EU - Uzbekistan : Cooperation Council / 2nd meeting Press Release: Brussels (23-01-2001) - Press: 21 - Nr: 5507/01
5507/01 (Presse 21)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
Onderwerp :
TWEEDE ZITTING VAN DE SAMENWERKINGSRAAD
EU-OEZBEKISTAN
(Brussel, 23 januari 2001)
De Samenwerkingsraad van de Europese Unie en Oezbekistan heeft op
dinsdag 23 januari 2001 zijn tweede zitting gehouden. De zitting werd
voorgezeten door de heer Abdulaziz KAMILOV, minister van Buitenlandse
Zaken van Oezbekistan. De delegatie van de Europese Unie werd geleid
door mevrouw Anna LINDH, minister van Buitenlandse Zaken van Zweden en
fungerend voorzitter van de Raad van de Europese Unie. De heer Javier
SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB, nam
eveneens aan de zitting deel. De Europese Commissie werd
vertegenwoordigd door mevrouw Catherine DAY,
adjunct-directeur-generaal.
De tweede zitting van de Samenwerkingsraad luidt een verdere
intensivering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en
Oezbekistan in. De partijen namen er met voldoening nota van dat alle
instellingen van de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst (PSO),
met name het Samenwerkingscomité en het subcomité daarvan, zijn
geïnstalleerd en hun eerste vergaderingen hebben gehouden. De partijen
zijn voornemens hun samenwerking in het kader van de PSO te
intensiveren, met name de politieke dialoog en hun samenwerking op het
gebied van handel, investeringen en het zakenklimaat.
Wat de politieke dialoog betreft, zullen beide partijen de
samenwerking voortzetten, met name ook in verband met de toepassing
van democratische waarden, de rechtsstaat en eerbied voor de
mensenrechten. De partijen zullen bezien welke verdere bijstand de EU
kan verlenen bij de opleiding van leden van de rechterlijke macht in
Oezbekistan, met name degenen die betrokken zijn bij het toezicht op
de uitvoering van de wetgeving, met inbegrip van de economische en
handelswetgeving.
Het verheugde de EU dat Oezbekistan bevestigd heeft dat
vertegenwoordigers van het ICRC onder de in hun mandaat vastgelegde
condities en voorwaarden toegang krijgen tot detentiecentra; dat
Oezbekistan buitenlandse vertegenwoordigers toestemming heeft verleend
om als waarnemers processen bij te wonen tegen personen die
beschuldigd worden van staatsvijandige en ongrondwettige handelingen;
en dat de burgers van Oezbekistan vrijelijk mogen vergaderen en hun
religieuze overtuigingen mogen uitdrukken.
De Samenwerkingsraad heeft er nota van genomen dat Oezbekistan sedert
de eerste zitting van de Samenwerkingsraad, in september 1999,
verschillende maatregelen heeft genomen ter liberalisering van de
economie, met name op het gebied van het valuta- en handelsbeleid. In
dit verband bevestigde Oezbekistan te streven naar de verdere
liberalisering van de economie en naar convertibiliteit van de sum,
alsmede naar liberalisering van de wisselkoersen, zo snel als mogelijk
is. Intussen zal Oezbekistan maatregelen nemen om de voorwaarden
waaronder buitenlandse handelaren en investeerders op zijn markt
kunnen werken, te verbeteren. Het voornemen bestaat om investeerders
aan te trekken, hun deelname aan het grootschalige
privatiseringsprogramma te stimuleren, en de export te doen groeien.
De EU zal Oezbekistan bijstand blijven verlenen bij de uitvoering van
institutionele hervorming, bij het zoeken naar oplossingen voor de
sociale gevolgen van het overgangsproces en bij het ontwikkelen van de
plattelandseconomie. Het investeringsklimaat zal hierdoor worden
verbeterd en tevens zal dit bijdragen tot de ontwikkeling van de
economie van Oezbekistan. De EU zal bijstand blijven verlenen inzake
de uitvoering van de PSO. Essentieel hierbij is harmonisatie van de
wetgeving.
Oezbekistan en de EU kwamen overeen samen te bezien hoe de regionale
samenwerking in Midden-Azië op het gebied van economie, justitie en
binnenlandse zaken, vervoer en milieu het beste kan worden
gestimuleerd, en daarbij uit te gaan van met name de bestaande
juridische verbintenissen zoals die door de landen in de regio zijn
aangegaan.
Tijdens het werkontbijt hadden de partijen een zeer nuttige
gedachtewisseling over politieke kwesties van gemeenschappelijk
belang.