen

inkomen

inkomen

20.000

18.780

51.000

36.312

82.000

45.500

21.000

18.958

52.000

36.612

83.000

45.796

22.000

19.913

53.000

36.912

84.000

46.092

23.000

20.867

54.000

37.212

85.000

46.388

24.000

21.822

55.000

37.508

86.000

46.684

25.000

22.776

56.000

37.804

87.000

46.980

26.000

23.564

57.000

38.100

88.000

47.276

27.000

24.352

58.000

38.396

89.000

47.572

28.000

25.140

59.000

38.692

90.000

47.868

29.000

25.928

60.000

38.988

91.000

48.164

30.000

26.716

61.000

39.284

92.000

48.460

31.000

27.504

62.000

39.580

93.000

48.756

32.000

28.064

63.000

39.876

94.000

49.052

33.000

28.624

64.000

40.172

95.000

49.348

34.000

29.184

65.000

40.468

96.000

49.644

35.000

29.744

66.000

40.764

97.000

49.940

36.000

30.304

67.000

41.060

98.000

50.236

37.000

30.864

68.000

41.356

99.000

50.532

38.000

31.252

69.000

41.652

100.000

50.828

39.000

31.640

70.000

41.948

40.000

32.028

71.000

42.244

41.000

32.416

72.000

42.540

42.000

32.804

73.000

42.836

43.000

33.192

74.000

43.132

44.000

33.562

75.000

43.428

45.000

33.932

76.000

43.724

46.000

34.302

77.000

44.020

47.000

34.672

78.000

44.316

48.000

35.042

79.000

44.612

49.000

35.412

80.000

44.908

50.000

35.712

81.000

45.204

Bijlage A 2000

Tabel 2: relatie besteedbaar inkomen en uitgaven gehuwden en ongehuwd samenwonenden voor de aangifte inkomstenbelasting 2000

Besteedbaar

Uitgaven

Besteedbaar

Uitgaven

Besteedbaar

Uitgaven

inkomen

inkomen

inkomen

30.000

27.780

57.000

47.004

84.000

58.440

31.000

28.224

58.000

47.408

85.000

58.866

32.000

29.216

59.000

47.812

86.000

59.292

33.000

30.208

60.000

48.216

87.000

59.718

34.000

31.200

61.000

48.642

88.000

60.144

35.000

32.192

62.000

49.068

89.000

60.570

36.000

33.184

63.000

49.494

90.000

60.996

37.000

34.176

64.000

49.920

91.000

61.422

38.000

35.160

65.000

50.346

92.000

61.848

39.000

36.144

66.000

50.772

93.000

62.274

40.000

37.128

67.000

51.198

94.000

62.700

41.000

38.112

68.000

51.624

95.000

63.126

42.000

39.096

69.000

52.050

96.000

63.552

43.000

40.080

70.000

52.476

97.000

63.978

44.000

40.070

71.000

52.902

98.000

64.404

45.000

40.060

72.000

53.328

99.000

64.830

46.000

40.050

73.000

53.754

100.000

65.256

47.000

40.040

74.000

54.180

48.000

40.030

75.000

54.606

49.000

40.020

76.000

55.032

50.000

40.982

77.000

55.458

51.000

42.906

78.000

55.884

52.000

43.868

79.000

56.310

53.000

44.830

80.000

56.736

54.000

45.792

81.000

57.162

55.000

46.196

82.000

57.588

56.000

46.600

83.000

58.014

Bijlage B

Vragen van het lid G. de Jong (CDA) over de aftrekpost wegens verzorgingskosten. (Ingezonden 2 maart 1998)


1.


Vallen verzorgingstehuizen sinds 1 januari 1997 onder de werkingssfeer van de AWBZ?


2.


Is daardoor een wijziging opgetreden in de regeling aftrek wegens verzorgingskosten in die zin

dat voorheen aftrekbaar was het totale bedrag aan verzorgingskosten en nu slechts aftrekbaar is de eigen bijdrage AWBZ onder aftrek van de besparing "thuis"?


3.

Erkent u dat er door de nieuwe wijze van kostenverrekening voor de bewoners van

verzorgingstehuizen per saldo vaak geen ruimte overblijft voor aftrekbaarheid van de

verzorgingskosten (zie bijgesloten brief van de belastingdienst)?


4.

Erkent u dat voor bedoelde bewoners, die toch al geplaagd worden door vele lichamelijke en

psychische ongemakken, dan veelal ook de mogelijkheid vervalt om überhaupt ziektekosten als

aftrekpost op te voeren?


5.

Wat is uw oordeel over deze gang van zaken?


6.

Bent u bereid op korte termijn een oplossing te zoeken voor deze problematiek en de Kamer

daarover te informeren? Zo neen, waarom niet?

Bijlage B

Nota ter beantwoording van vragen van het lid G. de Jong (CDA) over de aftrekpost wegens verzorgingskosten. Nr. 2979808040


1.


Ja, zie - voor zover van toepassing - de Wet van 26 september 1996, Stb. 478 .


2-4.


De wetswijziging per 1 januari 1997 heeft niet alleen gevolgen voor de aftrek buitengewone lasten, maar vooral ook voor de hoogte van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage ingevolge de AWBZ zal doorgaans lager zijn dan de voorheen betaalde bijdrage in het kader van de Wet op de bejaardenoorden (Wbo). Zie Memorie van Toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 24 606, nr. 3. Bovendien is met deze wetswijziging de vermogenstoets vervallen.

In de regeling van voor 1 januari 1997 werd het deel van de pensionprijs dat ziet op medische verzorging en middelen als buitengewone last aangemerkt. Vanaf 1 januari 1997 wordt als buitengewone last aangemerkt de eigen bijdrage AWBZ, verminderd met het bedrag van de besparing op kosten van huisvesting en voeding van voor de opname in het tehuis.

Bij de vergelijking van het bedrag van de buitengewone lasten 1997 met die van de jaren daarvoor zal in de meeste gevallen de (bruto) aftrek buitengewone last lager zijn, maar daar staat tegenover dat een lagere (netto) eigen bijdrage wordt betaald.

5-6.

Voor de bepaling van de buitengewone last geldt de onder antwoord 2 gegeven benadering. Ik ben bereid om voor bewoners die al een aantal jaren verblijven in verzorgingstehuizen, en van wie dus kan worden aangenomen dat zij niet meer beschikken over gegevens van voor de opname in het tehuis, een praktische handreiking te geven om de buitengewone last te bepalen.

Anders dan in voorbeeld 1 van de door u bijgesloten brief van de belastingdienst, wordt daarbij uitgegaan van genormeerde cijfers die zijn gebaseerd op gegevens van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD). Deze handreiking zal ik neerleggen in een besluit dat ik volgende week zal uitbrengen.