23 januari 2001

advies Architectuurnota Ontwerpen aan Nederland, Raad voor Cultuur positief over Architectuurnota

De Raad voor Cultuur is positief over de nieuwe architectuurnota, die vorig jaar tegelijkertijd met de Cultuurnota 2001-2004 werd uitgebracht. Het hoge ambitieniveau van de nota Ontwerpen aan Nederland wordt toegejuicht, maar de Raad waarschuwt voor de risico's die hiermee verbonden zijn. Extra aandacht is nodig voor de kwaliteit en de uitvoering van de plannen. De nota wordt 19 februari in de Tweede Kamer behandeld.

De Raad schrijft in een ongevraagd advies dat het goede architectuurklimaat in Nederland voor een groot deel te danken is aan het architectuurbeleid van de afgelopen jaren. Het besef van architectonische en ruimtelijke kwaliteit wordt steeds breder gedragen door ontwerpers, beleidmakers en bestuurders. Ook internationaal doet Nederland het goed. Dit blijkt onder andere uit de opdrachten voor Nederlandse architecten in andere landen, het toenemend aantal buitenlandse architecten dat in ons land werkt en uit het succes van het Nederlandse paviljoen op de Wereldtentoonstelling 2000 in Hannover. De Raad ondersteunt de uitgangspunten en de opzet van de derde architectuurnota, die een vervolg is op twee eerdere beleidsnota's. Positief is de speciale aandacht voor de publieke aspecten en omgevingseducatie. Ook meer samenwerking tussen de ontwerpende disciplines en de cultuurhistorie, waarvoor in de Nota Belvedere de aanzet is gegeven, draagt bij aan de versterking van het architectuurbeleid.
Veelbelovend zijn de concrete plannen voor de uitvoering van negen Grote Projecten. Elk van de vier bij de nota betrokken ministeries - OCenW, VROM, LNV, VenW - is verantwoordelijk voor enkele hiervan. De projecten worden gekenmerkt door een grote mate van diversiteit en complexiteit. De Raad vindt daarom dat de inbreng en de rol van de verschillende ministeries en hun onderlinge afstemming goed in de gaten moet worden gehouden. Voor het welslagen van de projecten is een alerte bewaking van de voortgang en van de kwaliteit van de uitvoering noodzakelijk. Dit is bij uitstek een taak voor het Platform Architectuurbeleid, onder voorzitterschap van de nieuwe rijksbouwmeester Jo Coenen. Het bureau van de rijksbouwmeester moet daarvoor voldoende capaciteit krijgen. De Tweede Kamer moet bij de jaarlijkse behandeling van de uitvoering van de architectuurnota extra toezien op de doorwerking ervan in het beleid van de betrokken ministeries.

De Raad bepleit verder een betere afstemming tussen het architectuurbeleid en het nieuwe welstandsbeleid dat Staatssecretaris Remkes van Volkshuisvesting voor ogen heeft. Volgens dat beleid hoeven bepaalde bouwplannen en ruimtelijke ingrepen aan minder regels te voldoen. Dit staat volgens de Raad op gespannen voet met de uitgangspunten van het architectuurbeleid. De bestaande ruimtelijke en architectonische kwaliteit van straten en andere openbare ruimten kan hierdoor sluipenderwijs worden aangetast. In navolging van de Federatie Welstand beveelt de Raad aan in de nieuwe regelgeving voor het welstandsbeleid een onderscheid aan te brengen tussen de straatzijde en de 'achterkant'. De Raad vindt het van groot belang dat er een effectieve koppeling komt tussen de architectuurnota en het beleid van de Vijfde Nota voor Ruimtelijke Ordening van Minister Pronk.