Gemeente Tilburg

23-01-2001

Geregistreerd schoolverzuim toegenomen

Actief leerplichtbeleid brengt spijbelgedrag beter in beeld

Het aantal schoolverzuimers in Tilburg is flink toegenomen: van 467 in 1998/1999 tot 837 in 1999/2000. Dit blijkt uit het Leerplichtverslag over het schooljaar 1999-2000, dat het college van b&w op 22 januari jl. heeft vastgesteld. Een van de oorzaken van deze stijging is de toename van het aantal Tilburgse jongeren met problemen. De problemen zijn steeds complexer en beginnen vaak al op jongere leeftijd. De toename van het schoolverzuim is voor een deel echter ook te verklaren door de veranderende rol van de leerplichtambtenaar en het actieve leerplichtbeleid dat de gemeente Tilburg voert. Hierdoor zijn in 1999/2000 meer verzuimgevallen gemeld en geconstateerd.

Wie gezien is, is niet weg
Steeds meer leerlingen vertonen op (zeer) jonge leeftijd risicogedrag voor schoolverzuim. Vaak liggen hier onderliggende problemen aan ten grondslag, zoals problemen thuis of op school. Deze problemen worden ook steeds complexer. Een leerling komt daardoor niet op school opdagen of vertoont probleemgedrag. Voor de aanpak van deze problematiek is in 1998 de beleidsnotitie 'Niemand de deur uit' opgesteld. Deze notitie is in maart 2000 uitgewerkt in het Plan van Aanpak Voortijdig Schoolverlaten 'Wie gezien is, is niet weg'. Het Plan van Aanpak is vooral gericht op de leeftijdsgroep van 12 tot 18 jaar in het Voortgezet Onderwijs en de ROC's. Speerpunten zijn ondermeer de versterking van de zorgstructuur in het onderwijs, de versterking van het voortgezet onderwijs en ROC´s met extra jeugdhulpverlening en een betere afstemming en coördinatie van trajecten naar werk tussen onderwijs en Diamantgroep (WIW-uitvoering). Andere belangrijke actiepunten vormen het instellen van een fonds VSV (voortijdig schoolverlaten) en de versterking van de taak van de leerplichtambtenaar en de jeugdcoördinator voor het begeleiden van risicojongeren. Daarnaast heeft de gemeente per 1 oktober 2000 het nieuwe Leerplicht Administratiesysteem (LPA) in gebruik genomen. Met dit systeem kan (in de toekomst) de schoolloopbaan van een leerling van geboorte tot het 23e levensjaar geregistreerd worden.

Preventieve werkwijze
Uit het Leerplichtverslag 1999/2000 blijkt dat vooral het aantal meldingen van zogenaamde relatieve verzuimers is gestegen, van 376 (1998/1999) naar 753 (1999/2000). Van relatief verzuim is sprake als een leerplichtige is ingeschreven op een school en zonder geldige reden lestijd verzuimt. Naast de verzwaring van de jongerenproblematiek is deze grote toename voor een deel ook te verklaren door de veranderende rol van de leerplichtambtenaar. De preventieve werkwijze en nauwe samenwerking met scholen en andere instanties (bv. politie en jeugdhulpverlening) maken een betere en tijdige opsporing én ingreep bij spijbel- en risicogedrag mogelijk. Zo houdt de leerplichtambtenaar tegenwoordig spreekuren op scholen en neemt hij deel aan de zorgteams en aan het Overleg Risico Jongeren (samen met politie, justitie en jeugdhulpverlening). Hierdoor krijgt hij vaker en sneller meldingen door van leerlingen die spijbelen of leerlingen die problemen hebben of kunnen gaan opleveren. Verder wordt waar mogelijk een lik-op-stukbeleid gevoerd door HALT-verwijzingen.

Het nieuwe, actieve leerplichtbeleid is in september 1998 in gang gezet. De concrete uitwerking van dit beleid in het Plan van Aanpak 'Wie gezien is, is niet weg' is gestart in september 2000. Hoewel nu al blijkt dat het actieve beleid zijn vruchten afwerpt, zullen de echte effecten van het beleid pas in het schooljaar 2000/2001 merkbaar worden.