RAAD V D TRANSPORTVEILIGHEID
Onafhankelijk onderzoek brengt ware toedracht van rampen
(Embargo tot 23 januari 2001, 21 uur)
Mr. Pieter van Vollenhoven,
voorzitter Raad voor de Transportveiligheid,
pleit voor Europese wetgeving
.Alleen onafhankelijk onderzoek brengt
ware toedracht van rampen aan het licht.
Echt onafhankelijk, wettelijk gefundeerd onderzoek naar de toedracht
en de oorzaken van ongevallen en rampen is de enige manier om te
zorgen dat de samenleving te weten komt wat er werkelijk is gebeurd.
Die boodschap gaf de voorzitter van de Raad voor de
Transportveiligheid (RvTV), mr. Pieter van Vollenhoven, dinsdag 23
januari 2001 in Brussel aan de lidstaten van de Europese Unie. Mr. van
Vollenhoven, die tevens voorzitter is van de International Transport
Safety Association (ITSA) en medeoprichter van de European Transport
Safety Council, hield daar de derde Europese Transport Veiligheids
Lezing in het Belgische Parlement. Hij pleitte voor wetgeving op
Europees niveau, die een voor alle lidstaten geldend regiem van
onafhankelijk onderzoek zou moeten vestigen. Tot nu toe geldt
internationaal alleen de plicht tot onafhankelijk onderzoek naar
ongevallen in de luchtvaart.
In de EU-landen Zweden, Finland en Nederland bestaan, net zoals in de
VS, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië, onafhankelijke Raden die
(zoals in Nederland) ongevallen en incidenten in de luchtvaart,
wegverkeer, railverkeer, scheepvaart en buisleidingvervoer
onderzoeken, los van de vraag wie schuldig of aansprakelijk is. .De
ervaring heeft geleerd,. aldus mr. Van Vollenhoven, .dat onderzoek
naar de schuldvraag niet het geëigende instrument is om de ware
toedracht van ongevallen en rampen te achterhalen.. Dat komt doordat
bij onderzoek dat andere doelstellingen dient dan alleen het voorkomen
van toekomstige ongevallen, onvermijdelijk andere belangen een rol
spelen. Getuigenverklaringen die zijn afgelegd tijdens een
onafhankelijk onderzoek, zoals dat in Nederland wettelijk is geregeld
bij de RvTV, mogen dan ook niet worden gebruikt bij rechtszaken over
schuld of aansprakelijkheid.
Overigens is mr. Van Vollenhoven van mening dat bij rampen ook de
instelling, door de overheid, van een tijdelijke onderzoekscommissie
geen oplossing biedt. Dergelijke commissies raken onvermijdelijk
verstrikt in het zwartepietenspel tussen de personen en instanties die
elkaar delen van de verantwoordelijkheid in de schoenen trachten te
schuiven. Een onafhankelijke instantie zoals de Raad voor de
Transportveiligheid, met een wettelijke basis en een eigen, ingewerkt
team van onderzoekers, biedt uitzicht op waardevrije
onderzoeksrapporten, alleen gericht op lessen voor de toekomst, ter
verbetering van de veiligheid.
In Nederland is sinds juli 1999 de Raad voor de Transportveiligheid
verantwoordelijk voor onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken en
toedracht van rampen, ongevallen en incidenten op het gebied van
verkeer en vervoer. Er wordt gewerkt aan de instelling van een nog
bredere instantie, die ook onderzoek zou moeten doen naar rampen en
ongevallen buiten verkeer en vervoer. Binnenkort wordt een
kabinetsstandpunt verwacht over de instelling van een Raad voor de
Veiligheid, mogelijk in de vorm van een verbreding van de RvTV.
De Vaste Tweede Kamercommissie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties heeft zich onlangs unaniem uitgesproken voor de
instelling van een dergelijke Raad. Eerder had het kabinet een
voorkeur voor de instelling van drie verschillende Raden (naast de
bestaande RvTV nog een Defensie Ongevallenraad en een derde Raad voor
overige ongevallen). Als voorzitter van het College Bevordering
Veiligheidseffectstudies heeft mr. Van Vollenhoven al vele malen
gepleit voor de instelling van één Raad, waar alle deskundigheid op
het gebied van onderzoek en analyse van rampen, ongevallen en
incidenten zal worden gebundeld.
In zijn toespraak in Brussel onderstreepte mr. Van Vollenhoven dat
parlementariërs, ministers, slachtoffers van ongevallen en hun
families actief zouden moeten pleiten voor de invoering van
onafhankelijk onderzoek in alle landen. Op Europees niveau zou de
Commissie moeten beginnen de nu geldende regels voor onderzoek naar
luchtvaartongevallen te verbreden tot alle transportsectoren.
Vervolgens komen andere maatschappelijke sectoren aan de beurt, zoals
defensie, industrie, gezondheidszorg, milieu en zo voort.
(Let op embargo)